direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: St.-Annaparochie - Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.120502-VA01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
    • 2. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
    • 3. kantoren, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
    • 4. grootschalige detailhandel in dierbenodigdheden, brand- en explosiegevaarlijke stoffen en opslag van consumentenvuurwerk, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig';
    • 5. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer';
    • 6. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen;
  • c. een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • d. een baan voor mini stockcars, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mini stockcarbaan';

met de daarbijbehorende:

  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. straten en paden;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. sloten, bermen en beplanting;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage zal per bouwperceel ten hoogste 80% bedragen.
4.2.2 Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van een bedrijfsgebouw tot de weg zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • b. de afstand van een bedrijfsgebouw tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3,00 m bedragen;
  • c. de onderlinge afstand tussen bedrijfsgebouwen zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen, met dien verstande dat ter plaats van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)', de bouwhoogte ten hoogste de aangegeven bouwhoogte mag bedragen;
  • e. een bedrijfswoning mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • f. per bedrijf mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • g. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 6,50 m bedragen;
  • h. de dakhelling van een bedrijfsgebouw of een bedrijfswoning zal ten hoogste 60º bedragen.
4.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen in of achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bedrijfswoning zal ten hoogste 60 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,30 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 60° bedragen.
4.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen zullen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het gebouw dat het dichtst op de weg is gebouwd, worden gebouwd;
  • b. erf- en terreinafscheidingen mogen niet worden gebouwd, indien de zijdelingse bouwperceelgrens aan de openbare ruimte grenst, anders dan aan een weg;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mag ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' een antennemast ten behoeve van de mobiele telefonie worden geplaatst met een bouwhoogte van ten hoogste 30,00 m.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.1 sub a in die zin dat bedrijfsgebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits deze afwijking uitsluitend wordt verleend ten behoeve van het accentueren van bijzondere gevelelementen aan de voorzijde van het bouwperceel;
  • b. het bepaalde in lid 4.2.2 sub b in die zin dat de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens wordt verkleind;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.2 sub c in die zin dat de onderlinge afstand tussen bedrijfsgebouwen wordt verkleind, mits de brandveiligheid hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. het bepaalde in lid 4.2.2 sub d in die zin dat de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 12,00 m, met dien verstande dat de afwijking niet geldt in de zone langs de Draai;
  • e. het bepaalde in lid 4.2.2 sub e in die zin dat een bedrijfswoning gedeeltelijk buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'bedrijfswoning' wordt gebouwd, mits:
    • 1. de afstand van een bedrijfswoning tot de weg ten minste 5,00 m bedraagt;
    • 2. de afstand van een bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 3,00 m bedraagt;
    • 3. de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste 150 m² bedraagt;
    • 4. de geluidsbelasting van geluidgevoelige objecten vanwege het wegverkeer niet hoger zal zijn dat de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;
  • f. het bepaalde in lid 4.2.2 sub e in die zin dat ten hoogste één bedrijfswoning wordt gebouwd buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'bedrijfswoning', mits:
    • 1. deze afwijking uitsluitend geldt ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied';
    • 2. de afstand van een bedrijfswoning tot de weg ten minste 5,00 m bedraagt;
    • 3. de afstand van een bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 3,00 m bedraagt;
    • 4. de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste 150 m² bedraagt;
    • 5. de geluidsbelasting van geluidgevoelige objecten vanwege het wegverkeer niet hoger zal zijn dat de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;
    • 6. de toename van het groepsrisico kan worden verantwoord;
  • g. het bepaalde in lid 4.2.2 sub h en lid 4.2.3 sub d in die zin dat de dakhelling van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 80°;
  • h. het bepaalde in lid 4.2.4 sub a en toestaan dat erf en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het gebouw dat het dichtst op de weg is gebouwd, worden gebouwd, mits:
    • 1. de afstand tot de bouwperceelgrens ten minste 3,00 m bedraagt;
    • 2. de afwijking uitsluitend wordt toegepast bij bedrijven die vanwege hun bedrijfsactiviteiten overwegend gebruik maken van onbebouwd terrein en relatief weinig gebouwen nodig hebben;
    • 3. de erf- en terreinafscheidingen vanuit de bedrijfsfunctie noodzakelijk zijn en bijdragen aan een goede ruimtelijke inpassing van de betreffende bedrijfsactiviteiten;
    • 4. erf- en terreinafscheidingen die grenzen aan de openbare ruimte worden afgeschermd met opgaande beplanting;
  • i. het bepaalde in lid 4.2.4 sub d in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van zend-, ontvangst- en/of sirenemasten wordt vergroot tot ten hoogste 30,00 m.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als bouwperceel over een oppervlakte van minder dan 2500 m²;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel grootschalig', in welk geval detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en opslag in consumentenvuurwerk is toegestaan;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor opslag van meer dan 2.000 kg consumentenvuurwerk;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van:
    • 1. de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel grootschalig';
    • 2. de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel perifeer';
    • 3. de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
    • 4. productiegebonden detailhandel;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
  • g. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning voor bewoning.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.5 sub b en c in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van perifere detailhandel, grootschalige detailhandel in dierbenodigdheden en agrarische bedrijfsbenodigdheden, detailhandel in motorbrandstoffen en detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen, mits:
    • 1. het vanwege ruimtebeslag of (verkeers)overlast onmogelijk of onwenselijk is de desbetreffende vestiging in of aangrenzend aan de bestaande winkelgebieden in de kernen van de gemeente het Bildt in te passen;
    • 2. er met betrekking tot de vestiging van detailhandel in bouwmaterialen, woninginrichtingsartikelen en agrarische bedrijfsbenodigdheden geen onevenredige aantasting van de distributieve voorzieningen in de kernen van de gemeente het Bildt zal optreden;
    • 3. het geen detailhandel in voedings- en genotmiddelen betreft;
    • 4. de vestiging plaatsvindt in de bestaande gebouwen;
    • 5. de vestiging geen onevenredige afbreuk doet aan het winkelapparaat in de diverse kernen;
    • 6. ten aanzien van het toelaten van detailhandel in motorbrandstoffen en brand- en explosiegevaarlijke stoffen, wordt voldaan aan het Besluit inrichtingen externe veiligheid;
  • b. het bepaalde in lid 4.5 onder e en f in die zin dat de gronden en bouwwerken tevens worden gebruikt voor de uitoefening van hobbymatige activiteiten gelijkwaardig aan bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    • 1. de activiteiten uitsluitend in bedrijfsunits plaatsvinden;
    • 2. de bedrijfsvloeroppervlakte per unit niet meer dan 300 m² bedraagt;
    • 3. er geen buitenopslag plaatsvindt en (permanente) buitenactiviteiten plaatsvinden;
    • 4. de activiteiten geen beperkingen opleveren voor de bedrijven in de directe omgeving;
    • 5. de volgende activiteiten niet plaatsvinden:
      • detailhandel;
      • horeca;
      • medische en sociale praktijken;
      • kapsalons, nagelstudio's, schoonheidssalons en vergelijkbare activiteiten;
      • het houden van dieren;
      • opslag van gevaarlijke en/of brandbare stoffen;
  • c. het bepaalde in lid 4.5 onder e in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 3.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
  • d. het bepaalde in lid 4.5 onder f in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 , mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 4.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben.
4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'detailhandel grootschalig', 'detailhandel perifeer', 'specifieke vorm van bedrijf - mini stockcarbaan' of 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.