direct naar inhoud van 5.8 Externe veiligheid
Plan: Stationsgebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128026001-VG01

5.8 Externe veiligheid

Het aspect Externe Veiligheid heeft te maken met de gevolgen van ongevallen met gevaarlijke stoffen en de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Verder kunnen de veiligheidsrisico's worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en in risico's veroorzaakt vanwege het transport (weg, spoor, water, buisleidingen) van gevaarlijke stoffen. Conform het nationale veiligheidsbeleid en de Visie Externe Veiligheid van de gemeente Hoogeveen is onderzoek verricht naar de veiligheidssituatie rondom het plangebied. Dit onderzoek bestaat uit het in beeld brengen van alle relevante risicofactoren met de bijbehorende risico's alsmede het vaststellen van de invloed hiervan op het plangebied. Voor het volledig advies wordt verwezen naar het rapport 'Bestemmingsplan Stationsgebied, externe veiligheid' van 26 april 2012 Bijlage 5 Externe veilgheid - deel 1, Bijlage 6 Externe veiligheid - deel 2, Bijlage 7 Externe veiligheid - deel 3, Bijlage 8 Externe veiligheid - deel 4 en Bijlage 9 Externe veiligheid - deel 5.

In afbeelding 7 zijn de verschillende risicobronnen met bijbehorende veiligheidscontouren weergegeven in het plangebied. Het plangebied ligt in het aandachtsgebied (200 m) van de spoorlijn Groningen - Zwolle. Via deze spoorlijnverbinding worden gevaarlijke stoffen getransporteerd.
Verder ligt een gedeelte van het invloedsgebied van het LPG-tankstation aan de Van Limburg Stirumstraat over het zuidoostelijk deel van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20128026001-VG01_0008.jpg"

Afbeelding 7: Signaleringskaart risicobronnen

Stationaire bronnen
In het plangebied liggen geen risicovolle bedrijven. Wel ligt net ten zuidoosten van het plangebied een LPG-tankstation die invloed heeft op het plangebied.

Plaatsgebonden risico
Als gevolg van het LPG-tankstation Texaco aan de Van Limburg Stirumstraat moet aan het plaatsgebonden risico worden getoetst. De afstanden voor de plaatsgebonden risico (PR10-6)-contour zijn afhankelijk van de doorzet van LPG per jaar. De doorzet van dit tankstation is in de omgevingsvergunning vastgelegd op maximaal 500 m3 LPG per jaar.

Voor het LPG-tankstation gelden de volgende afstanden:

Type inrichting   afstand vanaf LPG-vulpunt   afstand vanaf LPG-reservoir   afstand vanaf LPG-aflerzuil  
LPG-tankstation met een maximale doorzet van 500 m3/jaar
(bestaande situatie)  
25 m   25 m   15 m  
LPG-tankstation met een maximale doorzet van 1000 m3/jaar
(nieuwe situatie)  
45 m   25 m   15 m  


In principe moet een actualisatie van een bestemmingsplan als een nieuwe situatie worden aangemerkt. In dat geval bedraagt de afstand voor de plaatsgebonden risico (PR10-6)-contour
45 meter vanaf het LPG-vulpunt. Binnen deze afstand ligt een aantal kwetsbare objecten, waardoor de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico wordt overschreden. Dit zou in principe een saneringssituatie opleveren. De wetgever heeft dit niet als zodanig bedoeld en heeft aangegeven dat dit niet als een saneringsgeval mag worden aangemerkt, mits binnen de contouren geldend voor de bestaande situatie geen overschrijding van de grenswaarde plaatsvindt. In verband hiermee is voor de toetsing aan het plaatsgebonden risico de bestaande situatie als uitgangspunt gekozen.

De plaatsgebonden risico (PR10-6)-contouren liggen in het laatste geval niet binnen het plangebied. Er wordt dus voldaan aan de grens- en richtwaarde voor het plaatsgebonden risico. Dit vormt geen belemmering voor de actualisatie van het bestemmingsplan.


Groeprisico
In het gedeelte van het invloedsgebied van het LPG-tankstation dat binnen het plangebied ligt, dient het groepsrisico verantwoord te worden. Hierbij wordt in ieder geval betrokken de hoogte van het groepsrisico, de zelfredzaamheid van personen, de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van een calamiteit.

Het LPG-tankstation ligt in een woonwijk met grondgebonden woningbouw. Verder zijn enkele bedrijven, kantoren en een school aanwezig in de omgeving van het tankstation.

Voor het tankstation is een omgevingsvergunning verleend waarin de doorzet van LPG is gelimiteerd op een doorzet van 500 m3/jaar. In de omgevingsvergunning is ook een voorschrift opgenomen dat de bevoorrading van LPG alleen in de dagperiode mag plaatsvinden in verband met de woonomgeving. Gedurende de dagperiode bedraagt de bezetting in een woonwijk slechts 50% van de totale bevolking in die woonwijk.

