direct naar inhoud van 2.5 Gemengd
Plan: Bakkeveen Kom
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.01BPKom-0301

2.5 Gemengd

De bestemming "Gemengd" maakt de het gebruik van gronden voor gemengde functies en de daarbij horende bebouwing mogelijk.

2.5.1 Toelichting op de bestemming

Functionele mogelijkheden

Op de gronden en in de gebouwen binnen deze bestemming mogen gemengde functies een plaats hebben. Het gaat daarbij onder meer om de menging van de functies wonen, winkels en sociaal-culturele doeleinden. Horecabedrijven (cat. A t/m D) zijn in principe alleen toegestaan op de bestaande plek. Hierom, en vanwege de verkeersaantrekkende werking, zijn de horecabedrijven specifiek aangeduid. Hetzelfde geldt voor de supermarkt die alleen is toegestaan binnen het aangeduide vlak. Dit in verband met de grote verkeersaantrekkende werking en parkeerdruk.

Andere, bij de toegestane functies horende voorzieningen, zijn ook mogelijk binnen de bestemming. Daarbij gaat het om onder meer groenvoorzieningen, wegen en parkeervoorzieningen. Door dit mogelijk te maken kunnen de gronden en gebouwen maximaal benut worden voor de hoofdfunctie.

Bouwmogelijkheden

Binnen de bestemming zijn de volgende gebouwen en bouwwerken toegestaan: hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Algemeen geldt dat, voor de realisatie van alle bouwwerken, voldaan moet zijn aan de parkeernormen. Daarnaast moeten alle gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd.

De bouw van een hoofdgebouw is alleen toegestaan wanneer deze ten dienste is van een of meerdere van de toegestane functies binnen de bestemming. Daar waar een gevellijn is aangeduid, moet(en) het hoofdgebouw (de hoofdgebouwen) in de gevellijn worden gebouwd. Op sommige plaatsen is de gevellijn belangrijk voor het ruimtelijk en historische beeld.

De bouwmogelijkheden zijn in de ruimtelijke verbeelding aangeduid en in de regels geregeld. Dit is gedaan omdat het ruimtelijk beeld van de verschillende hoofdgebouwen divers is en per perceel kan verschillen.

Voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen is een specifieke regeling opgenomen. Deze bouwwerken horen nadrukkelijk bij de hoofdfunctie. De functie van de bouwwerken komt ruimtelijk tot uiting in een kleinere maatvoering dan de hoofdgebouwen. Er is een onderscheid gemaakt tussen aangebouwde en vrijstaande bouwwerken, in verband met het ruimtelijk beeld. In de regels is een algemene regeling voor dit type bouwwerken opgenomen, waarbij aansluiting is gezocht bij de mogelijkheden die bij 'gewone' woningen geldt.

Tot slot zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk. Daarbij gaat het bij deze bestemming om erf- en terreinafscheidingen en overige. De regeling voor erf- en terreinafscheidingen is afgestemd op de mogelijkheden die gelden voor vergunningvrij bouwen van het Besluit omgevingsrecht. Dit betekent dat ze achter de naar de weg gekeerde gevel 2,00 meter hoog mogen zijn. Op andere plaatsen is de hoogte maximaal 1,00 meter.

Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen maximaal 10,00 meter hoog worden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om vlaggenmasten en lichtmasten. Deze bouwwerken zijn dusdanig kleinschalig in omvang dat een dergelijke hoogte te verantwoorden is.

Flexibiliteitsbepalingen

Bij de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Hierbij gaat het om de mogelijkheden voor het - met een omgevingsvergunning - afwijken van de bouw- en gebruiksregels van de bestemming. Het gaat onder meer om afwijking voor een verlaging van de minimale dakhelling, zodat een plat dak mogelijk is. Of voor het gebruik van bestaande bebouwing voor de uitoefening van horecabedrijven in de categorie F (een hotel en/of pension). Aan de afwijkingsregels zijn voorwaarden gebonden, waaraan voldaan moet worden op het moment van aanvraag van een omgevingsvergunning voor afwijking.

2.5.2 Uitgangspunten van de regeling

Uitgangspunten huidige situatie

  • Deze bestemming maakt de functiemenging van wonen met detailhandel, horeca en dienstverlening mogelijk.
  • De bestemming staat in principe alleen horecabedrijven toe op de bestaande plek en in de bestaande categorieën (A t/m D).
  • De variatie in verschijningsvorm van de bebouwing is gefaciliteerd.
  • Het hoofdgebouw is overwegend vrijstaand, hiervoor is een regeling opgenomen.
  • Er is nadrukkelijk rekening gehouden met de (historisch) getrapte rooilijn van de bebouwing.
  • De aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw, tenzij de bestaande situatie hier al van afwijkt.

