direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Klazienaveen, Eerste herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2020004-B701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op 19 december 2013 heeft de raad van de gemeente Emmen het bestemmingsplan Klazienaveen vastgesteld. Dit plan voorziet in een actualisatie, waarbij 59 bestemmingsplannen in zijn geheel en 8 plannen gedeeltelijk worden teruggebracht tot één plan voor de kern Klazienaveen. Tegen het besluit tot vaststelling van dit bestemmingsplan is beroep ingesteld. Op 11 maart 2015 heeft de Raad van State uitspraak gedaan. De uitspraak is als bijlage 1 bij deze toelichting gevoegd.

Uitspraak vernietigd voor 2 deelgebieden het bestemmingsplan zoals op kaartje bij uitspraak is aangegeven:

1. ijzergieterij Rademaker, artikel 15;

2. Deel van het bedrijventerrein Klazienaveen artikel 17.

De gemeenteraad is opgedragen om, met inachtneming van de uitspraak, een nieuw besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan te nemen voor een tweetal locaties, namelijk Langestraat 12 en Energiestraat 15 in Klazienaveen. Het onderliggende bestemmingsplan, in de vorm van een facetbestemmingsplan, is bedoeld om invulling te geven aan deze uitspraak.

1.2 Omvang en reikwijdte facetplan

Een facetplan is een bestemmingsplan dat juridisch bindende regels aan de vigerende bestemmingsplannen toevoegt. Anders gezegd het facetplan bevat slechts enkele regels en heeft een aanvullende werking. Zo blijft het bestemmingsplan Klazienaveen (moederplan) gewoon van kracht, maar is dit facetplan aanvullend voor de beide percelen.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 van de toelichting vindt de planbeschrijving plaats op basis van de uitspraak van de Raad van State. De inhoudelijke consequenties worden in beeld gebracht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de juridische opzet van de planregels en verbeelding besproken. Tot slot volgt in de hoofdstuk 4 een beschrijving van de uitvoerbaarheid van het plan en de resultaten van de inspraak en overleg.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Inhoud facetplan

Zoals in paragraaf 1.1 is vermeld heeft dit facetplan betrekking op twee percelen, namelijk Langestraat 12 en Energiestraat 15 in Klazienaveen en de aanpassing van de artikelen die betrekking hebben op de twee percelen, respectievelijk artikel 15 'Bedrijf - Rademakers' en artikel 17 'Bedrijf - Klazienaveen'. Hieronder worden de noodzakelijke aanpassingen en consequenties nader toegelicht, op basis van de oude artikelnummering.

De vervanging van de beide hiervoor genoemde artikelen vindt binnen dit facetplan als volgt plaats:

Oude bestemming   Nieuwe bestemming facetplan  
Artikel 15   Bedrijf - Rademakers   Artikel 3   Bedrijf - IJzergieterij  
Artikel 17   Bedrijventerrein   Artikel 4   Bedrijventerrein Klazienaveen  

2.2 Langestraat 12

2.2.1 Onderbouwing toegestane milieucategorie

Binnen de bestemming 'Bedrijf - Rademakers' zijn op grond van artikel 15 lid b, naast een ijzergieterij (Rademakers), bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 toegestaan. De richtafstand voor een milieucategorie 3.2 bedrijfsactiviteit ten opzichte van een 'rustige woonwijk' bedraagt 100 meter en ten opzichte van 'gemengd gebied' 50 meter. De ten opzichte van het bedrijf dichtstbij gelegen woning ligt op een afstand van ongeveer 40 meter. Dit betreft een solitaire woning binnen de geluidzone die rondom de ijzergieterij ligt. Gelet op deze omstandigheid is het niet onredelijk het gebied te typeren als 'gemengd gebied'. Voor wat betreft de bedrijvigheid binnen het plangebied ligt het gros van de woningen op een afstand van meer dan 50 meter van het bedrijf. Bovendien heeft de Afdeling geoordeeld, dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat, los van milieucategorieën op grond van artikel 15, lid 15.1, onder a, van de planregels toegestane ijzergieterij, bedrijven tot en met maximaal milieucategorie 3.2 van de VNG-brochure kunnen worden toegelaten.

