direct naar inhoud van Artikel 4 Kantoor
Plan: Het Palet 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.03BP2011HETPALET-C001

Artikel 4 Kantoor

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Kantoor " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke functies, niet zijnde detailhandel;

met de daarbijbehorende:

  • b. wegen en paden;
  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. andere-bouwwerken.

4.2 Bouwregels

Op de voor " Kantoor " aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Bouwperceel

Voor een bouwperceel gelden de volgende regels:

  • a. het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt ten hoogste 100%, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' anders is aangegeven.
4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a, is uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ondergrondse parkeervoorziening' ook een gebouwde ondergrondse parkeervoorziening als onderdeel van en ten dienste aan het hoofdgebouw toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dient:
  • 1. het hoofdgebouw in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd;
  • 2. de naar de weg gekeerde bouwgrens voor 100% te zijn bebouwd, met een minimale bouwdiepte van 0,5 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'minimale-maximale bouwhoogte (m)':
  • 1. bedraagt de bouwhoogte ten minste respectievelijk de aangegeven hoogte;
  • 2. bedraagt de bouwhoogte ten hoogste de aangegeven bouwhoogte;
  • e. in aanvulling op het bepaalde in artikel Wijze van meten, lid Algemeen, sub de bouwhoogte van een bouwwerk: en op het bepaalde in sub d wordt de bouwhoogte gemeten vanaf de hoogteligging van de spoorstaven;
  • f. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 5,00 meter.

4.2.3 Andere-bouwwerken

Voor het bouwen van andere-bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van vrijstaande andere-bouwwerken ten behoeve van reclame-uitingen voor de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van de overige andere-bouwwerken, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. externe veiligheid;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van detailhandel;
  • b. buitenopslag van goederen op gronden gelegen vóór de naar de openbare weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfsgebouwen en het verlengde van die gevel(s).