direct naar inhoud van 3.3 Ecologie
Plan: Bantegaplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.001100-0006

3.3 Ecologie

In oktober 2010 is door EcoGroen Advies BV een quickscan natuurtoets uitgevoerd (zie Bijlage 10 Quickscan ecologie) in verband met sloop- en bouwwerkzaamheden op de locatie aan de Bantegastraat in Lemmer. De consequenties van de beoogde ruimtelijke ingreep op de aanwezige natuurwaarden zijn getoetst aan de Flora- en faunawet en het vigerend gebiedsgericht natuurwetgeving en -beleid.

Op basis van de ligging in de bebouwde kom en aard van de ruimtelijke ingrepen wordt ingeschat dat de plannen geen negatieve effecten hebben op de in de omgeving aanwezige Habitatrichtlijngebieden, Vogelrichtlijngebieden, Beschermde natuurmonumenten, EHS of belangrijke natuurwaarden buiten de EHS.

Aangetroffen en te verwachten soorten

  • In het plangebied zijn geen zwaarder beschermde plantensoorten of plantensoorten van de Rode Lijst aangetroffen en worden gezien de terreingesteldheid ook niet verwacht.
  • In de te slopen bebouwing zijn geen vaste verblijfplaatsen voor vleermuizen aangetroffen. Er wordt geen schade aan vlieg- en/of jachtroutes en foerageergebied van vleermuizen verwacht.
  • Verspreid in het plangebied zijn vaste verblijfplaatsen van enkele algemeen voorkomende, laag beschermde, zoogdiersoorten aangetroffen en te verwachten. Vaste verblijfplaatsen van juridisch zwaarder beschermde zoogdieren zijn niet aangetroffen en worden ook niet verwacht.
  • Het aanwezige groen in en in de directe omgeving van het plangebied vormt broedgebied voor enkele algemene broedvogels van name bos en struweel. Er zijn geen vogelsoorten aangetroffen en/of te verwachten waarvan de nestplaats en hun functionele leefomgeving jaarrond beschermd is.
  • Overwintering van enkele laag beschermde amfibieënsoorten is te verwachten in het plangebied.
  • Er zijn geen reptielen of beschermde vissen en ongewervelden aangetroffen en/of te verwachten. Geschikte biotopen voor deze soortgroepen ontbreken.

Vervolgtraject en mitigerende maatregelen

  • Het is vlak voor de bebouwing van belang rekening te houden met de mogelijk (her)vestiging van vleermuizen. in de toekomst.
  • Werkzaamheden die broedbiotopen van aanwezige vogels verstoren of beschadigen dienen te allen tijde te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd, maar is het van belang of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum. Dit is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering in elk geval op te starten in de periode voor half maart en na half juli.
  • Om schade aan kleine landzoogdieren en amfibieën te minimaliseren is het wenselijk – indien de planning van de activiteiten dit toelaat – werkzaamheden in het plangebied zoveel mogelijk uit te voeren in de periode september- december (mits vorstvrij).