Conclusie voor wat betreft toegestane milieucategorie:

De toelichting en planregeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan Klazienaveen kunnen op dit onderdeel ongewijzigd blijven.

2.2.2 Bestemming "Bedrijf - Rademakers'

Het gebruik van de naam van het gevestigde bedrijf in de bestemmingsnaam en de bestemmingsomschrijving leveren een beperking op. Deze beperking geldt ook voor de omschreven bijbehorende bedrijfsactiviteiten in artikel 15.1 onder a. Verder kan worden opgemerkt dat in artikel 15.1 onder a verwezen wordt naar een foutieve 'Staat van bedrijfsactiviteiten'.

Conclusie voor wat betreft bestemmingsomschrijving:

De bestemming moet worden gewijzigd in ‘Bedrijf – IJzergieterij’.

Verder moet aan artikel 15.1 onder a en b de volgende bedrijfsactiviteiten worden toegevoegd:

  • a. Ijzer-, en staalgieterijen/-smelterijen met een productiecapaciteit van meer dan 4000 ton per jaar, SBI-2008 2451,2452-2, zoals genoemd in bijgevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten “Bedrijf-ijzergieterij”, bijlage 2, inclusief:
    • 1. het stralen van gietstukken;
    • 2. het lakken, lassen, bewerken, polijsten, assembleren en monteren van gietstukken, al dan niet met andere materialen;
  • b. bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 zoals bedoeld in de bijgevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten ' Bedrijf-ijzergieterij', bijlage 2, met uitzondering van bedrijven met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6 /jaar;

Staat van bedrijfsactiviteiten

De Staat van bedrijfsactiviteiten behelst de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de VNG-publicatie. Deze dient als nieuwe separate bijlage bij het bestemmingsplan te worden gevoegd, met een eigen nummer. Het industrieterrein krijgt daarmee een eigen Staat van bedrijfsactiviteiten. Uit deze Staat van bedrijfsactiviteiten dienen alle bedrijfsactiviteiten in categorie 4.2 en hoger verwijderd te worden, met uitzondering van de bedrijfsactiviteiten met de codes SBI-2008 2451,2452 en SBI-2008 2453,2454.

2.2.3 Afwijkingsbevoegdheden

De Afdeling is niet toegekomen aan toetsing van de afwijkingsbevoegdheden onder lid 15.4.1 en lid 15.6.1. De afwijkingsbevoegdheid onder 15.4.1 wordt deugdelijk geacht en deze biedt voldoende ruimte voor afwijking.

Echter de afwijkingsbevoegdheden genoemd onder 15.6.1.a en 15.6.1.b geven teveel onduidelijkheid bij toepassing. Een eenduidige afwijkingsbevoegdheid moet worden nagestreefd. Hierna wordt nog even ingegaan op de beide regels, gevolgd door een conclusie.

15.6.1.a:

Met deze afwijkingsbevoegdheid wordt beoogd andere bedrijfsactiviteiten toe te staan, dan als bedoeld in artikel 15.1 onder b, mits deze bedrijfsactiviteiten in aard en omvang gelijk zijn aan de toegelaten bedrijfsactiviteiten tot maximaal milieucategorie 3.2.

15.6.1.b:

Met deze afwijkingsbevoegdheid wordt kennelijk beoogd ook bedrijfsactiviteiten toe te staan die voor het aspect geluid vergelijkbaar zijn met milieucategorie 4.1, mits wordt voldaan aan een aantal aanvullende voorwaarden.

Conclusie voor afwijkingsbevoegdheid:

De planregels (na samenvoeging artikel 15.6.1.a en 15.6.1.b) moeten als volgt worden aangepast: 

15.6. Afwijken van de gebruiksregels 1

15.6.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.1 onder b en toestaan dat bedrijven in milieucategorie 4.1 en bedrijven die niet zijn genoemd in de bijgevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten "Bedrijf - ijzergieterij", bijlage 4, zich mogen vestigen, mits:

  • a. de geluidbelasting past binnen de kaders die op grond van de Wet geluidhinder aan het voor industrielawaai gezoneerde terrein zijn of worden gesteld;
  • b. voor de andere aspecten dan geluid in de zin van de Wet geluidhinder deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met maximaal milieucategorie 3.2;
  • c. de eventuele toename in verkeersbelasting specifiek wordt gewogen en gemotiveerd, onder meer op basis van de index verkeer uit de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering.

