direct naar inhoud van Artikel 5 Leiding - Gas
Plan: Lateraalkanaal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00081-0601

Artikel 5 Leiding - Gas

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. een ondergrondse gasleiding ter plaatse van de aanduiding hartlijn leiding - gas;
  • b. het beheer en onderhoud van de leiding;
  • c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.1.2

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 en 4) zijn op de in artikel 5.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

5.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 en 4)mag:

  • a. binnen een afstand van 5 m aan weerszijden van de gasleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd;
  • b. op de overige binnen de zone gelegen gronden geen nieuw bouwwerk ten behoeve van kwetsbare objecten worden gebouwd.
5.3 Afwijking van de bouwregels
5.3.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 onder a en/of b en 5.1.2 voor het toestaan van kwetsbare objecten en van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van deze objecten, mits:

  • a. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;
  • b. advies is verkregen van de leidingbeheerder.
5.3.2

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 onder a voor het toestaan van de het bouwen van bouwwerken anders dan ten behoeve van kwetsbare objecten, mits:

  • a. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;
  • b. advies is verkregen van de leidingbeheerder.
5.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden 
5.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 5.2 onder a bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of op enige andere wijze ingraven c.q. indrijven van voorwerpen;
  • c. het ontginnen, ontgronden, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren;
  • d. het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • e. het aanleggen van wegen, paden en parkeergelegenheden dan wel het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • f. het graven van sloten en het leggen van drainageleidingen.
5.4.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

5.4.3

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1 wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

5.4.4

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.