direct naar inhoud van Artikel 3: Bedrijf
Plan: Grijpskerk Noord - Uitbreiding NAM-locatie
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0056.BPNA10UITB1-VA01

Artikel 3: Bedrijf

3.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ondergrondse opslag van een buffervoorraad aardgas;
  • b. het injecteren, winnen, bewerken en meten van aardgas;
  • c. gascompressie en gastransport;

en mede bestemd voor:

  • d. de aanleg, het onderhoud en beheer van leidingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. groenvoorzieningen;
  • f. wegen;
  • g. water;

met de daarbijbehorende:

  • h. gebouwen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met inbegrip van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de geleiding, beveiliging of regeling van het verkeer, de waterbeheersing, nutsvoorzieningen en transport- en energieleidingen;
  • j. werken en voorzieningen.
3.2. Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte.

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 3,00 m;
  • b. de bouwhoogte van geluidsschermen bedraagt maximaal 12,00 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 9,00 m.
3.3. Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2sub. c. in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt verhoogd tot maximaal 16,00 m, mits:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. de bouwhoogte van reclamemasten maximaal 6,00 m bedraagt.
3.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwerken als (beperkt) kwetsbaar object;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bewoning.