direct naar inhoud van 3.4 Ecologie
Plan: Lemsterpark, fase 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0082.000600-0004

3.4 Ecologie

3.4.1 Algemeen

De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal planten- en diersoorten. Centraal hierbij staat de zorgplicht. Dit houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten slechts onder strikte voorwaarden mogelijk zijn. Bij ruimtelijk planvorming moet dan ook aandacht worden besteed aan de natuurwetgeving. Bij de natuurwetgeving kan een tweedeling worden gemaakt in soort- en gebiedsbescherming. Soortbescherming vindt plaats via Flora- en faunawet, de gebiedsbescherming gebeurt via de Natuurbeschermingswet 1998.

Door het bureau Altenburg en Wymenga is een ecologisch onderzoek uitgevoerd en de conclusies uit dit onderzoek zijn onderstaand opgenomen.

Ten behoeve van de planrealisatie is een ontheffing aangevraagd in verband met de (voorgenomen) overtreding van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Daarbij zijn mitigerende en compenserende maatregelen opgenomen die de negatieve effecten moeten verminderen.

3.4.2 Gebiedsbescherming

Bij iedere ruimtelijke ontwikkeling is een gemeente verplicht om te onderzoeken of het plangebied in of bij een speciale beschermingszone (sbz) als bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998 ligt. Hierbij wordt uitvoering gegeven aan de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten mogen niet worden aangetast.

Het plangebied heeft geen beschermde status in het kader van de Natuurbeschermingswet. Wel ligt vlakbij het plangebied het natuurgebiedje "Hof fan Hollân" dat niet onder de Natuurbeschermingswet valt. Realisatie van het plan kan negatieve effecten hebben. Om deze reden is een bufferzone in het plan opgenomen die de negatieve effecten moeten voorkomen. Gebieden die wel beschermd zijn liggen relatief ver van het plangebied.

3.4.3 Soortenbescherming

Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Deze wet heeft tot doel om beschermde flora- en faunasoorten te beschermen. Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen tot gevolg hebben dat beschermde soorten in het geding komen. Indien dergelijke soorten aanwezig zijn en door de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling bedreigd worden, moet een ontheffing aangevraagd worden.

Naar verwachting worden er met de ontwikkeling algemene en licht beschermde amfibieën en zoogdiersoorten verstoord. Een alternatief leefgebied is echter in de nabije omgeving aanwezig.

In het plangebied komen geen beschermde vissen, reptielen of amfibieën van de tweede of derde categorie voor. Ook zijn er geen zwaar beschermde zoogdieren te verwachten met uitzondering van vleermuizen.

Voor vogels in het plangebied geldt dat er geen werkzaamheden mogen plaatsvinden in het broedseizoen. Dit broedseizoen duurt van 15 januari tot 15 juni.

Met betrekking tot de blauwe reigerkolonie naast het plangebied wordt een verstoring verwacht tijdens de uitvoeringsfase en de ingebruikname van het gebied. Er zijn daarom maatregelen gepland die de negatieve effecten zullen terugbrengen.

Het plangebied is daarnaast ook geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. Vaste verblijfplaatsen en vliegroutes worden niet verwacht. Verstoring kan plaatsvinden indien 's nachts werkzaamheden worden uitgevoerd. Het plangebied kan na voltooiing van het plan weer gebruikt worden als foerageergebied en tevens zijn voldoende alternatieve foerageergebieden aanwezig.

Het onderzoek is als Bijlage 7 Ecologisch onderzoek bij deze toelichting gevoegd.

Mitigatie

Om de negatieve effecten van de realisatie van Lemsterpark, fase 2 te verminderen zijn een aantal mitigerende maatregelen opgesteld. Daarnaast zijn verbeteringsmaatregelen ten aanzien van de natuur in "Hof fan Hollân" opgesteld.

