direct naar inhoud van 2.2 Perceelsgebonden functies
vastgesteld
NL.IMRO.0119.bedrijventerreinen-BVC1

2.2 Perceelsgebonden functies

Het verordeningsgebied is al jaren hoofdzakelijk in gebruik als bedrijventerrein. De functionele mogelijkheden uit de (voorheen) geldende bestemmingsplannen waren daar dan ook op gericht. Een beschrijving van de aanwezige functies en mogelijkheden daarin is weergegeven in deze paragraaf.

2.2.1 Bedrijven

Het verordeningsgebied is een gezoneerd bedrijventerrein, de terreinen binnen het verordeningsgebied vallen daar binnen. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van de grotere lawaaimakers op de terreinen. In het verordeningsgebied zijn dit bedrijven in de categorieen 3.2 tot en met 5. De grotere lawaaimakers bevinden zich verspreid over het verordeningsgebied. Een voorbeeld van een grote lawaaimaker in het verordeningsgebied is een scheepswerf. Maar ook bedrijven met lagere milieucategorieën zijn te vinden in het verordeningsgebied. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om aannemersbedrijven. Deze bedrijven dragen niet bij aan de geluidzonering van de terreinen. Ook deze bedrijven zijn verspreid over het gebied te vinden.

In de bestemmingsplannen die voorheen golden voor het verordeningsgebied is rekening gehouden met een zonering van de bedrijventerreinen. Op de terreinen dichter bij de woonwijken, bijvoorbeeld richting Haveltermade, zijn minder hoge milieucategorieën toegestaan dan op de terreinen verder van woonwijken af. De regeling hiervoor blijft gehandhaaft, ook in verband met de vastgelegde geluidzone.

Risicovolle bedrijven zijn op enkele plaatsen op het bedrijvenpark aanwezig. Deze worden verder beschreven in de paragraaf 3.2.3.

2.2.2 Bedrijfswoningen

Op verschillende plaatsen zijn op het bedrijventerrein bedrijfswoningen aanwezig. Een deel van de woningen is gebouwd als bedrijfswoning en functioneert als dusdanig. Daarnaast zijn gewone woningen aanwezig, die in het verleden zijn wegbestemd en onder het overgangsrecht zijn gebracht. Het gebruik voor wonen is daarmee dus niet illegaal. Het overgangsrecht blijft met de beheersverordening grotendeels in stand. Een laatste deel van de bedrijfswoningen wordt niet voor dat doel gebruikt, maar is een gewone woning of heeft een andere functie ten behoeve van het bedrijf. Met het vaststellen van de beheersverordening worden eventuele illegale situaties niet gelegaliseerd. Door middel van handhaving wordt het niet wenselijk gebruik beeindigd.

De bij recht mogelijk gemaakte bedrijfswoningen blijven gehandhaaft. Eventueel aanwezige illegale bedrijfswoningen worden door deze beheersverordening niet gelegaliseerd. Voor illegale situaties is in de regels van de beheersverordening een regeling opgenomen.

2.2.3 Detail- en groothandel

Het bedrijvenpark kent op enkele plaatsen detail- en groothandelsbedrijven. Bij de detailhandel gaat het om verschillende vormen van perifere detailhandel. Voorbeelden van detailhandelsvestigingen zijn autohandels. Groothandel vindt bijvoorbeeld plaats in de vorm van de verkoop van bouwmaterialen. De regeling met betrekking tot detail- en groothandel wijzigt niet ten opzichte van de eerder daarover vastgelegde regelingen.

2.2.4 Horeca

In het verordeningsgebied zijn geen zelfstandige horecavoorzieningen aanwezig. Wel is sprake van de kantines bij bedrijven of andere functies. Deze zijn voorheen niet officieel als horeca bestemd. De mogelijkheden met betrekking tot horeca binnen het verordeningsgebied wijzigen daarom niet ten opzichte van wat eerder mogelijk is gemaakt.