Aanpassing toelichting voor wat betreft afwijkingsbevoegdheid : 

In verband met een optimale benutting van het gezoneerde industrieterrein en flexibiliteit in het gebruik er van is er een afwijkingsbevoegdheid opgenomen in de planregels. Met een omgevingsvergunning kunnen ook bedrijven in milieucategorie 4.1 en bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten worden toegelaten. Voorwaarde is dat het bedrijf qua geluid past binnen de kaders van de Wet geluidhinder en voor wat betreft de overige aspecten qua aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met bedrijven tot maximaal milieucategorie 3.2.

2.3 Energiestraat 15

De Raad van State heeft het bestemmingsplan ‘Klazienaveen’ gedeeltelijk vernietigd onder meer voor zover het betreft de bestemming ‘Bedrijventerrein’ ter plaatse van het perceel Energiestraat 15 te Klazienaveen. Hieronder wordt beschreven op welke onderdelen het bestemmingsplan ‘Klazienaveen’ herzien en gerepareerd moet worden. In de kaders zijn daartoe tekstvoorstellen opgenomen.

2.3.1 Onderbouwing toestaan puinbreker

Een puinbreker behoort tot milieucategorie 4.2 op basis van de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering. Op basis van de omliggende woonbestemmingen is een milieucategorie 4.2 bedrijfsactiviteit niet zondermeer toegestaan. Onderbouwd moet worden waarom een puinbreker ter plaatse wel past.

Aanvulling van de toelichting op dit onderdeel:

Gemengd gebied

De VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering onderscheidt de gebiedstypen 'rustige woonwijk' en 'gemengd gebied'. De woningen grenzend aan het bedrijventerrein liggen in lintbebouwing (ten noorden van het bedrijventerrein) of solitair in overwegend agrarisch gebied (ten zuiden van het bedrijventerrein). Deze omgeving is niet in zuivere zin te typeren als 'gemengd gebied' in de zin van de VNG-uitgave. Echter het betreft een historisch gegroeide situatie met woningen en bedrijven op korte afstand van elkaar en vanwege die zo gegroeide situatie kan de omgeving van het bedrijventerrein beschouwd worden als 'gemengd gebied' in de zin van de VNG-uitgave.

 

Puinbreker

Een puinbreker met een verwerkingscapaciteit tot 100.000 ton per jaar valt op basis van de Staat van bedrijfsactiviteiten uit de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering in milieucategorie 4.2. De richtafstand tot aan een 'gemengd gebied' bedraagt 200 meter. Deze richtafstand wordt bepaald door het aspect geluid. Voor wat betreft het aspect stof geldt een richtafstand van 50 meter. Voor geur geldt een richtafstand van 10 meter. Aan de richtafstanden voor geluid en stof wordt niet voldaan.

Het daadwerkelijke effect van alle activiteiten van Wittendorp, inclusief de puinbreker, voor wat betreft het aspect geluid is onderzocht in een akoestisch onderzoek (Geluid in de omgeving van Transportbedrijf Louis Wittendorp te Klazienaveen, Peutz, 23 juli 2009). Uit de resultaten van het onderzoek blijkt het volgende:

  • tijdens de representatieve bedrijfssituatie wordt er op de gevels van woningen voldaan aan de voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau gehanteerde – grenswaarde van 50 dB(A)-etmaalwaarde;
  • deze grenswaarde wordt tijdens incidentele bedrijfssituaties (maximaal 12x per jaar) in de dagperiode overschreden met 1 à 2 dB(A) ter hoogte van de volgende posities;
    • 1. Dorpshuiswijk NZ 85 (zijgevel);
    • 2. Dorpshuiswijk ZZ 43 (voorgevel);
    • 3. Verlengde Dorpshuiswijk ZZ 1 (voorgevel);
    • 4. Langestraat 248 (achtergevel);
  • het maximale geluidniveau (piekniveau) voldoet aan de gangbare grenswaarden van 70 en 65 dB(A) gedurende respectievelijk de dag- en avondperiode.

