direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Overleg
Plan: Bakkeveen Kom
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0086.01BPKom-0301

Hoofdstuk 5 Overleg

In het kader van het vooroverleg op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan:

  • 1. De Rijksdiensten:
    • a. Rijkswaterstaat Directie Noord-Nederland;
    • b. Ministerie EL&I / energie;
    • c. Ministerie van Defensie;
    • d. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.;
  • 2. Provincie Fryslân;
  • 3. Waterbedrijf Vitens;
  • 4. Brandweer Fryslân;
  • 5. elektriciteitsbedrijf Enexis;
  • 6. telecombedrijf KPN;
  • 7. kabelbedrijf Ziggo;
  • 8. de Chef van de basiseenheid III;
  • 9. welstandscommissie Hûs en Hiem;
  • 10. Wetterskip Fryslân;
  • 11. N.V. Nederlandse Gasunie;
  • 12. woonbedrijf Elkien;
  • 13. woonbedrijf WoonFriesland;
  • 14. afvalverwerkingsbedrijf OMRIN;
  • 15. Plaatselijk Belang Bakkeveen.


De onder 2, 4 en 11 genoemde instanties hebben gereageerd. De onder 2 genoemde instantie heeft een inhoudelijke reactie gegeven. De reactie is hieronder in het kort samengevat en van commentaar voorzien. De volledige reacties zijn opgenomen in bijlage 1.

Ad 2. Provincie Fryslân

De provincie geeft bij brief van 19 maart 2013 aan dat de provinciale belangen in het plan aanleiding tot het maken van een aantal opmerkingen.

Archeologie (categorie 1)

Binnen de bestemmingen "Agrarisch-cultuurgrond" en "Sport" zijn wijzigingbevoegdheden opgenomen om de bestemming te kunnen wijzigen naar respectievelijk een recreatieterrein en (onder meer) wonen. In de wijzigingsregels zijn diverse criteria opgenomen. Een vereiste voor archeologisch onderzoek ontbreekt hier echter. De provincie verzoekt dit criterium alsnog op te nemen.

Reactie:

Bij nieuwe ontwikkelingen in het plangebied is in het hele plangebied een archeologische quickscan (steentijd-bronstijd) nodig. Wanneer de ontwikkelingen groter zijn dan 5.000 m² is bovendien een karterend onderzoek 3 (ijzertijd-middeleeuwen) vereist. Het hele plangebied kent een middelhoge of hoge verwachtingswaarde voor archeologische vondsten. Het uitvoeren van een archeologisch onderzoek is dan ook vereist en is als toetsingskader aan de betreffende wijzigingsbevoegdheden toegevoegd.

Toevoegen woningen bij wijziging (categorie 3)

Het sportterrein en het terrein voor recreatiewoningen (overigens nog niet gerealiseerd) kunnen met een wijzigingsbevoegdheid worden gewijzigd in de bestemming Wonen. Hiermee kan de provincie instemmen. Het sportterrein ligt namelijk binnen het Bestaand Stedelijk Gebied waar op grond van recent gemaakte afspraken plafondloos kan worden gebouwd en de wijziging van het recreatieterrein naar de bestemming Wonen is reeds opgenomen in het woonprogramma.

Het binnen het bestaand stedelijk gebied plafondloos bouwen heeft echter wel als consequentie dat er door het benutten van het sportterrein niet sprake mag zijn van een uitplaatsing van de sportvelden. Indien er wel sprake is van uitplaatsing kan voor deze locatie geen gebruik worden gemaakt van de afspraak om binnenstedelijk plafondloos te bouwen. Voor een nadere uitleg hiervan wordt verwezen naar bladzijde 80 van de toelichting van de Verordening Romte Fryslân.

Reactie:

Met de opmerking van de provincie zal rekening worden gehouden bij toepassing van de genoemde wijzigingsbevoegdheden. Het is op dit moment nog allerminst duidelijk op welke wijze de betreffende gebieden zullen worden ingevuld.

Landschappelijke inpassing (categorie 2)

In de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemmingen "Agrarisch - Cultuurgrond" en "Recreatie - Bijzondere recreatie" is als voorwaarde gesteld dat een goede ruimtelijke inpassing wordt gerealiseerd. Dit criterium ontbreekt echter bij de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming "Sport". Verzocht wordt dit criterium ook hier op te nemen.

Binnen de bestemming "Recreatie - Bijzondere recreatie" worden recreatiewoningen bij recht mogelijk gemaakt. Omdat het park nog niet is gerealiseerd wordt een landschappelijke in passing hier op zijn plaats geacht. Dit kan door een strook "groen" op de verbeelding te zetten of door een voorwaardelijke verplichting ten aanzien van een landschappelijke inpassing op te nemen.

Reactie:

Het toetsingscriterium dat een goede ruimtelijke inpassing wordt gegarandeerd is aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid toegevoegd (artikel 14 lid 144.4).

De gemeente kan zich ook vinden in de suggestie van de provincie om een goede landschappelijke inpassing te realiseren op het moment dat het recreatieterrein wordt ontwikkeld. De wijze waarop deze landschappelijke inpassing zou moeten plaatsvinden hangt echter af van de manier waarop het terrein zal worden ingevuld. Het leggen van een groenstrook (bestemming Groen) is gelet hierop geen optie. Daarom is gekozen voor een voorwaardelijke verplichting.