direct naar inhoud van Artikel 3: Bedrijf - Nutsvoorziening
Plan: Koningsbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0072.Koningsbuurt-GV02

Artikel 3: Bedrijf - Nutsvoorziening

3.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van een rioolwaterzuiveringsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwaterzuivering';
  • b. een windmolen, ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';

alsmede voor:

  • c. het tegengaan van een te hoge geluidbelasting vanwege een industrieterrein van geluidgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';

met de daarbijbehorende:

  • d. ontsluitingswegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. erven en terreinen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2. Bouwregels
3.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als gebouw mogen uitsluitend de in lid 3.1 sub a genoemde gebouwen worden gebouwd;
  • b. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' zal het bebouwingspercentage van een bouwvlak ten hoogste het in die aanduiding aangegeven percentage bedragen;
  • d. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte bedragen.
3.2.2. Windmolens

Voor het bouwen van een windmolen gelden de volgende regels:

  • a. een windmolen mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine', zal ten hoogste 1 windmolen worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van een windmolen zal ten hoogste 35,00 m bedragen.
3.2.3. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
3.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.