Het rapport is als bijlage 3 bij deze toelichting gevoegd.

Onevenredige stofhinder is door het treffen van maatregelen, zoals het houden van voldoende afstand tussen opslagen en woningen, het afdekken of afschermen van stuifgevoelige opslagen en het besproeien tijdens bewerken en overslag, goed te voorkomen. De vigerende milieuvergunning voorziet in het voorkomen van stofhinder.

Nu blijkt dat ten aanzien van het aspect geluid de puinbreker in de bestaande representatieve bedrijfssituatie geen onevenredige hinder veroorzaakt en ook onevenredige stofhinder wordt voorkomen, kunnen de bestaande activiteiten met een zogenaamde maatbestemming positief in het bestemmingsplan worden opgenomen. Het voorgaande in afwijking van de algemene toelating van bedrijven tot maximaal milieucategorie 3.1.

2.3.2 Onderbouwing toegestane milieucategorie

Binnen de bestemming zijn bedrijven tot en met milieucategorie 3.1 toegestaan. Op een gedeelte van het zuidelijke deel van het bedrijventerrein zijn volgens de regels bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 toegestaan. De richtafstand voor een milieucategorie 3.2 bedrijfsactiviteit tot aan 'gemengd gebied' is gesteld op 50 meter. De meest dichtbij gelegen woning ligt echter op circa 30 meter.

Voor het bedrijventerrein werd in het vigerende bestemmingsplannen “Klazienaveen, bedrijventerrein’ d.d. 29 september 1988 en “Klazienaveen, uitbreiding bedrijventerrein”, vastgesteld d.d. 29 oktober 1998 een maatgevende maximale hinderafstand van 40 meter gehanteerd. Deze maatgevende hinderafstand komt, mede gezien de woningen op korte afstand van het bedrijventerrein, het beste overeen met de te hanteren richtafstanden behorende bij bedrijfsactiviteiten van milieucategorie 3.1 (30 meter ten opzichte van gemengd gebied) conform de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering.

Ter plaatse is ten onterechte een aanduiding ‘bedrijf tot en met categorie 3.2’ opgenomen. Vastgesteld kan worden dat de regelgeving en de verbeelding moeten worden aangescherpt, zodat enkel bedrijfsactiviteiten tot en met milieucategorie 3.1 mogelijk worden gemaakt.

Verder kan worden vastgesteld dat ten onrechte de Staat van bedrijfsactiviteiten niet gekoppeld is aan artikel 17.1 lid c. waardoor niet eenduidig is vastgelegd om welke bedrijfsactiviteiten het hier gaat. Dit geldt ook voor artikel 17.1 lid b.

De wijzigingsbevoegdheid in artikel 17.7 onder a. tenslotte:

Burgemeester en wethouder zijn bevoegd op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen:

  • a. de op de verbeelding weergegeven functieaanduiding "bedrijven tot en met categorie 3.2" te wijzigen in de functieaanduiding "bedrijven tot en met categorie 3.1", al dan niet in combinatie met de toevoeging aan de verbeelding van één of meer aanduidingen "bedrijfswoning";

is met het vervallen van artikel 17.1 onder c. overbodig geworden en kan vervallen.

 

Aanpassing planregel s voor wat betreft milieucategorie :

Op grond van bovenstaande motivering kan artikel 17.1 onder c komen te vervallen.

Lid b van artikel 17.1 moet om dezelfde motivering als volgt worden gewijzigd:

“in afwijking van het bepaalde in artikel 17.1 onder a. zijn ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 2" uitsluitend bedrijven tot en met milieucategorie 2 toegestaan, zoals bedoeld in de bijgevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten "Bedrijventerrein Klazienaveen", Bijlage 3;

Verder kan de in artikel 17.7 onder a genoemde wijzigingsbevoegdheid komen te vervallen.