Uitgangspunten beleid

  • Aanvragen om omgevingsvergunning voor bouwen binnen de bestemming moeten getoetst worden aan het welstandsbeleid.
  • Via een afwijkingsprocedure is nieuwvesting van horeca toegestaan (categorieën A t/m C en F).

Uitgangspunten omgevingsaspecten

  • In de bestemming zijn beroep- en bedrijf-aan-huis toegestaan, tot een maximale milieucategorie 2.
2.5.3 Huidige situatie en beleid

Huidige situatie

Het historische lint van Bakkeveen ligt vooral langs de Bakkefeanster Feart. Dit lint bestaat van oudsher uit verschillende functies. De bebouwing in het lint wordt tegenwoordig in hoofdzaak gebruikt voor de functie wonen. Echter, rond de kruising van de vaart met de Mjûmster Wei / Duerswâldmer Wei is sprake van functiemenging in de panden. Daar zijn bijvoorbeeld horecagelegenheden, kantoren en winkels aanwezig op een deel de begane grond en wordt er achter of boven gewoond.

De verschijningsvorm van deze panden is divers, wel is vooral sprake van vrijstaande gebouwen. Dit komt door de historische groei van het lint. De meeste hoofdgebouwen in deze bestemming hebben een bouwlaag met een kap. Een enkele uitzondering wordt gevormd door panden met twee bouwlagen met een kap. De richting, vorm en hoogte van de kap is daarbij divers. De hoofdgebouwen staan niet in een vaste rooilijn, dit is ontstaan vanuit de historische ontwikkeling. De getraptheid van de rooilijn is van belang voor het aanzicht van het dorp rond de vaart.

In de loop van de jaren zijn bij de hoofdgebouwen veel aan- en uitbouwen en bijgebouwen geplaatst. De plaatsing hiervan heeft achter de voorgevel plaatsgevonden. De aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn in de meeste gevallen ruimtelijk ondergeschikt aan het hoofdgebouw. Een uitzondering hierop zijn de voormalige boerderijen, daarbij is de 'schuur' hoger dan het woonhuis.

Beleid

Op 15 juni 2011 hebben Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân vastgesteld. De verordening stelt regels die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. De verordening voorziet niet in nieuw beleid. Uitsluitend geldend provinciaal ruimtelijk beleid is omgezet in algemeen geldende regels. Het ruimtelijk beleid is vooral beschreven in het Streekplan Fryslân 2007. Bakkeveen is aangewezen als 'overige kern'. Voor deze bestemming is van belang dat daarbij geldt dat in een ruimtelijk plan voor een overige kern niet zijn toegestaan:

  • een kantoor met een grotere vloeroppervlakte dan 600 m²;
  • een bedrijf in de milieucategorieën 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 5.1, 5.2, 5.3 of 6.

Bakkeveen is aangewezen als 'recreatiekern'. Met betrekking tot de recreatie en toerisme is het beleid gericht op een concentratie. De verordening stelt daarbij regels aan de mogelijkheden wanneer sprake is van uitbreiding van een recreatieve voorziening.

Deze bestemming ligt binnen het bestaande stedelijke gebied van Bakkeveen. De bestemming biedt een nieuwe regeling voor een bestaande situatie met betrekking tot gemengde functies, waaronder woningen, horeca, kantoren en bedrijven-aan-huis (categorieën 1 en 2). In de regeling hiervoor is rekening gehouden met de provinciale verordening en het beleid.

In het Structuurplan Opsterland 2003 is algemeen toekomstbeleid voor de gemeente Opsterland opgenomen. Dit beleid is gebaseerd op het destijds geldende rijks- en provinciaal beleid. Het algemene beleid is per dorp verder uitgewerkt in een ontwikkelingsprofiel. Ook voor Bakkeveen is dit gedaan.

In Bakkeveen zijn de gebieden met de bestemming "Gemengd" aangewezen als 'kernzone'. Dit is het gebied in het dorp waar de commerciële voorzieningen gevestigd kunnen worden. De gemeente faciliteert dit, omdat sturing van deze voorzieningen nauwelijks mogelijk is. Voor het dorp is echter de verwachting dat het aantal voorzieningen op het gebied van detailhandel, dienstverlening en horeca terugloopt.

In alle gevallen moet een aanvraag voor een omgevingsvergunning, waar het gaat om bouwen, voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in de Welstandsnota Opsterland . Voor deze gronden in het plangebied geldt het welstandsgebied "Lintbebouwing". De daarbij geldende gebiedscriteria zijn, waar nodig en mogelijk, voorzien van een passende regeling in dit bestemmingsplan.