direct naar inhoud van 5.6 Flora en fauna en de natuurbeschermingswet (Natura 2000)
Plan: Bestemmingsplan Wensink-Noord, herziening Stationsstraat 72
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpWNhz001-ow03

5.6 Flora en fauna en de natuurbeschermingswet (Natura 2000)

5.6.1 Inleiding

Bij ruimtelijke ingrepen zoals de sloop van bestaande bebouwing en realisatie van gebouwen, moet wettelijk gezien rekening worden gehouden met de aanwezige natuurwaarden. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in gebiedsbescherming (Natuurbeschermingswet) en soortbescherming (Flora en faunawet). Het onderzoek naar de natuurwaarden dient enerzijds aan te geven of deze waarden er zijn en anderzijds of de nieuwe ontwikkeling de aanwezige natuurwaarden aantast.

5.6.2 Onderzoek

Het plan zal bijna geheel worden gerealiseerd binnen de contouren van de bestaande bebouwing. Naar verwachting zullen wel enkele bomen gekapt moeten worden. Er is zover bekend nog geen flora- en faunaonderzoek uitgevoerd naar de noodzaak en mogelijkheden voor gebied- en soortenbescherming. Er is een quick-scan uitgevoerd bij de Gegevensautoriteit Natuur (GAN). Hieruit komen geen gegevens die soortbescherming noodzakelijk achten. Een aanvullend sporenonderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen duidt niet op mogelijke aanwezigheid.

Natuurbeschermingswet

De locatie maakt geen onderdeel uit van een ecologische hoofdstructuur (EHS) of een om zijn natuurwaarde te beschermen gebied zoals Natura 2000. Zo maakt de locatie geen onderdeel uit van een EHS-verwevingsgebied of EHSverbindingszone. De afstand tot de EHS is zeer groot. Verder blijkt het gebied geen weidevogelgebied, ganzenfourageergebied, botanisch waardevol grasland of akkerbouwgebied. Ook rust op het gebied geen andere vormen van natuurbescherming of beheersdoelstellingen. Ingrepen in het gebied leiden dan ook niet tot aantasting van een waarden die van rechtswegen zijn beschermd.

Flora en faunawet

De Flora en faunawet richt zich op de binnen het gebied voorkomende beschermde soorten. Binnen het gebied bevinden zich verschillende bomen en coniferen. De bebouwing bestaat uit één laag zonder kap. Voor het overige is het terrein ingericht voor parkeren, ontsluiting en tuin. Het is mogelijk dat in de bomen en coniferen (tijdelijke) nestmogelijkheden zijn voor vogels. De bestaande bebouwing heeft weinig mogelijkheden voor vestiging van vogels en zoogdieren zoals vleermuizen. Aanwezigheid kan zo goed als uitgesloten worden geacht.

Gemeentelijke verordening

De gemeente Borne heeft in een bomenverordening hun beleid en regiem verwoord ten aanzien van het beschermen van bomen. Daarnaast wordt gesproken over ‘behoudenswaardige groenvlakken’. De bescherming van deze bomen en groenvlakken is niet primair gericht op flora en fauna, maar hebben betrekking op verschillende waarden o.a. cultuurhistorie, landschap, beleving en natuur.

Er is binnen het plangebied een lindeboom (1x Tilia Vulgaris) met de status ‘bijzondere boom’ (Bomenverordening Borne 2010). Het kappen van deze boom is gebonden aan een bijzondere vergunningplicht. Deze vergunningplicht betekent een ‘nee-tenzij’. Alleen wanneer het totale bomenbeeld verbetert, c.q. meer dan slechts gecompenseerd wordt, mag de lindeboom gekapt worden. Uit overleg met de gemeente Borne is gekomen dat de lindeboom eventueel gekapt mag worden, mits er elders extra groen gerealiseerd wordt. Bij behoud van de bomen zal rekening moeten worden gehouden met een zekere afstand ten opzichte van de boom. Zo is bekend dat rondom de kroon 2 meter ruimte vrij moet blijven. Verdieping en overleg met de gemeente is noodzakelijk.

5.6.3 Beoordeling en conclusie

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van gebied waarvoor een wettelijke gebiedsbescherming geldt. De verwachtingswaarde voor de aanwezigheid van beschermde planten- en dierensoorten is laag.

Eén van de aanwezige bomen heeft een bijzondere status, zie bovenstaande tekstdeel. Gekeken zal moeten worden of de boom ingepast kan worden, dan wel zodanig gecompenseerd wordt dat het bomenbeeld versterkt wordt. Daarbij moet rekening worden gehouden met de eisen zoals deze zijn opgenomen in de Bomenverordening Borne 2010.

De bomen die geen bijzondere status hebben, zullen waarschijnlijk moeten worden gekapt. In het plan is ruimte gereserveerd om herplant en eventueel verplant mogelijk te maken. De bomen op de nieuwe locatie krijgen voldoende ruimte voor de wortels en de kroon. De huidige bomen hebben niet allemaal evenveel ruimte.

Ook zal gekeken moeten worden naar de consequenties van het zogenoemde ‘behoudenswaardige groenvlak’ voor de gewenste ontwikkeling. Mocht deze verstoord worden, dan wordt er aan de zijkant van het gebouw een nieuw hoogwaardig groenvlak aangelegd.