direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie - 3
Plan: Buitengebied Vlieland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0096.BP087103-VA01

Artikel 11 Recreatie - 3

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. appartementen;

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen en erven;
  • c. aan-, uit- en/of bijgebouwen ;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Appartementen en groepsrecreatieve onderkomens

Voor het bouwen van de in lid 11.1 onder a bedoelde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - Klasse A' mag de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedragen dan 475 m²;
  • b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 4,50 meter;
  • c. de dakhelling van een gebouw mag niet meer bedragen dan 40o.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de hoogte daarvan niet meer mag bedragen dan 5 meter.

11.3 Nadere eisen

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van de bebouwing;
  • b. de afmeting van de bebouwing;

ten behoeve van:

  • het straat- en bebouwingsbeeld;
  • de milieusituatie;
  • de verkeersveiligheid;
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • de sociale veiligheid;
  • externe veiligheid.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt verstaan:

  • a. het gebruik van de in lid 11.1 sub a genoemde gebouwen alsmede vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. het storten van puin en afvalstoffen;
  • c. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;
  • d. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens deze bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden.

11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het planten en/of verwijderen van bebossing en beplanting;
  • b. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden;
  • c. het dempen, graven, verdiepen en verbreden van sloten, watergangen en andere waterpartijen;
  • d. het aanleggen, verharden en/of verbreden van wegen en paden;
  • e. het aanbrengen van voorzieningen ten behoeve van het dagrecreatieve en/of educatieve medegebruik;
  • f. het aanleggen en/of verwijderen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie-, en telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • g. het ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur en de bodemopbouw ten behoeve van natuurontwikkeling.
11.5.2 Uitzondering op verbod

Het in lid 11.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
11.5.3 Voorwaarde

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend indien:

  • a. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeers- en socialeveiligheid van de gronden;
  • b. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie van omliggende gronden;
  • c. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden;
  • d. de ontwikkeling geen significant negatieve effecten mag hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden van de gronden.