direct naar inhoud van 3.2 Besluit Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
Plan: Meppel - herziening Buitengebied (reparatie)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0119.repbuitengebied-BPC1

3.2 Besluit Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State

Door 5 appellanten is beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS). Op 28 december 2011 heeft ABRS uitspraak gedaan. De uitspraak van ABRS is opgenomen in Bijlage 5.

Een deel van de beroepen (2 stuks) is ongegrond verklaard. Het bestemmingsplan is in deze gevallen onherroepelijk geworden.

Een deel van de beroepen (3 stuks) is gegrond verklaard. In deze gevallen is goedkeuring onthouden door ABRS. Deze gevallen worden met het voorliggende bestemmingsplan hersteld. Deze gevallen worden hierna behandeld.

3.2.1 Kolderveen 4

Voor het perceel Kolderveen 4 is een beroep ingesteld bij ABRS. In het beroep stelt appellant dat ten onrechte goedkeuring is verleend voor zover daarin aan de (apotheekhoudende) huisartsenpraktijk op het perceel Kolderveen 4 te Nijeveen de bestemming "Wonen" is toegekend en niet de bestemming "Maatschappelijk". Ook stelt appellant dat de bestemming "Wonen" leidt tot een belemmering in de uitbreiding dan wel nieuwbouw van de huisartsenpraktijk, omdat de uitoefening van de praktijk in de huidige omvang al onvoldoende is.

ABRS heeft geconstateerd dat indertijd bouwvergunning is verleend voor de her- en verbouw van het pand Kolderveen 4 tot een woning met huisartsenpraktijk en is geconcludeerd dat het huidige gebruik niet als zodanig is bestemd.

Tevens heeft ABRS geconstateerd dat de 30%-norm voor de gebruiksoppervlakte van het aan-huis-gebonden beroep wordt overschreden en dat niet aannemelijk is geworden dat dit gebruik zal worden beƫindigd binnen de planperiode.

Daarnaast heeft ABRS geconstateerd dat door de gemeenteraad niet inzichtelijk is gemaakt dat met een beroep op het gelijkheidsbeginsel - gelet op het perceel Kolderveense Bovenboer 29 - geen uitzondering kan worden gemaakt op het beleid aangaande functioneel niet aan het buitengebied gebonden functies.

Geconcludeerd kan worden dat ABRS stelt dat voor Kolderveen 4 - en analoog aan de benadering voor Kolderveense Bovenboer 29 - had kunnen worden gekozen voor een bestemming tot vastlegging van het huidig gebruik (huisartsenpraktijk) en een daarbij behorende (bedrijfs)woning. In dat geval had de keuze van de bestemming "Maatschappelijk" voor de hand gelegen. Deze bestemming (met een aanduiding voor gezondheidszorg) sluit overigens ook aan bij de bestemming die is vastgelegd voor het andere deel van het gezondheidscentrum/huisartsenpraktijk gevestigd op perceel Kolderveen 3. In het bestemmingsplan "Nijeveen" (vastgesteld door de gemeenteraad op 3 september 2009) is voor dat perceel gekozen voor de bestemming "Gemengd - Maatschappelijk en Sport" en gebruiksmogelijkheden voor maatschappelijke voorzieningen, waaronder ook gezondheidszorg wordt begrepen.

Indachtig de uitspraak van ABRS lijkt een planregeling met de bestemming "Maatschappelijk" en een aanduiding voor gezondheidszorg het meest voor de hand liggend.

Gelet op de indertijd kenbaar gemaakte bezwaren van belanghebbende wordt verwacht dat belanghebbende zich in een dergelijke regeling kan vinden.

3.2.2 Schiphorsterweg 12

Voor het perceel Schiphorsterweg 12 te Schiphorst heeft appellant een beroep ingesteld bij ABRS. In het beroep wordt gesteld dat ten onrechte goedkeuring is verleend aan de monumentale boerderij op het perceel Schiphorsterweg 12, voor zover aan het agrarisch bedrijf de bestemming "Wonen" is toegekend en niet de bestemming een agrarische bestemming. Appellant stelt dat op de boerderij met landerijen agrarische activiteiten plaatsvinden, waaronder veehouderij en akkerbouw.

