direct naar inhoud van Artikel 8: Wonen
Plan: Leeuwarden - Tolhuis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.04006BP00-VG01

Artikel 8: Wonen

8.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. (woon)straten, paden en pleinen;
  • d. groenvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • e. tuinen en erven;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2. Bouwregels
8.2.1. Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' dient ten minste één gevel van een hoofdgebouw in de gevellijn te worden gebouwd;
  • d. het aantal hoofdgebouwen per bouwvlak zal ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding “vrijstaand” mogen uitsluitend vrijstaande hoofdgebouwen worden gebouwd;
  • f. ter plaatse van de aanduiding “twee-aaneen” mogen uitsluitend hoofdgebouwen twee-aaneen worden gebouwd;
  • g. ter plaatse van de aanduiding “aaneengebouwd” dient een hoofdgebouw aaneengebouwd te worden, waarbij het aantal aaneen te bouwen wooneenheden ten hoogste het in de aanduiding ”maximum aantal wooneenheden” aangegeven aantal mag bedragen;
  • h. indien een hoofdgebouw vrijstaand wordt gebouwd zal de oppervlakte van een hoofdgebouw ten hoogste 100 m² bedragen;
  • i. indien een hoofdgebouw twee-aaneen wordt gebouwd zal de oppervlakte van een hoofdgebouw ten hoogste 75 m² bedragen;
  • j. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • k. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • l. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30° bedragen;
  • m. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60° bedragen.

8.2.2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen per hoofdgebouw zal ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 50% van het erf zal bedragen;
  • b. de goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • c. de dakhelling van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 60° bedragen.

8.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

8.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de verkeersveiligheid; en
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

8.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, indien:
    • 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
    • 2. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 50 m²;
    • 3. de activiteit niet (mede) wordt uitgeoefend door de eigenaar of één van de bewoners van de betreffende woning.

8.5. Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 8.4 sub d en toestaan dat de gronden en bouwwerken, in combinatie met het wonen, worden gebruikt ten behoeve van:
    • 1. een bedrijf zoals genoemd in bijlage 1 onder categorie 1, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, en risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
    • 2. een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling;

mits:

      • de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met een maximum van 50 m²;
      • de woonfunctie niet onevenredig wordt aangetast;
      • het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast. Uitsluitend niet-uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang zijn toegestaan;
      • er voldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
      • het bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan drie;
      • het niet gaat om vormen van detailhandel en/of horeca, tenzij het productiegebonden detailhandel betreft;
      • er geen publieksaantrekkende werking van de activiteiten uitgaat;
      • het parkeren op eigen erf plaatsvindt. Indien dit niet mogelijk is, mag de parkeer- en verkeersdruk in de naaste omgeving als gevolg van de voorgenomen activiteit niet onevenredig toenemen.