direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108006003-OH01

5.3 Water

INLEIDING
In het kader van het voorliggende planvoornemen is ten aanzien van het onderwerp water contact gezocht met het Waterschap Reest en Wieden.
In hun advies d.d. 15 juni 2009 stellen zij dat voor dit bestemmingsplan de standaardwaterparagraaf van toepassing is op dit plan. In het navolgende komt deze aan bod. Het gehele advies van het waterschap en de invullijst watertoets zijn in de bijlage Invullijst watertoets en advies waterschap van dit plan opgenomen.

BELEID
Sinds 1 november 2003 is het verplicht ruimtelijke plannen te toetsen op water. Het doel van deze 'watertoets' is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen. De waterhuishouding bestaat uit de overheidszorg die zich richt op het op en in de bodem vrij aanwezige water, met het oog op de daarbij behorende belangen. Zowel het oppervlaktewater als het grondwater valt onder de zorg voor de waterhuishouding. Naast veiligheid en wateroverlast (waterkwantiteit) worden ook de gevolgen van het plan voor de waterkwaliteit en verdroging onderzocht. De belangrijkste beleidsdocumenten op het gebied van de waterhuishouding zijn de Vierde Nota Waterhuishouding, Anders omgaan met water: Waterbeleid 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn Water, Beleidslijn Ruimte voor de Rivier en de Nota Ruimte.

In het Nationaal Bestuursakkoord Water worden de gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd voor een integraal waterbeleid in de 21e eeuw. De verantwoordelijkheid voor de te treffen waterhuishoudkundige maatregelen gericht op vasthouden, bergen en afvoeren van water ligt bij het waterschap. Provincies en gemeenten zorgen voor een integrale afweging en leggen deze vast in provinciale beleidsplannen en streekplannen, respectievelijk structuur- en bestemmingsplannen. De provincie geeft richting aan ruimtelijke ontwikkeling door de gebieden te benadrukken die van nature het eerst onder water komen te staan bij hevige regenval of overstromingen. De provincie wil dat deze gebieden blijven gevrijwaard van kapitaalintensieve functies. In het bestuurlijke platform Vecht-Zwarte Water is een stroomgebiedsvisie opgesteld waarin onder andere de risico's op wateroverlast zijn omschreven. De Kaderrichtlijn Water omvat regelgeving ter bescherming van alle wateren door middel van het stellen van haalbare doelen die in 2015 worden bereikt. De kaderrichtlijn gaat daarbij uit van een benadering vanuit de stroomgebieden. De uitvoering van de kaderrichtlijn vraagt een grote inspanning van verschillende partijen op internationaal, nationaal en regionaal niveau.

Het waterschap zoekt naar duurzame oplossingen. Het waterschap wil dat het water zoveel mogelijk binnen een plangebied wordt vastgehouden en dat relatief schoon water ook relatief schoon blijft. Een toename van het verharde oppervlak in risicogebieden of beekdalen wordt gecompenseerd met extra waterberging. Regenwater dat op verharde oppervlaktes valt en schoon genoeg is, wordt zoveel mogelijk worden vastgehouden of geborgen. De laatste mogelijkheid is afvoeren via bestaande watergangen. Het beleid van het Waterschap Reest en Wieden is verwoord in het Waterbeheerplan 2002-2006. De ruimtelijke zonering van de provincie heeft het waterschap vertaald naar een eigen zonering met water als belangrijkste element. Het waterschap benadrukt in haar functiezonering de volgende aspecten: de hoogte van de waterpeilen en het gewenste grondwaterregime (GGOR), een optimale wateraanvoer en -afvoer (waterkwantiteit), de waterkwaliteit voor verschillende functies en de inpassing van water in het landschap.

WATERPARAGRAAF
W a t e r s y s t e e m
Het plan ligt in landelijk gebied en beslaat een oppervlakte van ongeveer 1.440 m². Het plan bevindt zich in het stroomgebied van de waterloop Oude Diep. De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) ligt op >40 cm onder het maaiveld.

W a t e r k e t e n ( r i o l e r i n g )
Het plan ligt in een gebied met een gescheiden stelsel. Indien het regenwater wordt afgekoppeld van het bestaande stelsel heeft het de voorkeur om het regenwater te infiltreren. Een andere mogelijkheid is afvoer van regenwater via een bodempassage. Hier wordt in dit plan niet van afgeweken. Om de kwaliteit van het water te waarborgen, wordt bij het bouwproject gebruik gemaakt van niet uitlogende materialen.

I n v l o e d o p d e w a t e r h u i s h o u d i n g
Het plan bevindt zich niet in een risicogebied en in het verleden is geen grondwateroverlast of wateroverlast als gevolg van overstromingen geconstateerd. De toename van het verharde oppervlak is gering.

P r o c e s
De initiatiefnemer heeft het waterschap op tijd ingelicht over de planvorming. Hierdoor heeft het waterschap de initiatiefnemer goed op de hoogte kunnen stellen van de waterhuishoudkundige aspecten binnen het plan. Er wordt rekening gehouden met bestaande wetten en regels op het gebied van de waterhuishouding.

W a t e r a d v i e s W a t e r s c h a p R e e s t e n W i e d e n
De bestemming en grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding.

Waterschap Reest en Wieden komt hiermee tot het volgende advies:
'De procedure in het kader van de watertoets is gevoerd conform de Handreiking Watertoets II. Waterschap Reest en Wieden geeft een positief wateradvies'.