Het groepsrisico is berekend met het programma Safeti-NL. Uit de berekening is gebleken dat de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. Het groepsrisico wordt met name bepaald door de LPG-tankwagen ter plaatse van het vulpunt tijdens de bevoorrading in de dagperiode. In de nachtperiode wordt het groepsrisico uitsluitend bepaald door de ligging van het LPG-reservoir.

Kwantitatief gezien vormt het groepsrisico geen belemmering voor het plan. Voor de kwalitatieve beoordeling van het groepsrisico is de Hulpverleningsdienst Drenthe (HVD) in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen.

Transportroutes voor gevaarlijke stoffen
Het plangebied grenst aan de westzijde aan het spoor, een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Voor het transport van gevaarlijke stoffen wordt het toetsingskader gevormd door de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De categorieën gevaarlijke stoffen die via het spoor worden getransporteerd en de hoeveelheid transporten zijn gebaseerd op de bijlage van het Basisnet Spoor.

In het overzicht hieronder wordt aangegeven welke transporten van gevaarlijke stoffen er jaarlijks via het spoor plaatsvinden:

Soort stof   Transporten   Max. effectafstand letaal   Scenario  
Brandbare gassen   1430   315 m   Bleve  
Toxische gassen   910   970 m   Uitstroming gat  
Brandbare vloeistoffen   5620   25 m x 17 (lxb)   Plasbrand  
Toxische vloeistoffen   1110   375 m   Plasverdamping  
Zeer toxische vloeistoffen   180   4900 m   Plasverdamping  


Plaatsgebonden risico
De plaatsgebonden risico (PR10-6)-contour ligt binnen het spoorvak en heeft geen invloed op het plangebied. Er wordt dus voldaan aan de grens- en richtwaarde voor het plaatsgebonden risico. Dit vormt dan ook geen belemmering voor de herziening van het bestemmingsplan.

Groepsrisico
Binnen het aandachtsgebied (200 m) van het spoor liggen hoofdzakelijk woningen en kantoren. Verder is een wijzigingsgebied opgenomen waar wijziging naar woon-werkkavels en kantoren mogelijk wordt gemaakt. Het groepsrisico uitgaande van alleen kantoren is berekend met het programma RBMII. Hieruit is gebleken dat de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. De toename in de personendichtheid als gevolg van de wijzigingsbevoegdheid heeft geen belangrijk effect op de hoogte van het groepsrisico.

Als wordt uitgegaan van alleen woon-werkavels dan is sprake van een geringe toename van het groepsrisico ten opzichte van alleen kantoren, maar de oriëntatiewaarde wordt ook in dit geval nog steeds niet overschreden.

Kwantitatief gezien vormt het groepsrisico geen belemmering voor het plan. Voor de kwalitatieve beoordeling van het groepsrisico is de Hulpverleningsdienst Drenthe (HVD) in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen.

HVD-advies
Op 29 oktober 2012 heeft de HVD als wettelijk adviseur, inzake de verantwoording van het groepsrisico, een advies (kenmerk: U120098) uitgebracht. Het volledig advies is opgenomen in Bijlage 10 Advies HVD. Dit advies is tezamen met de kwantitatieve analyse betrokken bij de bestuurlijke afweging van de verantwoording van het groepsrisico.

De HVD gaat met name in op de aspecten zelfredzaamheid van personen in het plangebied, de bereikbaarheid van de locatie en de bestrijdbaarheid van de effecten van een calamiteit.

Bij een incident op het spoor of bij het tankstation kunnen de volgende scenario's optreden:
- een BLEVE (een grote vuurbal als gevolg van het onsteken van de inhoud van een tank als gevolg van overdrukeffecten) als gevolg van een brand;
- een plasbrand. Een plasbrand kan zich in korte tijd ontwikkelen;
- een toxische wolk.

Het is niet exact aan te geven hoeveel slachtoffers er vallen bij een incident op het spoor of bij het tankstation. Wel kan worden aangenomen dat er dodelijke slachtoffers zullen vallen en dat er een groot aantal zwaar gewonden zullen zijn binnen een straal van 140 meter rondom het incident.

Zelfredzaamheid
In het plangebied is sprake van grotendeels bestaande bebouwing. Bij realisatie van deze gebouwen is nog geen rekening gehouden met het aspect externe veiligheid. Dus er kan niet vanuit worden gegaan dat alle bestaande gebouwen in het plangebied voldoende voorzieningen hebben om te schuilen of dat optimale vluchtroutes aanwezig zijn.
In het plangebied ligt het Jannes van der Sleedenhuis. Hier verblijven personen met een verminderde tot geen zelfdredzaamheid. In het plangebied is een beperkt aantal locaties met de bestemming 'Maatschappelijk'. Deze bestemming maakt het mogelijk om groepen personen met een verminderde zelfredzaamheid te huisvesten.Toevoegen van een dergelijke bestemming in het plangebied is dan ook niet wenselijk.
Het plangebied wordt volledig gedekt door het WAS-systeem. De aanwezige personen kunnen via alarmering via het WAS-systeem in voldoende mate gewaarschuwd worden.

