direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal beleid
Plan: Kwelvijver Noodwaterberging Ossehaar
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0109.001BP00006-0004

2.3 Provinciaal beleid

2.3.1 Omgevingsvisie Drenthe

Het ruimtelijk beleid van de provincie Drenthe is verwoord in de Omgevingsvisie Drenthe (vastgesteld juni 2010). In de Omgevingsvisie wordt de volgende missie verwoord: "Het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe. Er zijn vier 'systemen' die in de ogen van de provincie de dragers zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van Drenthe:

  • 1. Sociaal-economische systeem;
  • 2. Watersysteem;
  • 3. Natuursysteem;
  • 4. Landbouwsysteem.

Voor de toekomst van Drenthe moeten deze vier systemen 'robuust' zijn. Binnen de robuuste systemen staat de ontwikkeling van de betreffende hoofdfunctie (wonen, werken, water, natuur of landbouw) voorop. Voor alle ontwikkelingen, dus ook die van de hoofdfunctie, geldt dat de ruimtelijke kwaliteit er door moet worden versterkt.

Regionaal waterplan

Hoofdstuk 6 van de Omgevingsvisie vormt tevens het regionaal waterplan op grond van de Waterwet. In dit regionaal waterplan heeft de provincie de strategische doelen voor het regionale waterbeleid geformuleerd. Ook wordt de ruimtelijke vertaling van deze doelen gegeven. Het regionaal waterplan vormt het kader voor de vergunningverlening en de uitvoeringsprogramma’s. Hiermee vormt het een belangrijke schakel tussen het waterbeleid op rijksniveau en de uitvoering op regionaal en lokaal niveau.

In de afgelopen periode zijn al afzonderlijke besluiten genomen over de Kaderrichtlijn Water, de strategische grondwaterwinningen en de waterbergingsgebieden in Zuid-Drenthe deelstructuurvisie ‘De aanwijzing van waterbergingsgebieden in Zuid-Drenthe’ met daarin onder meer opgenomen Ossehaar, zie par. 2.3.2). Deze besluiten maken integraal onderdeel uit van het regionaal waterplan.

Het provinciale waterbeleid is op veel onderdelen een voorzetting van het voorgaande beleid. Het regionaal waterplan zet sterker in op het op orde krijgen en houden van een watersysteem dat in staat is de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Daarbij spelen de beekdalen een belangrijke rol. Zo wordt het beleid voortgezet om aan de bovenlopen van de beekdalen een natuurfunctie toe te kennen. Ook worden de beken zo natuurlijk mogelijk ingericht, zodat daar zo veel mogelijk water vastgehouden kan worden. Daarnaast moet de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater verder verbeterd worden.

Van provinciaal belang is onder meer:

  • Een robuust watersysteem, dat zodanig is ingericht dat de risico’s op wateroverlast en watertekort tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau beperkt blijven, met bijzondere aandacht voor de beekdalen.
  • De waterbergingsgebieden zoals deze zijn aangeduid op kaart 9 (Oppervlaktewater).

afbeelding "i_NL.IMRO.0109.001BP00006-0004_0002.png"

Figuur 2.1: Uitsnede kaart 'Oppervlaktewater' (bron: Omgevingsvisie Drenthe)

Noodwaterbergingsgebied Ossehaar

Een van de maatregelen die hieruit voortvloeit, is de aanwijzing van noodwaterbergingsgebieden. In de Omgevingsvisie is het bergingsgebied Ossehaar als zodanig aangewezen (is overgenomen uit de deelstructuurvisie ‘De aanwijzing van waterbergingsgebieden in Zuid-Drenthe’). Waterberging is het tijdelijk opslaan van grote hoeveelheden water. Deze maatregel wordt ingezet als wateroverlast voorkomen moet worden en alle andere maatregelen tekortschieten. De waterberging moet ervoor zorgen dat de kans op overstroming vanuit het hoofdsysteem (dit zijn de kanalen en benedenlopen van de beken) beperkt blijft tot gemiddeld één keer per honderd jaar (1:100 jaar). Voor het bergingsgebied geldt een dubbelbestemming. Naast een functie als landbouwgebied is het tevens ‘bergingsgebied’.

2.3.2 Aanwijzing van waterberging in Zuid-Drenthe

Na het hoogwater van oktober 1998 is uitgebreid onderzoek gedaan naar de hoogwaterproblematiek rondom Coevorden. Het Waterschap heeft beleidsmatig verschillende oplossingsrichtingen afgewogen. Op basis van de werknormen voor regionale wateroverlast is berekend dat de totale wateropgave 11 miljoen m³ bedraagt. Als geen maatregelen worden genomen, dan voldoet in 2050 circa 1.500 hectare niet aan de werknormen. De keuze waar het Waterschap voor staat is maatregelen treffen in de haarvaten of aanleggen van noodretentie.

De Provincie Drenthe heeft samen met de Provincies Groningen en Overijssel en de inliggende Waterschappen onderzoek laten plaatsvinden en overleg gevoerd met als doel het oplossen van de knelpunten en het op orde brengen van de waterhuishouding. In het tweede Provinciaal Omgevingsplan (POP II) van de Provincie Drenthe zoals dat is vastgesteld in juli 2004, zijn de uitgangspunten en de criteria opgenomen voor het aanwijzen van bergingsgebieden.

De noodzaak en de ligging van de bergingsgebieden in het zuiden van de Provincie waren nog niet bekend. Vandaar dat destijds een uitwerkingsopdracht was opgenomen. De uitwerkingsopdracht bergingsgebieden in het POP II beperkt zich tot het aanwijzen van zoeklocaties voor (gestuurde) noodwaterberging. Deze bergingsgebieden zijn in principe gericht op het bergen van water in extreem natte situaties die ongeveer één keer per 75 jaar kunnen voorkomen. In principe worden deze bergingsgebieden ingezet wanneer andere maatregelen tekort schieten en grootschalige wateroverlast in benedenstrooms gelegen gebieden voorkomen dient te worden.

De aanwijzing van waterbergingsgebieden in Zuid-Drenthe – waaronder Ossehaar – en de daaraan ten grondslag liggende argumenten is beschreven in de betreffende planuitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan en het daaraan ten grondslag liggende Plan MER. Op basis van beschikbare kennis, beleidsvoornemens en de meest recente hydrologische gegevens zijn in de milieueffectrapportage drie alternatieven samengesteld. Met alle alternatieven kan het watersysteem op orde wordt gebracht en wordt voldaan aan de opgave voor waterberging in 2015.

De aangewezen gebieden – waaronder Ossehaar – zijn noodzakelijk omdat anders onvoldoende waterberging gerealiseerd kan worden of specifieke knelpunten niet kunnen worden opgelost. De bergingsgebieden zijn nu ook in de provinciale Omgevingsvisie opgenomen.