direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Buitengebied Noord, deelplan Wijsbersche Hooge 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20108006002-OH02

5.3 Water

Beleidskader

Voor het dagelijkse waterbeheer geldt het Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Doel daarvan is gedurende een heel groot deel van het jaar die wateromstandigheden te realiseren die het beste passen bij de functie zoals de provincies die hebben vastgesteld.

Om in extreem natte en extreem droge omstandigheden de schade als gevolg van wateroverlast of watertekort te beperken, kennen we WB21. Hierin zit de trits vasthouden-bergen-afvoeren als voorkeursvolgorde en afwegingskader en het principe van niet afwentelen. Het stedelijk gebied dient dus waterneutraal te zijn. Mocht dit door de enige goede reden – de veiligheid is ernstig in het geding, de kosten zijn te hoog, er spelen nijpende ruimtevraagstukken – niet kunnen, dan komen het waterschap en de gemeente passende afspraken overeen. Doel is het watersysteem zo in te richten dat het in extreme omstandigheden en in de toekomst goed functioneert.

Voor het bereiken van de goede ecologische toestand van het water zijn er de Europese richtlijnen voor ecologie en waterkwaliteit. Dit thema bestaat uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Vogel- en Habitatrichtlijnen (vertaald in Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet). Doel daarvan is dat alle Europese wateren, zowel oppervlaktewater als grondwater, zich in 2015 in een goede ecologische en goede chemische toestand bevinden. Met goede argumenten is uitstel mogelijk tot uiterlijk 2027. Voor de Natura 2000- gebieden is geen uitstel mogelijk.

Deze drie thema's hangen zo met elkaar samen dat het niet mogelijk is ze afzonderlijk van elkaar te realiseren. Dat doen we dus ook niet. We zorgen er voor dat het watersysteem tijdig op orde is, duurzaam is ingericht, voldoet aan de landelijke normen voor het voorkomen van wateroverlast, en bijdraagt aan het bereiken van grond- en oppervlaktewaterpeilen in relatie tot de functies van die wateren en gebieden. We gaan verdroging tegen en houden rekening met de eisen vanuit de KRW.

Om aan deze punten te voldoen is op 22 december 2009 de Waterwet in werking getreden. Deze waterwet vervangt acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland. Deze wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. Ook verbetert deze wet de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Hierdoor zijn waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de waterwet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, natuur, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van deze functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. De instrumenten vanuit de Waterwet zijn Waterplannen (rijk en provincie), waterbeheerplannen (waterbeheerder) en vergunningen.

Planbeschrijving

Het plan 'Wijsbersche Hooge' bevindt zich ten noorden van de kern Hoogeveen. Het noordelijke deel van dit plan wordt omsloten door het bosgebied 'Spaarbankbos'. Het zuidoostelijke deel grenst aan de Wijsterseweg. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 117500m2.

Huidige waterhuishouding in het plangebied.

Het plan bevindt zich in het stroomgebied van het Oude Diep. Binnen de plangrens is een watergang van het waterschap aanwezig. Deze ligt tegen het plan aan en ligt parallel aan de Wijsterseweg.

Binnen het peilgebied wordt een maximumpeil gehanteerd van + 10,00m NAP. De maaiveld hoogte varieert en loopt van +11,00m NAP in het zuidelijke deel naar +13,00m NAP.

De bodemopbouw is voornamelijk zand bovenop een slechtdoorlatende laag. Deze laag bevindt zich op 1,20m onder het maaiveld en kan voor schijnwaterstanden zorgen tot vlak onder het maaiveld. De maximale grondwaterstand van het freatische grondwater ligt tussen de 80 en 140cm onder maaiveld. Bij deze grondwaterstand hoort een grondwatertrap VII2.

Riolering

Binnen het plan zullen regenwaterafvoeren van schone oppervlakken niet worden aangesloten op het rioolstelsel. Het regenwater zal verwerkt worden binnen het plangebied. Hiermee wordt de hydraulische belasting van de RWZI niet vermeerderd. Ook blijft het regenwater in het gebied waarbinnen het valt. Op deze manier kan dit water geen overlast bezorgen in benedenstroomse gebieden.

De lozing van afvalwater moet plaatsvinden op een persriool aan de westzijde van de Wijsterseweg. Dit kan alleen met behulp van bemaling. Hiervoor zal een nieuw minigemaal met persriool noodzakelijk zijn.

Waterkwantiteit

Bij een toename van verhard oppervlak zoals daken en verharding, zal meer regenwater worden afgevoerd in plaats van geinfiltreerd. Waterschap Reest en Wieden hanteert daarom de regel dat als er een toename is van verhard oppervlak, er gecompenseerd moet worden. Deze compensatie geschiedt, door 10% van het toegenomen verhard oppervlak als nieuw oppervlaktewater aan te leggen binnen hetzelfde gebied. Ook kan, in het kader van duurzaamheid, gedacht worden aan de aanleg van waterbergende verharding, dakwaterbergingsconstructies of sedumdaken. Hierdoor zal regenwater vertraagd worden afgevoerd. Ook kan regenwater bijvoorbeeld worden hergebruikt t.b.v. sanitaire doeleinden.

In het plan Wijsbersche Hooge zal een toename van verhard oppervlak worden gerealiseerd in de vorm van gebouwen en bestrating. Het totale verharde oppervlak zal ca 4000 m2 bedragen. Binnen het plan zal daarom, binnen de kaders van het waterschap, een waterbergend oppervlak worden gerealiseerd van ca. 1050 m2. Dit zal geschieden in de vorm van een vijver/ven op het terrein.

Waterkwaliteit.

Zoals eerder is vermeld zal het afstromend regenwater zoveel mogelijk in het gebied worden geïnfiltreerd. Het afvalwater zal geloosd worden op het openbaar riool.

Invloed op de waterhuishouding

Het plan bevindt zich niet in een beekdal of risicogebied en in het verleden is geen grondwateroverlast of wateroverlast als gevolg van overstromingen geconstateerd. Het plan ligt niet in een zone van hydrologische beïnvloeding. Kleine wijzigingen in de grondwaterstand binnen het peilbeheer van het waterschap hebben geen invloed op de omliggende functies van het plan. Grotere verschillen in de grondwaterstand kunnen wel invloed op de omliggende functies hebben. Hoge grondwaterstanden maakt traditioneel bouwen onmogelijk. Het grondgebruik kan verslechteren en er bestaat een verhoogde kans op wateroverlast.

Zoals al gemeld is in het plangebied een watergang aanwezig. Om deze watergang goed te kunnen onderhouden geldt een obstakelvrije zone van 5 meter vanaf de bovenkant insteek van de watergang.

Proces

De initiatiefnemer heeft het waterschap tijdig ingelicht over de planvorming. Hierdoor heeft het waterschap de initiatiefnemer goed op de hoogte kunnen stellen van de waterhuishoudkundige aspecten binnen het plan.

 

Wateradvies Waterschap Reest en Wieden

De bestemming en grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding. De procedure voor de standaard watertoets is gevolgd. Afwijkingen met betrekking tot het beleid zijn door de initiatiefnemer voldoende onderbouwd. Waterschap Reest en Wieden komt tot het volgende advies:

Met de bovenstaande waterparagraaf zijn de wateraspecten van waterschap Reest en Wieden voldoende belicht. Het waterschap is dan ook voornemens om voor het plan Landgoed Wijsbersche Hooge een positief wateradvies te geven.