direct naar inhoud van Artikel 19 Water
Plan: Jirnsum
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPJirnsum2010-OH01

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Water ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging, waterhuishouding, watergangen en waterlopen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-bijzondere bebouwing', mede een boothuis;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'steiger', mede steigers;

met daarbij behorende bouwwerken, waaronder begrepen beschoeiingen, bruggen, remmingswerken, dammen en/of duikers, met uitzondering van insteekhavens.

19.2 Bouwregels

Op de voor ' Water ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

19.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen geldt dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-bijzondere bebouwing' de bouwhoogte boven waterpeil niet meer dan 2 m mag bedragen.
19.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat:

  • a. steigers uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  • b. de bouwhoogte van bruggen, constructies voor het in en uit het water tillen van boten en remmingswerken niet meer dan 20 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor de voorgevel van het gebouw en het verlengde daarvan danwel indien sprake is van hoeksituaties en grenzend aan de weg op het openbaar groen, niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde niet meer dan 4 m mag bedragen.
19.3 Afwijken van de bouwregels
19.3.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van 19.2.2 onder a ten behoeve van de bouw van een steiger.

19.3.2 Afwegingskader

De in 19.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de doorvaart van schepen.