direct naar inhoud van Artikel 8 Groen
Plan: Voorstad-Oost / Rielerenk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D116-VG01

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
  • b. voet- en rijwielpaden, verhardingen;
  • c. speelvoorzieningen, waaronder begrepen (jeugd- en jongeren)ontmoetingsplaatsen;
  • d. waterlopen en waterpartijen, met de daarbij behorende bruggen, dammen, duikers, kades, taluds, beschoeiingen e.d.;
  • e. parkeervoorzieningen, uitsluitend indien omgevingsvergunning is verleend met toepassing van artikel 8.4.1;
  • f. nutsvoorzieningen, uitsluitend indien omgevingsvergunning is verleend met toepassing van artikel 8.3.1.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Groen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.
8.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;
    • 2. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 15 m2 mag bedragen.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en wegverlichting mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • d. de oppervlakte van een speelvoorziening mag niet meer dan 15 m2 bedragen.
8.3 Afwijken van bouwregels
8.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.2 onder a, in die zin dat een ondergeschikt gebouw kan worden gebouwd ten behoeve van een nutsvoorziening, mits:

  • a. de oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt;
  • b. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt.
8.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie;
  • f. de sociale veiligheid.
8.4 Afwijken van gebruiksregels
8.4.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden toegestaan dat gronden kunnen worden gebruikt ten behoeve van parkeervoorzieningen.

8.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend:

  • a. indien de noodzaak hiervan is aangetoond;
  • b. mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld en de groenstructuur.