Aan het plan moet een nieuwe Staat van bedrijfsactiviteiten worden toegevoegd, waarin alle bedrijfsactiviteiten in categorie 3.2 verwijderd worden.

Aanpassing verbeelding voor wat betreft milieucategorie:

De aanduiding ‘bedrijf tot en met categorie 3.2’ kan komen te vervallen op het perceel om daarmee overeenkomstig de bestemmingsomschrijving bedrijfsactiviteiten tot en met milieucategorie 3.1 toe te staan, zoals bedoeld in de bijgevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten "Bedrijventerrein Klazienaveen", Bijlage 3.

2.3.3 Maatbestemming Wittendorp

Uit de Staat van bedrijfsactiviteiten bleek dat de opgenomen bedrijfsactiviteiten ontoereikend waren voor de werkzaamheden die Wittendorp uitoefent. Reden waarom het perceel destijds een maatbestemming heeft gekregen: “specifieke vorm van bedrijventerrein – wittendorp’, waarbinnen de bestaande bedrijfsactiviteiten zijn toegelaten. Voor wat betreft deze aanduiding is echter onduidelijk wat precies verstaan moet worden onder 'bestaande bedrijfsactiviteiten'. Reden waarom in de bestemmingsomschrijving een beschrijvende maatbestemming is opgenomen, die voldoende ruimte biedt voor de bestaande en vergunde activiteiten op het perceel. Verder dienen in dit kader de specifieke gebruiksregels aangevuld te worden.

Wijziging van de planregels bestemmingsomschrijving

De bestemmingsomschrijving in Artikel 17.1 onder d wordt als volgt gewijzigd:

d. in afwijking van het bepaalde in 17.1 onder a is ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijventerrein – transport en aannemingsbedrijf inclusief puinbreker" tevens een transport- en aannemingsbedrijf toegestaan, inclusief:

- een puinbreekinstallatie;

- een sorteerhal voor bouw- en sloopafval;

- een pallet/houtshredderinstallatie;

- een menginstallatie voor cement/granulaat;

- een grondzeefinstallatie;

- de opslag van actief kool en houtskool;

- de inpandige overslag van houtskool;

met bijbehorende voorzieningen.

Artikel 17.5 (specifieke gebruiksregels) moet als volgt worden aangevuld:

d. het ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijventerrein – transport en aannemingsbedrijf inclusief puinbreker”:

    • a. breken van meer dan 50.000 ton puin per jaar;
  • 1. het in de avond of nachtperiode (tussen 19.00 en 07.00 uur) in gebruik hebben van een puinbreekinstallatie, pallet/houtshredderinstallatie, menginstallatie voor cement/granulaat of grondzeefinstallatie;
  • 2. het in de avond of nachtperiode (tussen 19.00 en 07.00 uur) in gebruik hebben van een sorteerhal voor bouw- en sloopafval;
    • a. door de gezamenlijke activiteiten binnen de aanduiding, in de representatieve bedrijfssituatie, veroorzaken van een langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur van meer dan 50 dB(A), op de gevel van een woning of ander geluidgevoelig gebouw, vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.

Wijziging en aanvulling in toelichting op basis van bestemmingsomschrijving

Met de maatbestemming voor Wittendorp wordt er op hoofdlijnen niet meer ruimte geboden dan thans met de omgevingsvergunning milieu is vergund. Het betreft de volgende aspecten:

- jaarcapaciteit puinbreker

- het beperken tot de dagperiode voor het uitvoeren van de maatgevende activiteiten

- de maximale geluidbelasting vanwege het bedrijf

Indien op enig moment op deze aspecten toch meer ruimte gewenst is kan dit alleen via aanpassing van het bestemmingsplan.

Aanpassing van de verbeelding op basis van de bestemmingsomschrijving:

De aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – wittendorp’ te wijzigen in ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – transport en aannemingsbedrijf inclusief puinbreker’.

Afwijkingsbevoegdheden nader bekeken

De Afdeling is niet toegekomen aan toetsing van de afwijkingsbevoegdheden onder lid 17.4.1 en lid 17.6.1. De afwijkingsbevoegdheid onder 17.4.1 biedt wordt deugdelijk geacht en biedt voor eventuele afwijking voldoende ruimte.

