direct naar inhoud van Artikel 11: Gemengd - 1
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.02002BP00-VG01

Artikel 11: Gemengd - 1

11.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
    • 2. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
    • 3. cultuur en ontspanning, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
    • 4. detailhandel al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, niet zijnde supermarkten, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
    • 5. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
    • 6. speelautomatenhallen, voorzover het de eerste bouwlaag betreft; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - speelautomatenhal';
    • 7. opslagdoeleinden ten dienste van de onder 1 tot en met 4 genoemde functies, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
    • 8. horecabedrijven categorie 1, 2, 3 en/of 4, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 4';
    • 9. horecabedrijven, voorzover deze per gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met volgnummer corresponderen met de categorieën en de aantallen van de in bijlage 2 opgenomen tabellen, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 3', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 15', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 17', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 18', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 19' of 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 20', in welk geval horeca eveneens in de tweede en hogere bouwlagen is toegestaan;
    • 10. seksinrichtingen en horecabedrijven met een erotische vermaaksfunctie, ter plaatse van de aanduiding 'prostitutie';
    • 11. woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie woningen in de eerste bouwlaag aanwezig zijn, in welk geval de bestaande woningen zijn toegestaan;

waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;

met de daarbijbehorende:

  • b. tuinen, erven en terreinen;
  • c. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2. Bouwregels
11.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:

  • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg' mogen, ongeacht het bepaalde in lid 11.2.2, 11.2.3 en 11.2.4, geen gebouwen worden gebouwd.
11.2.2. Gebouwen binnen een bouwvlak met gevellijn

Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouw- c.q. maatvoeringsvlak ter plaatse voorzien van de aanduiding 'gevellijn' gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' of 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag respectievelijk de bouw- of de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding aangegeven goot- en/of bouwhoogte bedragen, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de onderlinge goot- en/of bouwhoogte van naast elkaar gelegen gebouwen zal ten minste 0,20 m van elkaar verschillen, tenzij het onderlinge verschil in de bestaande goot- en bouwhoogte minder bedraagt dan wel gelijk is aan elkaar, in welk geval de bestaande situatie geldt;
    • 2. de minimale goot- en/of bouwhoogte zal ten hoogste 1,00 m lager zijn dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' of 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven maximale goot- en/of bouwhoogte;
  • b. ten minste één gevel van een gebouw zal in de gevellijn worden gebouwd;
  • c. tussen twee dwars op de gevellijn gelegen bouw- c.q. maatvoeringsgrenzen zal over een horizontale diepte van ten minste 10,00 m dan wel de diepte van het maatvoeringsvlak één pand worden gebouwd;
  • d. indien ter plaatse de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' geldt, zal een gebouw over ten minste een horizontale diepte van 6,00 m dan wel over de diepte van het bouwvlak zijn voorzien van een (afgeknot) schild- of zadeldak dan wel samengestelde delen hiervan, waarbij de volgende regels gelden:
    • 1. de dakhelling zal ten minste 50° bedragen;
    • 2. de dakhelling zal ten hoogste 80° bedragen;
  • e. indien een gebouw of een deel van een gebouw voorzover gelegen binnen de gebieden ter plaatse aangeduid als 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 3', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 15', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 17', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 18', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 19' of 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 20' als woning in gebruik wordt genomen en deze woning in- of aanpandig is bij een horecabedrijf, dienen de gevels van de woning te worden voorzien van een zodanige geluidswering dat het horecabedrijf kan voldoen aan de geluidsvoorschriften voor in- en aanpandige woningen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer.
11.2.3. Gebouwen binnen een bouwvlak zonder gevellijn

Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouw- c.q. maatvoeringsvlak niet voorzien van een gevellijn, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de bouwhoogte bedragen van het binnen het bouwperceel gelegen aangrenzende maatvoeringsvlak dat voorzien is van een gevellijn, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bestaande bouwhoogte geldt;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding aangegeven bouwhoogte bedragen.
11.2.4. Gebouwen buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van gebouwen buiten een bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 50% van de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel bedragen;
  • b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
11.2.5. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
11.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel';
  • b. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw ten behoeve van de in lid 11.1 sub a onder 1 tot en met 8 genoemde functies, met uitzondering van horeca in de gebieden ter plaatse aangeduid als 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 3', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 15', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 17', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 18', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 19' of 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 20'
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, niet bedoeld ondergeschikte horeca, in afwijking van het aantal horecapanden dat in bijlage 2 is opgenomen, voorzover van toepassing op een gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met bijbehorend volgnummer;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan:
    • 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel 1500 m² of minder bedraagt;
    • 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel meer dan 1500 m² bedraagt;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van speelautomatenhallen met uitzondering van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - speelautomatenhal';
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, alsmede voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.
11.5. Afwijken van de gebruiksregels
11.5.1. Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 11.4 onder a in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel, mits de distributieve voorzieningen in het kernwinkelgebied niet worden verstoord;
  • b. het bepaalde in lid 11.4 onder b in die zin dat de tweede of hogere bouwlaag van een gebouw wordt gebruikt ten behoeve van een in lid 11.1 sub a onder 1 tot en met 5 genoemde functie, mits:
    • 1. deze functie een directe relatie heeft met de functie in de eerste bouwlaag;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de individuele ruimtelijke waarden van het betreffende pand;
  • c. het bepaalde in lid 11.4 sub f in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd;
    • 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • d. het bepaalde in lid 11.4 sub f in die zin dat de gebouwen worden gebruikt voor detailhandel in consumentenvuurwerk, mits wordt voldaan aan hetgeen in het Vuurwerkbesluit is bepaald.
11.5.2. Toetsingscriteria

De in lid 11.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.6. Wijzigingsbevoegdheid
11.6.1. Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Gemengd - 1' wordt gewijzigd in een bestemming ten behoeve van cultuur- en ontspanning, maatschappelijk en/of horeca de maatvoering wordt aangepast en/of de situering van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' wordt gewijzigd, mits:

  • a. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 4';
  • b. een goede beeldkwaliteit wordt nagestreefd bij herinvulling van de betreffende locatie.
11.6.2. Toetsingscriteria

De in lid 11.6.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.