ABRS heeft geconstateerd dat, de door de gemeente in 2004 uitgevoerde inventarisatie van het buitengebied van de gemeente Meppel, onvoldoende was om de aard en de omvang van de ter plaatse verrichte activiteiten vast te stellen en om te concluderen dat er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden.

Ook heeft ABRS vastgelegd dat ter zitting is gemeld dat agrarische bedrijfsactiviteiten door loonbedrijven worden uitgevoerd.

Tevens heeft ABRS vastgelegd dat ter zitting de raad het feitelijk gebruik niet heeft bestreden.

Met betrekking tot het niet aanwezig zijn van een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, heeft ABRS gesteld dat daaraan geen doorslaggevende betekenis toekomt aangezien landbouwbedrijven niet noodzakelijkerwijs vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

Uit aanvullend onderzoek is gebleken dat voor het perceel en de agrarische bedrijfsvoering geen milieuvergunning van kracht is. Ook is gebleken dat het woonperceel deel uitmaakt van een groot kadastraal perceel en dat buiten het woonperceel sprake is van agrarische bedrijfsactiviteiten in de vorm van het telen van gewassen en niet van het houden van dieren.

In het kader van het voorliggende bestemmingsplan - indachtig de uitspraak van de ABRS - is het voor de hand liggend om het perceel Schiphorsterweg 12 te bestemmen overeenkomstig de andere in het bestemmingsplan "Buitengebied" voorkomende agrarische bouwpercelen. In dit geval is de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden (AL)" met een bouwvlak relevant. Voor de goede orde wordt vermeld dat voor het rijksmonument wederom een aanduiding zal worden opgenomen.

Met toekenning van een dergelijke bestemming wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren die belanghebbende indertijd kenbaar heeft gemaakt.

3.2.3 Kolderveense Bovenboer 36

Voor het perceel Kolderveense Bovenboer 36 te Nijeveen is door appellant een beroep ingesteld bij ABRS. Gesteld wordt dat ten onrechte goedkeuring is verleend aan de monumentale boerderij op het perceel Kolderveense Bovenboer 36, voor zover aan het agrarisch bedrijf de bestemming "Wonen" is toegekend en niet de bestemming "Agrarisch". Appellant stelt dat op de boerderij met landerijen agrarische activiteiten plaatsvinden, waaronder veehouderij en akkerbouw.

ABRS heeft geconstateerd dat, de door de gemeente in 2004 uitgevoerde inventarisatie van het buitengebied van de gemeente Meppel, onvoldoende was om de aard en de omvang van de ter plaatse verrichte activiteiten vast te stellen en om te concluderen dat er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden.

Ook heeft ABRS vastgelegd dat ter zitting is gemeld dat agrarische bedrijfsactiviteiten door loonbedrijven worden uitgevoerd.

Tevens heeft ABRS vastgelegd dat ter zitting de raad het feitelijk gebruik niet heeft bestreden.

Met betrekking tot het niet aanwezig zijn van een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, heeft ABRS gesteld dat daaraan geen doorslaggevende betekenis toekomt aangezien landbouwbedrijven niet noodzakelijkerwijs vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

Uit aanvullend onderzoek is gebleken dat voor het perceel en de agrarische bedrijfsvoering geen milieuvergunning van kracht is. Ook blijkt dat het woonperceel deel uitmaakt van een groot kadastraal perceel en dat buiten het woonperceel sprake is van agrarische bedrijfsactiviteiten in de vorm van het telen van gewassen en niet van het houden van dieren.

Voor het voorliggende bestemmingsplan - gelet de uitspraak van de ABRS - is het voor de hand liggend om het perceel Kolderveense Bovenboer 36 te bestemmen overeenkomstig de andere in het bestemmingsplan "Buitengebied" voorkomende agrarische bouwpercelen. In dit geval is de bestemming "Agrarisch met waarden - Cultuurhistorische waarden (AC)" met een bouwvlak relevant. Voor de goede orde wordt vermeld dat voor het rijksmonument wederom een aanduiding zal worden opgenomen.

Met toekenning van een dergelijke bestemming wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren die belanghebbende indertijd kenbaar heeft gemaakt.