direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Minnertsga Bedrijventerrein Bosdykje Fase 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.060509-VA01

Artikel 5 Groen

 

5. 1.       Bestemmingsomschrijving

 

De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    plantsoenen, groenstroken en beplanting;

b.    water;

waarbij ter plaatse van de aanduiding “landschapswaarden”, een goede landschappelijke inpassing wordt gegarandeerd;

met daaraan ondergeschikt:

c.    ontsluitingswegen en inritten, ter plaatse van de aanduiding “ontsluiting”;

d.    paden;

e.    openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

f.     bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5. 2.       Bouwregels

5. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

5. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

5. 3.       Nadere eisen

 

Burgemeester en Wethouders kunnen ten behoeve van een goede landschappelijke inpassing, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,  nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

5. 4.       Specifieke gebruiksregels

 

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding “ontsluiting”;

b.    het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;

c.    de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen;

d.    het storten van puin en afvalstoffen.

5. 5.       Ontheffing van de gebruiksregels

 

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een goede landschappelijke inpassing en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 5.4. sub a juncto artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening en toestaan dat oppervlakteverhardingen worden aangebracht. 

5. 6.       Aanlegvergunning

5. 6. 1. Ter plaatse van de aanduiding “landschapswaarden” is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

-       het verwijderen opgaande beplanting;

5. 6. 2. Het bepaalde in lid 5.6.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

5. 6. 3. De in lid 5.6.1. genoemde vergunning mag uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een goede landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein.