direct naar inhoud van Artikel 7: Leiding - Gas
Plan: Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 2011
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0070.BPSBRUITBGLAST2010-VAS1

Artikel 7: Leiding - Gas

7.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor:

  • a. een strook ten behoeve van een hoofdgastransportleiding;

met de daarbijbehorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2. Bouwregels
7.2.1. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.

7.2.2. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

7.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

7.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het veilig en doelmatig functioneren van de leiding.

7.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 7.2.1. en lid 7.2.2. in die zin dat de in de basisbestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
    • 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.

7.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5.1. Vergunningsplichtige werken en werkzaamheden

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de basisbestemmingen een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • d. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.

7.5.2. Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 7.5.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van kracht worden van het plan.

7.5.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien:

  • a. door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting van de belangen van de, in het lid 7.1. genoemde, leiding ontstaat of kan ontstaan;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.