direct naar inhoud van 5.4 Natuur en Ecologie
Plan: de Wieken, deelplan weg langs vliegveld 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20097012002-VG02

5.4 Natuur en Ecologie

In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europees en nationaal beleid en wetgeving ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. De gevolgen van natuurwet- en regelgeving voor dit bestemmingsplan zijn in beeld gebracht in het rapport 'Quickscan natuurtoets aanpassing wegconstructie De Wieken' (rapportnr. 09182) van 26 augustus 2009 (zie bijlage 5).

Gebiedsbescherming

Voor wat betreft de gebiedsbescherming geldt dat in en in de nabijheid van het plangebied geen sprake is van gebieden die zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone (SBZ) in de zin van de Europese Vogel- of Habitatrichtlijn. Het dichtstbijzijnde Habitatrichtlijngebied is het Mantingerzand. Dit natuurgebied ligt op ruim 4 km van het plangebied. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het dichtstbijzijnde gebied behorende tot de EHS ligt direct ten noorden van de Pesserdijk op een afstand van ca. 300 meter van het plangebied. Bij ontwikkelingen binnen het plangebied is aantasting van de beschermde waarden van een SBZ of aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS dan ook niet te verwachten. Ook zijn geen waardevolle ecologische structuren aanwezig zoals vermeld op de POP II-kaart 7.

Soortenbescherming

Bij de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang en eventueel het provinciaal soortenbeleid. In de Flora- en faunawet is bepaald dat beschermde dieren die in de wet zijn of worden aanwezen, niet gedood, gevangen of opzettelijk verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere vaste rust- verblijfplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. Het bevoegd gezag kan onder voorwaarden een ontheffing van de verbodsbepalingen verlenen.

Uit de natuurtoets komt naar voren dat de ecologische kwaliteiten van het plangebied beperkt zijn. Binnen het bestemmingsplangebied zijn – met uitzondering van broedvogels - geen juridisch zwaarder beschermde soorten van Flora- en faunawet Tabel 2/3 of ´bedreigde´ of ´ernstig bedreigde´ soorten van Rode lijsten bekend.

Uit het ecologisch onderzoek van 2009 is gebleken dat er geen natuurlijke standplaatsen van planten zijn aangetroffen waarvoor op grond van artikel 75 van de Flora- en faunawet ontheffing aangevraagd zou moeten worden. Wel zijn enkele ingezaaide wegbermen met beschermde en bedreigde plantensoorten aangetroffen langs de Edisonstraat en de Achteromsedijk. Het betreft hier soorten zoals de Steenanjer, Wilde marjolein, Rapunzelklokje, Kattendoorn en Korenbloem. Deze plantensoorten zijn ingezaaid dan wel aangeplant. Voor het verwijderen van gekweekte exemplaren van beschermde plantensoorten geldt een vrijstelling. Voor deze middelzwaar beschermde soorten hoeft in dit geval dan ook geen ontheffing worden aangevraagd.

In het plangebied kan het voorkomen van vleermuizen niet worden uitgesloten. Bij ruimtelijke ingrepen of activiteiten dient bij renovatie en sloop van de gebouwen een nader vleermuizenonderzoek plaats te vinden. De ruimtelijke activiteiten in het plangebied geven geen aanleiding om schade te veronderstellen aan de migratie- en foerageermogelijkheden van vleermuizen.