direct naar inhoud van Artikel 4 Recreatie
Plan: Coevorden - Veenschapsweg 39a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0109.100BP00016-0003

Artikel 4 Recreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. verblijfsrecreatie;
    • 2. het stallen en verzorgen van paarden;
    • 3. een bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. aanbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning;
  • c. de bescherming van het hydrologisch systeem;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. paardrijdbakken;
  • h. water;
  • i. wegen en paden;
  • j. dagrecreatief medegebruik;

met de daarbijbehorende:

  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak zal ten hoogste 400 m2 bedragen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van een bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen ten hoogste 170 m2 zal bedragen.
4.2.2 De in lid 4.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in lid 4.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde recreatiebedrijf worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning zal uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • c. de onderlinge afstand tussen een bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen zal ten hoogste 20,00 m bedragen;
  • d. de breedte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • e. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één bedragen;
  • f. de goothoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste 2,60 m bedragen;
  • g. de dakhelling van een gebouw of overkapping zal ten minste 45° bedragen;
  • h. de dakhelling van een gebouw of overkapping zal ten hoogste 49° bedragen.
4.2.3 Aanbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. aan en bijgebouwen zullen ten minste 5,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel van een hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van de aanbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 2,60 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de aanbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,50 m bedragen;
  • b. er zullen ten hoogste 4 lichtmasten ten behoeve van een paardrijdbak worden geplaatst;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,50 m bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, met uitzondering van de bedrijfswoning;
  • b. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  • c. het aanwenden van de vrijstaande bijgebouwen voor beroeps- en bedrijfsmatig medegebruik;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan productiegebonden detailhandel;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken als zelfstandig horecabedrijf;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van manege-activiteiten.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze regels van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het graven en dempen van watergangen;
  • b. het aanbrengen van dammen en stuwen;
  • c. het aanleggen van drainage bij complexgewijze cultuurtechnische ingrepen.
4.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan.
4.4.3 Toetsingscriteria

De in lid 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het hydrologisch systeem.