direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd
Plan: Voorstad-Oost / Rielerenk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D116-VG01

Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen (w), al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 31.2;
  • b. zorgwoningen, mits omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.5.1 is verleend;
  • c. detailhandel en bijbehorende en/of aanverwante dienstverlening, zoals showrooms, videotheken, kap- en schoonheidssalons en bijbehorende werkplaatsen en ateliers (dh), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. dienstverlening (dv1), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. dienstverlening (dv2), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en op de tweede bouwlaag;
  • f. kantoren (k), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. horecabedrijven (h) die in de van deze planregels deel uitmakende bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten zijn aangeduid als categorie 2b tot en met 3b, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. een praktijkruimte ten behoeve van medische en/of therapeutische doeleinden (prr), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • i. bedrijven (b2) die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als milieucategorie 1 of 2, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • j. een seksinrichting (s).

een en ander inachtneming van het hierna bepaalde:

Ter plaatse van de aanduiding   Toegestane functie   Opmerkingen  
  (w)   (dh)   (dv1)   (dv2)   (k)   (h)   (b2)   (s)    
'specifieke vorm van gemengd 1'   X   X   X     X          
'specifieke vorm van gemengd 2'   X   X   X     X   X        
'specifieke vorm van gemengd 3'   X   X   X     X       X    
'specifieke vorm van gemengd 4'   X     X     X          
'specifieke vorm van gemengd 5'   X   X   X     X     X      
'specifieke vorm van gemengd 6'   X   X   X   X   X   X       het wonen is uitgesloten op de begane grond  

en de daarbij behorende

  • k. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken, e.d.;
  • l. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, e.d.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;
  • b. De gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij een hoofdgebouw mag:
    • 1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m2, niet meer dan 75 m2 bedragen;
    • 2. op bouwpercelen met een oppervlakte van 500 m2 tot 1000 m2, niet meer dan 100 m2bedragen;
    • 3. op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 1000 m2, niet meer dan 150 m2bedragen.
7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak ' worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van een hoofdgebouw dient in de voorgevel-bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
7.2.3 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen, overkappingen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
  • c. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen, overkappingen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • d. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • f. de afstand van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de onbebouwde zijdelingse bouwperceelgrens mag:
    • 1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 300 m2 0 m bedragen;
    • 2. op bouwpercelen met een oppervlakte vanaf 300 m2 niet minder dan 1 m bedragen.
7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gerealiseerd;
  • b. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen.
7.3 Afwijken van bouwregels
7.3.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 7.2.2 onder c, in die zin dat de goothoogte aan de achterzijde van het hoofdgebouw kan worden verhoogd met ten hoogste 2 m, ten behoeve van de realisering van een dakopbouw;
  • b. artikel 7.2.3 onder a, in die zin dat een erker of ander ondergeschikt bouwdeel zoals entreepartij of balkon aan een op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw kan worden gebouwd, mits:
    • 1. de diepte niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning, bedraagt;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 6 m2 bedraagt;
    • 4. de breedte niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 5. de afstand tot de openbare ruimte niet minder dan 2,5 m bedraagt.
  • c. artikel 7.2.3 onder a, in die zin dat een overkapping kan worden gebouwd op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt;
  • d. artikel 7.2.3 onder f, in die zin dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens kan worden verkleind tot 0 m;
7.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bijgebouwen bij woningen ten behoeve van bewoning.

7.5 Afwijken van gebruiksregels
7.5.1 Bevoegdheid

Met een omgevingsvergunning kan worden toegestaan dat gronden kunnen worden gebruikt ten behoeve van zorgwoningen.

7.5.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.