direct naar inhoud van 5.7 Luchtkwaliteit
Plan: Fluitenberg, deelplan begraafplaats 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20128010004-VG01

5.7 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. De effecten van het plan dienen getoetst te worden aan de grenswaarden voor onder andere stikstofdioxide, stikstofoxiden, fijn stof, koolmonoxide, zwaveldioxide, benzeen en een aantal zware metalen die zijn opgenomen in bijlage 2 van de Wet milieubeheer.

Tegelijkertijd zijn ook het Besluit en de bijbehorende regeling 'niet in betekenende mate (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. Hierin zijn kwantitatieve grenzen opgenomen die bepalen of een project wel of niet aangemerkt wordt als een project die een significante bijdrage levert aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Projecten die 'niet in betekenende mate' (NIBM) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit.

De kritische parameters in Nederland zijn fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). De overige verontreinigende stoffen waaronder benzeen, lood, zwaveldioxide en koolmonoxide bevinden zich in Nederland ruim onder de grenswaarden. De verwachting is dat dit ook in de toekomst niet meer zal gebeuren waardoor berekening van die waarden niet relevant is.

Het verkeer en het crematorium zijn maatgevende bronnen die een eventueel significante bijdrage kunnen leveren aan de luchtkwaliteit. Met het programma ISL3a (versie 2012) is onderzocht of de emissie vanuit het crematorium kan voldoen aan de grenswaarden voor de meest kritische parameters NO2 en PM10. De invoergegevens en resultaten zijn opgenomen in (Bijlage 5 Luchtkwaliteit).

Voor de emissiegegevens van NO2 en PM10 is uitgegaan van gegevens die gebruikt zijn in een luchtkwaliteitsonderzoek voor een vergelijkbaar crematorium ('Luchtkwaliteitsonderzoek bestemmingsplan 'Sportpark Heihoef' te Oosterhout ,projectnr. 244492, d.d. 15 mei 2012). Aangezien de locatie van de schoorsteen nog niet bekend is, is deze op een drietal plaatsen gesitueerd op 100 meter afstand van de dichtstbijzijnde woning aan Fluitenbergseweg 30 in Fluitenberg.
Voor de emissieduur is uitgegaan van 819 crematies op jaarbasis. De installatie is 12 maanden, 6 dagen per week in werking. Dit betekent dat per dag de verbrandingsoven maximaal 7 uur in werking is.

Uit het onderzoek is gebleken dat de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 de grenswaarde van 40 µg/m3 niet overschrijden. In 2013 bedraagt de maximale jaargemiddelde concentratie NO2 19 µg/m3. De maximale jaargemiddelde concentratie PM10 bedraagt 20 µg/m3 in 2023.


De daggemiddelde grenswaarde van 50 µg/m3 voor PM10 mag ten hoogte 35 dagen overschreden worden op jaarbasis. Het aantal overschrijdingsdagen in 2013 bedraagt 8 dagen en ligt daarmee ruimschoots onder de grenswaarde.

In 2023 bedraagt de maximale jaargemiddelde concentratie NO2 14 µg/m3. De maximale jaargemiddelde concentratie PM10 bedraagt 18 µg/m3 in 2023.

De daggemiddelde grenswaarde van 50 µg/m3 voor PM10 mag ten hoogte 35 dagen overschreden worden op jaarbasis. Het aantal overschrijdingsdagen in 2023 bedraagt 7 dagen en ligt daarmee ruimschoots onder de grenswaarde.

De NIBM-tool is gebruikt om te bepalen of de verkeerbewegingen van en naar de begraafplaats /crematorium een significante bijdrage leveren aan de luchtverontreiniging. Deze rekentool is met name ontwikkeld voor kleinere plannen waarmee op een eenvoudige en snelle manier kan worden bepaald of er sprake is van een NIBM bijdrage.

De tool werkt met rekenregels die in lijn zijn met Standaardrekenmethode 1 (SRM1) uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. De tool kan daarmee worden ingezet voor alle situaties waarvoor SRM1 (oftewel CAR) van toepassing is. Bij de berekening van de concentratietoename worden de kenmerken van het verkeer, de straat en de omgeving zo gekozen dat een situatie ontstaat met een maximale luchtverontreiniging (worstcase).


In onderstaande tabel is de berekening met de NIBM-tool weergegeven, waarbij is uitgegaan van een toename van 268 verkeersbewegingen per dag als gevolg van het plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20128010004-VG01_0001.jpg"

Uit de berekening met de NIBM-tool blijkt dat de verkeersaantrekkende werking als gevolg van het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging.

Op grond van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het plan niet in strijd is met het gestelde in de Wet luchtkwaliteit.