Bestrijdbaarheid
Als een BLEVE is opgetreden dan zal de beschikbaarheid van materieel in eerste instantie onvoldoende zijn en zal er moeten worden opgeschaald. Als een BLEVE dreigt te onstaan dan is er wel voldoende materieel aanwezig om een spoorwegketelwagon of tankwagen te koelen.
In het plangebied zijn voldoende ondergrondse brandkranen aanwezig, met uitzondering van de Griedtsveenweg. Hier is binnen een straal van 80 meter geen bluswater voorhanden.

Bereikbaarheid
De bereikbaarheid van het spoor is redelijk. De bereikbaarheid van de rest in het plangebied is goed met uitzondering van de Crerarstraat. Deze is ter hoogte van de overgang in de Griendtsveenweg afgesloten voor doorgaand verkeer. In dit geval zijn de objecten aan de Crerarstraat niet van twee zijden bereikbaar voor de hulpdiensten, terwijl dit zeer gewenst is, omdat er relatief veel objecten langs de Crerarstraat en in de nabijheid van het spoor liggen.

Maatregelen
De HVD adviseert om geen bestemming 'Wonen' of 'Maatschappelijk' mogelijk te maken in het wijzigingsgebied 'voormalig P+R-terrein' gezien de korte afstand tot het spoor.

Dit zou betekenen dat alleen een bestemming Kantoor in de wijzigingsbevoegdheid op het voormalig P+R terrein kan worden opgenomen. De HVD erkent ook dat er verschillende belangen een rol spelen in het gebied en dat het een gebied van groot belang is voor Hoogeveen gezien de bereikbaarheid.

Voor het wijzigingsgebied zal dan ook een bestemming 'Maatschappelijk 2' worden opgenomen. Dit betekent dat een huisartsenpraktijk, een fysiotherpapeut, en tandarts of een samenwerkingsverband van eerder genoemde beroepen wel mogelijk wordt gemaakt. Vormen van zorg waarbij sprake is van verminderde tot geen zelfredzaamheid en aanwezigheid in de nachtperiode van mensen die zorg nodig hebben, worden niet toegestaan. Reden hiervoor is dat bij een calamiteit op het spoor de laatstgenoemde groepen personen moeilijk op tijd te evacueren zijn, waardoor het aantal slachtoffers onnodig toe zou nemen.

In afwijking van het HVD-advies zal wel de bestemming Wonen worden opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid. In deze bestemming kunnen naast woningen ook woon-werkkavels gerealiseerd worden. Zoals de HVD al opmerkt is het een belangrijk knooppunt van Hoogeveen vanwege de goede bereikbaarheid en spelen hier verschillende belangen.

Bij de nieuwbouw in de nabijheid van het spoor dienen dan wel grote glasoppervlakken in de gevels die uitzicht bieden op het spoor te worden vermeden. Dit kan voorkomen dat er extra slachtoffers vallen als gevolg van rondvliegend glas.
Bij nieuwbouw vedient het verder de voorkeur om een ventilatiesysteem aan te brengen dat met één handeling is af te sluiten. Dit kan voorkomen dat lucht in een gebouw verontreinigd raakt.
Bij het crëeren van nooduitgangen moeten deze zoveel mogelijk van het spoor af gericht zijn om te voorkomen dat men in de richting van het incident vlucht.

Conclusie groepsrisico
Aangezien er geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde, de kans op een calamiteit laag is, er een bestemming 'Maatschappelijk 2' met zeer beperkte mogelijkheden op het gebied van zorg mogelijk wordt gemaakt in het gebied waarvoor een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, bij de bestemmingen Wonen, Maatschappelijk 2 en Kantoren bij de bouw van woningen, woon-werkkavels en kantoren rekening wordt gehouden met de voorgestelde maatregelen, de bereikbaarheid voor hulpdiensten relatief goed is evenals de bestrijdbaarheid, is het college van burgemeester en wethouders van mening dat er sprake is van een acceptabele situatie in het plangebied.

Buisleidingen
Er liggen geen buisleiding in of in de nabijheid van het plangebied. Een toetsing aan de regels uit het Besluit externe veiligheid buisleidingen is dan ook niet aan de orde.

Hoogspanningslijnen
In of in de nabijheid van het plangebied lopen geen hoogspanningslijnen. Er hoeft dan ook geen invulling te worden gegeven aan het advies van VROM 'Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen' (oktober 2005, aanvulling 2008).