direct naar inhoud van 5.5 Watertoets
Plan: Bestemmingsplan Wensink-Noord, herziening Stationsstraat 72
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpWNhz001-ow03

5.5 Watertoets

5.5.1 Inleiding

Een watertoets maakt duidelijk op welke wijze bij de ontwikkeling van een gebied rekening kan worden gehouden met de gebiedsspecifieke waterhuishouding en de daarvoor gestelde criteria en aandachtspunten. De meerwaarde van een watertoets is dat vroegtijdig systematisch aandacht is voor het meewegen van wateraspecten in de ruimtelijke plannen en besluiten. De gemeente Borne is verantwoordelijk voor de stedelijk oppervlaktewateren. Het beleid is verwoord in het gemeentelijk rioleringsplan 2011 – 2016.

De gemeente Borne heeft net als veel andere gemeenten steeds vaker (Klimaatverandering) last van ‘natte voeten’ door piekbelasting van hemelwater. De maatregelen bij herontwikkeling in bestaand stedelijk gebied betreffen het vergroten van de bergende inhoud van de riolering (o.a. bergbezinkbassins), afkoppeling van afvoerend oppervlak (hemelwater scheiden van afvalwater) en verbetering/optimalisatie van de afvoercapaciteit. In- en uitbreidingen mogen niet leiden tot een toename van de vuilemissie en ook niet tot het vergroten van de kans van water-op-straat. Om beide doelstellingen te bereiken worden alle nieuwbouwprojecten het afvalwater en hemelwatergescheiden gehouden. Hier is dus geen sprake van afkoppelen, maar bewust ‘niet-aankoppelen’ van verhard oppervlak (lees: hemelwater) op een gemengd rioleringssysteem. Per locatie wordt gekeken op welke wijze het hemelwater het best kan worden verwerkt, zodanig dat aan alle doelstellingen wordt voldaan. Uitgangspunt is hydrologisch neutraal bouwen, hetgeen wil zeggen dat de waterhuishoudkundige situatie na de bouw niet afwijkt van voor de bouw. Het hemelwater wordt bij voorkeur geïnfiltreerd (vastgehouden), maar dat is gezien de ondergrond in Borne niet overal mogelijk. Om deze reden wordt het hemelwater vertraagd afgevoerd naar het oppervlaktewater.

5.5.2 Onderzoek

Het plan bevindt zich in bestaand stedelijk en bebouwd gebied. Het bebouwd oppervlak van de onderzoekslocatie is nu al vrij hoog. Het percentage extra verhard oppervlak is beperkt. Het verlagen van het percentage verhard oppervlak is gezien de voorgestelde compacte bouw niet mogelijk. In het gebied zelf is weinig tot geen ruimte voor open water. Er zal gekeken moeten worden naar de specifieke mogelijkheden voor het opvangen van water, retentie en infiltratie. Bij kleinere stedelijke projecten kan de oplossing liggen in de koppeling met andere projecten in de omgeving. Indien infiltratie of afwateren niet mogelijk is, dan zal gekeken moeten worden naar het tijdelijk vasthouden/ bufferen van hemelwater om de piekbelasting te reguleren. In de directe omgeving is deze mogelijkheid er wel. De afkoppelingskansenkaart Borne (2006) geeft aan dat afkoppeling in dit gebied zeer eenvoudig is en dat er binnen het zuidelijk gelegen gebied goede infiltratiemogelijkheden zijn.

5.5.3 Beoordeling en conclusie

Er zijn vanuit water geen restricties voor stedelijke ontwikkeling. Het afvalwater en hemelwater zullen gescheiden moeten worden en de kansen voor infiltratie en vasthouden van water zullen moeten worden verkend. Er is een digitale watertoets gedaan, de uitkomst hiervan is dat er een normale procedure wordt gevolgd.