direct naar inhoud van Artikel 11 Kantoor
Plan: West - Terschelling 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0093.086406-VA03

Artikel 11 Kantoor

 

11. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Kantoor’ aangewezen gron­den zijn bestemd voor:

a.    gebouwen en overkappingen ten behoeve van een kantoor;

b.    gebouwen en overkappingen ten behoeve van een kantoor in combinatie met detailhandel, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel”;

alsmede in beperkte mate voor:

c.    straten en paden;

d.    nuts- en communicatievoorzieningen;

met daarbij behorende:

e.    tuinen, erven en terreinen;

f.     bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11. 2.    Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijking van de gebruiksregels aan de kantoorfunctie zijn toegevoegd.

11. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 11.1. onder a en b genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

a.   per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde kantoor worden gebouwd;

b.   de gebouwen en overkappingen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;

c.   de goothoogte en de bouwhoogte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste de in het maatvoeringsvlak aangegeven maximale goot- en bouwhoogte (m) dan wel de feitelijke goot- en bouwhoogte bedragen;

d.   de dakhelling van de gebouwen en overkappingen zal niet minder respectievelijk meer bedragen dan de in het maatvoeringsvlak aangegeven minimale - maximale dakhelling (graden), tenzij de bestaande dakhelling respectievelijk minder dan wel meer bedraagt, in welk geval de minimale dan wel maximale dakhelling ten minste dan wel ten hoogste de bestaande dakhelling zal bedragen.

11. 2. 2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (de) dichtst bij de weg gesitueerde gebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

11. 3.    Regels inzake afwijking van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van:

 a.    het bepaalde in lid 11.2.1. onder c in die zin dat de goot- en bouwhoogte van gebouwen wordt vergroot tot respectievelijk 7,00 m en 11,00 m, mits:

-       geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Bij de afwijking wordt een locatiespecifiek welstandsadvies gevraagd; 

b.    het bepaalde in lid 11.2.2. onder b in die zin dat de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, mits:

-       geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

11. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor de tijdelijke huisvesting van personeel;

b.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding “detailhandel”;

c.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;

d.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecrea­tieve doeleinden.

11. 5.    Regels inzake afwijking van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van:

 

-       het bepaalde in lid 11.4. onder a in die zin dat de gebouwen worden gebruikt voor het inrichten van ruimten ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van personeel ten behoeve van het ter plaatse gevestigde kantoor, mits:

1.    de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten ten behoeve van de huisvesting van personeel ten hoogste 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen op het perceel zal bedragen;

2.    de personeelsverblijven uitsluitend worden ingericht ten be­hoeve van de tijdelijke huisvesting van personeel;

3.    het parkeren ten behoeve van de huisvesting op het eigen erf plaatsvindt;

4.    er geen sprake is van onevenredige schade voor de aan­grenzende bedrijven, in die zin dat de bedrij­ven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

5.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusitu­atie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkhe­den van de aangrenzende gronden. 

11. 6.    Wijzigingsbevoegdheid

Het plan kan worden gewijzigd in die zin dat: 

a.    een aangegeven bouwvlak wordt verschoven, mits:

1.    de oppervlakte van het bouwvlak niet wordt vergroot;

2.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusitu­atie, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aan­grenzende gronden; 

b.    de bestemming ‘Kantoor’ wordt gewijzigd in de be­stemming ‘Wonen - 1’ en/of ‘Wonen - 2’, met inbegrip van te wijzigen en aan te brengen bouwvlakken, mits:

1.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 27 en/of 28 van overeenkomstige toepassing zijn;

2.    er geen sprake is van onevenredige schade voor de aan­grenzende bedrijven, in die zin dat de bedrij­ven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

3.    niet meer dan één woonhuis per bestemmingsvlak wordt gebouwd;

4.    niet meer dan één woonhuis per bouwvlak wordt gebouwd;

5.    de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid past binnen het Woonplan Terschelling 2008-2016;

6.    de woonhuizen worden gebruikt dan wel gebouwd voor personen die maatschappelijk en/of economisch aan het eiland Terschelling gebonden zijn;

7.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsitu­atie en de gebruiksmogelijkheden van de aan­grenzende gronden.