Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Harlingen - Het Oosterpark
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0072.Oosterpark-VA01

Artikel 10 Sport

10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 
  1. terreinen ten behoeve van sport- en recreatieve voorzieningen, zoals voetbalvelden, tennisbanen, skeelerbanen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  2. gebouwen ten behoeve van:
    1. sport- en recreatieve voorzienin­gen, waaronder een zwemcomplex en een kantine;
    2. onderhoud en beheer;
  3. fysiotherapie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van maatschappelijk - fysiotherapie';
met de daarbijbehorende:
  1. paden;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. bebossing en beplanting;
  5. waterlopen; 
  6. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 
  1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  3. de dakhelling bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale dakhelling (graden)' aangegeven dakhelling.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
  1. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 15 meter bedragen;
  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen mag niet meer dan 5 meter bedragen.
10.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
  1. een samenhangend bebouwingsbeeld;
  2. een goede milieusituatie;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10 lid 2.1 sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak wor­den gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen gelijk zal zijn aan ten hoogste de oppervlakte van het bouwvlak.