direct naar inhoud van 3.7 Water
Plan: Urkerstraat - Steile Bank
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.001300-0004

3.7 Water

3.7.1 Algemeen

De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. Op basis van de waterparagraaf is een wateradvies aangevraagd bij het 'Wetterskip Fryslan' In dit kader worden dan ook alle relevante waterhuishoudkundige aspecten meegenomen in het onderhavige plan zie Bijlage 8.

3.7.2 Waterrelevant Beleid

De belangrijkste beleidsdocumenten waarin de waterhuishoudkundige doelstellingen zijn beschreven zijn 4e Nota Waterhuishouding, Anders omgaan met water: Waterbeleid 21e eeuw, de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), Beleidslijn Grote Rivieren en de Nota Ruimte.

3.7.3 Watertoetsproces

In het advies van het 'Wetterskip Fryslan' zijn de volgende zaken benoemd.

Compensatie verharding

Wetterskip Fryslân hanteert het uitgangspunt dat een toename van verhard oppervlak gecompenseerd moet worden door waterberging aan te leggen. De toename in verhard oppervlak dient gecompenseerd te worden door 10% van de toename in verhard oppervlak als nieuw oppervlaktewater aan te leggen.

De toename van de verharding wordt ruimschoots gecompenseerd door de aanleg van de waterpartij langs de Rondweg.

Het verhard oppervlak neemt toe met ca. 800m². Langs de rondweg wordt een waterpartij aangelegd met naar verwachting een wateroppervlak van ca. 3000m². Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de eis voor compensatie.

Rioolgemaal

Aan de Zuidoostzijde van het plangebied (Flevostraat 18) staat een rioolgemaal. Rond rioolgemalen ligt een geurcontour van 30 meter om overlast te voorkomen. Het waterschap adviseert om geen bebouwing in de geurcontour te realiseren.

De nieuwe bouwgrens voor de woonbebouwing staat op minimaal 30,0 meter van de dichtstbijzijnde muur van het rioolgemaal. Hiermee voldoet het plan aan de milieunorm rond het Rioolgemaal.

Afvalwater- en regenwatersysteem

Om het aantal overstortingen van rioolwater en de belasting van rioolwaterzuiveringen te beperken, is het uitgangspunt om regenwater en rioolwater zoveel mogelijk gescheiden af te voeren. Het water afkomstig van verhard oppervlak kan, onder bij Waterkwaliteit genoemde voorwaarden, geloosd worden op het oppervlaktewater.

Waterkwaliteit

Om een goede kwaliteit van water te realiseren moet voorkomen worden dat milieubelastende stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. De bouwwijze en onderhoudstechniek moeten emissievrij zijn. Tevens dient gebouwd te worden met milieuvriendelijk en duurzaam materiaal.

Drooglegging en Waterpeilen

Bij de bouw van de woningen en het aanleggen van verharding moet rekening worden gehouden met voldoende drooglegging om bijvoorbeeld opdrijven van verharding of natte kruipruimtes te voorkomen. Het waterschap adviseert voor bebouwing met kruipruimte een drooglegging van 1,10m en voor bebouwing zonder kruipruimte een drooglegging van 0,70m gerekend vanaf de te realiseren bovenkant vloer. Ook voor verharding wordt een drooglegging van 0,70m geadviseert.

De bouwlocatie ligt in een peilgebied met een vast peil van -1,40m NAP. De geschatte gemiddelde maaiveldhoogte ligt tussen de -0,15m NAP en de +0,25m NAP. Bij het bepalen van de aanleghoogte dient rekening te worden gehouden met de droogleggingsnorm.

Waterwet

Voor alle ingrepen in de waterhuishouding moet tijdig een vergunning worden aangevraagd of een melding worden ingediend in het kader van de Waterwet.  Onder ingrepen in het watersysteem worden ook het onttrekken van grondwater en het lozen daarvan op het oppervlaktewater verstaan.

Procesafspraken

Het waterschap gaat er van uit dat de in deze watertoets vermelde adviezen worden opgevolgd en meegenomen in de verdere planvorming. Wanneer de vermelde adviezen worden opgevolgd ziet het waterschap met betrekking tot de realisatie van het voorliggende plan geen waterhuishoudkundige bezwaren. Het waterschap geeft dan ook een positief wateradvies.