direct naar inhoud van 5.4 Natuur en Ecologie
Plan: Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108006003-OH01

5.4 Natuur en Ecologie

INLEIDING

Om de uitvoerbaarheid van dit plan te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezige natuurwaarden in het plangebied. Tevens is gekeken naar effecten op beschermde gebieden in de omgeving. Het doel hiervan is om na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet en/of een oriënterend onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 of de Ecologische Hoofdstructuur noodzakelijk is. Het plangebied is hiertoe op 29 mei 2009 bezocht door een ecoloog (BügelHajema Adviseurs).

ONDERZOEK

Soortenbescherming

Uit combinatie van de informatie op de website van Het Natuurloket (1) (kilometerhok 226-527, d.d. 29 mei 2009) en het hiervoor genoemde veldbezoek blijkt dat naast een enkele, in het kader van de Flora- en faunawet, licht beschermde soort (huisspitsmuis) ook de zwaarder beschermde vogels in de directe omgeving van plangebied kunnen worden verwacht. Alle inheemse vogelsoorten zijn zwaar beschermd. Verblijfplaatsen van vleermuizen zijn in de bebouwing niet te verwachten. In de muren zijn geen potentiële invliegopeningen aanwezig die toegang kunnen verschaffen tot een tussenruimte (spouw). De rieten kap is recentelijk vernieuwd en is zonder dakbeschot aangebracht, waardoor ook hier geen tussenruimte aanwezig is waarin vleermuizen een verblijfplaats kunnen hebben.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

(1) - Het natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar, die gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van talloze organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna (VOFF). Het Natuurloket bezit zelf geen gegevens. Het Natuurloket is een initiatief van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de organisaties binnen de VOFF (www.natuurloket.nl).

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

De aanwezige licht beschermde soorten worden niet in hun voortbestaan bedreigd en vallen onder de vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen. Ten aanzien van vogels dient gedurende de werkzaamheden rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Met betrekking tot broedvogels kan men er in dit plangebied van uitgaan dat geen verbodsbepalingen worden overtreden als buiten het broedseizoen wordt gewerkt of als de werkzaamheden ruim voor het broedseizoen worden begonnen en continu voortduren. Als werkzaamheden voor het broedseizoen worden gestart en continu voortduren, zullen broedvogels een rustigere broedplaats (op enige afstand) zoeken en niet door de werkzaamheden worden gestoord. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen van ongeveer 15 maart tot 15 juli loopt. In het plangebied is voor geen enkele soort de goede staat van instandhouding in het geding.

G e b i e d s b e s c h e r m i n g
Het meest nabijgelegen gebied uit de Natuurbeschermingswet 1998 betreft het Natura 2000-gebied Dwingelderveld, dat is gelegen op een afstand van ruim 5 km. Op ongeveer 900 m ten zuidwesten van het plangebied ligt het meest nabijgelegen gebied uit de Ecologische Hoofdstructuur. Het betreft hier enkele graslanden ten noorden van het Oude Diep.

Deze beschermde gebieden liggen, gezien de aard van de ingrepen, op een voldoende afstand van het plangebied. Er zijn geen negatieve effecten als gevolg van de ontwikkelingen op deze gebieden te verwachten. Voor deze activiteit is daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De voorgenomen activiteit is ook niet in strijd met het beleid uit het POP II en het 'nee, tenzij'-beleid uit de Nota Ruimte voor de Ecologische Hoofdstructuur. Deze inventarisatie geeft geen aanleiding voor verder onderzoek.

C o n c l u s i e
Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat er geen noodzaak bestaat voor een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet of een oriëntatiefase voor de Natuurbeschermingswet 1998, dan wel een analyse van de Ecologische Hoofdstructuur. Het plan is hierdoor op deze punten uitvoerbaar.