Mitigerende maatregelen ten aanzien van de inrichting van het plangebied

De inrichtingsplannen van 'Lemsterpark' worden afgestemd op het streven om de verstoring van Blauwe reiger in het "Hof fan Hollân" zo goed mogelijk te minimaliseren. Deze maatregelen zijn:

  • De verstoring vanuit de beoogde woningen zal groter zijn dan die vanuit de beoogde bedrijfsgebouwen. Daarom worden deze woningen zo ver mogelijk van het "Hof van Hollân" geplaatst. Bovendien zullen de woningen zodanig worden georiënteerd, dat de tuinzijde van de woonpercelen in de richting van het "Hof fan Hollân" ligt.
  • Het tracé van de beoogde toegangsweg tot het plangebied wordt verlegd, waardoor een grotere afstand ontstaat tot het "Hof fan Hollân" (meer dan 100 m). Daarmee wordt verstoring van de reigerkolonie door verkeer vermeden.
  • Het gebruik van straatverlichting wordt aangepast, waardoor er geen lichtuitstraling plaatsvindt in de richting van het "Hof fan Hollân".

Maatregelen in en rond het "Hof fan Hollân"

Behalve bovenstaande mitigerende maatregelen, zal ook een aantal extra maatregelen worden genomen om de natuurwaarden in het Hof fan Hollân te verhogen. Deze maatregelen hebben naar verwachting een positief effect op de kwaliteit van dit natuurgebiedje en de omgeving daarvan voor Blauwe reiger. Deze maatregelen zijn ook besproken met Staatsbosbeheer, als eigenaar en beheerder voor een deel van het bos. Deze extra maatregelen zijn:

  • Langs het "Hof fan Hollân" worden sloten aangelegd. Hierdoor ontstaan bufferzones en fysieke barrières tussen het natuurgebiedje en de omgeving. Bovendien zorgen deze sloten voor een betere regulering van het waterpeil binnen het "Hof fan Hollân".
  • Sloten in en rond "Hof fan Hollân" worden gebaggerd, waardoor niet alleen de regulering van het waterpeil wordt vergemakkelijkt, maar ook gunstigere foerageercondities ontstaan voor Blauwe reiger.
  • Mitigerende en extra maatregelen (hierboven) en compenserende maatregelen (hieronder) worden geborgd door deze op te nemen in afspraken betreffende beheer en ontwikkeling van het "Hof fan Hollân" en de omgeving daarvan. Er is overleg gaande om het beheer van het bosgebiedje en de directe omgeving daarvan over te dragen aan Staatsbosbeheer en een bestemmingsplanwijziging voor te bereiden waarbij deze gebieden worden aangewezen als 'natuur'.

Compensatie

Maatregelen om onvermijdelijke schade aan de soort te herstellen

Door vervangend broedgebied aan te bieden, zou compensatie mogelijk zijn voor een deel van de negatieve effecten van de plannen. Momenteel is alleen de oostelijke helft van het "Hof fan Hollân" geschikt voor Blauwe reigers. De rest van het gebied is minder geschikt als nestlocatie, omdat de bomen daar minder hoog zijn. Lage nestlocaties vormen een risico, omdat predatoren de nesten gemakkelijker kunnen bereiken.

Het lage westelijke deel van het bos kan geschikter worden gemaakt voor reigernesten, zodat binnen het "Hof fan Hollân" sprake is van extra nestplaatsen. Dit is uitvoerbaar door de waterstanden in het bos te verhogen, waardoor de bosbodem in het broedseizoen onder water komt te staan. Predatoren kunnen daardoor de nestlocaties niet meer bereiken, waardoor (op termijn) reigers ook deze lagere bomen kunnen gaan gebruiken.

3.4.4 Conclusies

Voor het plangebied geldt dat de ontwikkeling niet strijdig is met de Flora- en faunawet, mits er geen verstoring plaatsvindt binnen het broedseizoen en er mitigerende maatregelen worden getroffen met betrekking tot de kolonie met Blauwe Reigers. Dergelijke maatregelen zijn opgenomen in het bijgevoegde onderzoek, dat als Bijlage 7 Ecologisch onderzoek bij deze toelichting is gevoegd.