1.4 Opzet bestemmingsplan
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. Op de bestemmingsverbeelding worden de percelen in het gebied aangegeven met bestemming dan wel een aanduiding. In de regels worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het plangebied geregeld. Tot slot wordt in de plantoelichting een verantwoording gegeven van de in het plan Hoofdstuk gemaakte keuzes. De toelichting is als volgt opgebouwd:
- in hoofdstuk 2 wordt het beleidskader, zoals dat gevormd wordt door het rijks-, provinciale en regionale beleid en het eigen gemeentelijk beleid weergegeven;
- de omgevingsaspecten, zoals die bij elk ruimtelijk plan behoren te worden onderzocht, zijn in hoofdstuk 3 weergegeven;
- hoofdstuk 4 beschrijft de ontstaansgeschiedenis van de wijk en de huidige stedenbouwkundige structuur;
- hoofdstuk 5 behandelt op grond van de voorgaande hoofdstukken uitgangspunten voor de bestemmingslegging;
- de toelichting op de juridische aspecten van het bestemmingsplan is onderwerp van hoofdstuk 6;
- in hoofdstuk 7 komt de maatschappelijke betrokkenheid bij het plan aan de orde;
- hoofdstuk 8 sluit af met de economische uitvoerbaarheid van het plan.