De afwijkingsbevoegdheid onder 17.6.1.lid a is niet duidelijk genoeg geformuleerd en moet verder afgebakend worden. Met deze afwijkingsbevoegdheid wordt beoogd andere bedrijfsactiviteiten toe te staan, dan als genoemd in artikel 17.1, lid 1 en b, mits deze bedrijfsactiviteiten in aard en omvang gelijk zijn aan de op grond van artikel 17.1 lid a en b toegelaten bedrijfsactiviteiten.

Wijzigingsvoorstel planregels afwijkingsbevoegdheid :

Op grond van bovenstaande constatering wordt voorgesteld artikel 17.6 als volgt te wijzigen:

17.6. Afwijken van de gebruiksregels

17.6.1: Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

a. artikel 17.1 onder a en b en toestaan dat bedrijven welke niet worden genoemd in de bijgevoegde

Staat van bedrijfsactiviteiten "Bedrijventerrein Klazienaveen", bijlage 3, zich mogen vestigen, onder de

voorwaarde dat deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de

toegestane milieucategorieën.

Hoofdstuk 3 Juridische planopzet

3.1 Standaard en plansystematiek

Standaard

Dit bestemmingsplan is opgesteld en ingericht conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).

3.2 Opzet van de regels

Deze paragraaf bevat een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. Daarnaast wordt in deze paragraaf ingegaan op de overige regels uit het bestemmingsplan. Normaal gesproken worden de regels conform SVBP2012 onderverdeeld in vier hoofdstukken. In de situatie van dit facetplan kan worden volstaan met drie hoofdstukken, namelijk, Inleidende regels, bestemmingsregels en de Overgangs- en slotregels. Het onderdeel Algemene regels is niet nodig nu het bestemmingsplan Klazienaveen van kracht blijft.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1: Begrippen

In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de planregels. Dit artikel voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.

Artikel 2: Reikwijdte en toepassing

In dit artikel wordt de reikwijdte van het facetbestemmingsplan aangegeven.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 2 bevat een tweetal aangepaste artikelen, die van toepassing zijn op de percelen. Zo geldt voor Langestraat 12 de bestemming 'Bedrijf - Ijzergieterij', zoals opgenomen in artikel 3 en voor Energiestraat 15 de bestemming 'Bedrijventerrein - Klazienaveen', zoals weergegeven in artikel 4.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

In dit hoofdstuk staat de overgangs- en slotregels. In de overgangsregels is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties, die in strijd zijn met dit facetbestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid

4.1 Economische uitvoerbaarheid

Het voorliggende bestemmingsplan Klazienaveen, Eerste herziening betreft een actualisatie van diverse oude bestemmingsplannen. Uitgangspunt is dat bestaande bouwrechten door de gemeente worden gerespecteerd. In het bestemmingsplan zijn geen nieuwe bouwmogelijkheden opgenomen. Aan het bestemmingplan zijn behoudens het opstellen van het bestemmingsplan dan ook geen kosten verbonden. De kosten van het maken van het voorliggend bestemmingsplan worden in dit geval in z'n geheel gedekt uit het door de gemeenteraad beschikbaar gestelde gelden voor het actualisering van bestemmingsplannen. Het kostenverhaal is dus anderszins verzekerd, waardoor vaststelling van een exploitatieplan niet nodig is.

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Overleg

Het college heeft het bestemmingsplan Klazienaveen, Eerste herziening vrijgegeven voor overleg artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro), Het conceptontwerpbestemmingsplan is voor overleg verzonden naar provincie Drenthe en de twee bedrijven waar deze herziening betrekking op heeft. De provincie heeft aangegeven in te kunnen stemmen met het plan. De twee bedrijven hebben ruim de tijd gehad te reageren, maar hier geen gebruik van gemaakt. Derhalve wordt het voorontwerpbestemmingsplan ongewijzigd omgezet naar een ontwerpbestemmingsplan.

Ontwerp

Vanaf 1 juni 2022 heeft het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen. Tegen het bestemmingsplan Klazienaveen, Eerste herziening zijn geen zienswijzen ingediend.