direct naar inhoud van Artikel 6 Leiding - Water
Plan: Lateraalkanaal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00081-0601

Artikel 6 Leiding - Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, instandhouding enbescherming van een hoofdwatertransportleiding.

6.2 Bouwregels

Binnen de in artikel 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden opgericht, die ten dienste staan van de primaire bestemming met een bouwhoogte van maximaal 3 m.

6.3 Afwijking van de bouwregels
6.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikelĀ 6.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:

ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

6.3.2

Alvorens een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 6.3.1 wordt verleend, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.

6.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
6.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikelĀ 6.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of op enige andere wijze ingraven c.q. indrijven van voorwerpen;
  • c. het ontginnen, ontgronden, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren;
  • d. het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • e. het aanleggen van wegen, paden en parkeergelegenheden dan wel het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • f. het graven van sloten en het leggen van drainageleidingen.
6.4.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de hoofdwatertransportleiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

6.4.3

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

6.4.4

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.