direct naar inhoud van 4.3 Archeologie
Plan: Buitengebied, herziening Erve Hemmelhorst
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0147.BpBGhz003-ow01

4.3 Archeologie

4.3.1 Archeologie

In 1992 is op Malta het Europees verdrag gesloten over het cultureel erfgoed in de bodem, het Verdrag van Valetta genoemd. Doel: bij ruimtelijke plannen meer en beter rekening houden met de archeologische waarden die zich in de bodem bevinden. Het verdrag van Malta is vertaald in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. De wet is op 1 september 2007 in werking getreden.

In opdracht van de gemeente Borne is door RAAP voor het gehele plangebied een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd (RAAP notitie 3163, d.d. 29 mei 2009, bijlage 3). Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachting en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten.

Bureauonderzoek wijst uit dat het plangebied landschappelijk gezien in een zone met
dekzandafzettingen ligt. Het grootste deel bestaat uit beekdalen en overspoelde dekzandvlakten. Ter hoogte van het erf komen dekzandwelvingen voor. Er geldt een middelmatige archeologische verwachting voor de periode Mesolithicum tot en met de Nieuwe tijd voor de in het plangebied voorkomende dekzandwelvingen. Voor de in het plangebied voorkomende overspoelde dekzanden geldt een lage archeologische verwachting voor alle perioden. Voor de beekdalen geldt deze verwachting ook; de enige uitzondering is dat er in beekdalen een verhoogde kans geldt op het voorkomen van watergerelateerde objecten en depot/afval vondsten.

Tijdens het veldonderzoek zijn 68 boringen verricht in een grid van 50 bij 40 meter in noord-zuid georiƫnteerde raaien. Zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0147.BpBGhz003-ow01_0010.jpg"

Op basis van de resultaten van het veldonderzoek kunnen de resultaten van het bureauonderzoek verfijnd worden. Het algemene beeld van het bureauonderzoek komt goed overeen met de resultaten van het veldonderzoek. Op enkele plaatsen kan de begrenzing van de dekzandruggen en overspoelde dekzandvlakten iets uitgebreid worden. Daarnaast is in een tiental boringen een geulvulling aangetroffen. De in het plangebied aanwezige onverspoelde dekzandwelvingen en -vlakten kenmerken zich in het algemeen door ijzerrijk, licht siltig zand. Bodemhorizonten zijn echter niet aangetroffen. Door het ontbrekende van een afdekkende laag (zoals een cultuurdek) is door bodembewerking de gehele bodem tot in de C-horizont verstoord. Dit kenmerkt zich in de boringen door een abrupte overgang van de humeuze bouwvoor naar ijzerrijk, lichtgrijs zand. Tijdens het veldonderzoek (booronderzoek en oppervlakte kartering) zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.

Op basis van bovenstaande bevindingen en de voorgenomen bodemingrepen kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen vermoedelijk geen archeologische waarden zullen worden verstoord. In het plangebied wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen.

De resultaten en conclusie van het onderzoek zijn voorgelegd aan het Oversticht. Het gebied is vrijgegeven.