| Plan: | Grou-Meinga 2, Herziening schoolgebouw Grou |
|---|---|
| Status: | onherroepelijk |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0055.BPGrouSchool-OH01 |
Een belangrijke wettelijke verankering van de relatie tussen het bestemmingsplan/ wijzigingsplan en de waterhuishouding vond plaats in 2003, toen de zogenoemde watertoets in het Bro werd opgenomen. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. In het kader van de totstandkoming van een ruimtelijke plan houdt de verplichting tot het opstellen van een watertoets in dat in een vroegtijdig stadium van de planvorming overleg plaatsvindt met de waterbeheerder. In een dergelijk overleg wordt stilgestaan bij de consequenties van het nieuwe ruimtelijke plan ten aanzien van de waterhuishouding en de te nemen waterhuishoudkundige maatregelen. De watertoets wordt in de toelichting bij het ruimtelijk plan opgenomen in de vorm van een waterparagraaf. De waterbeheerder binnen het plangebied is Het Wetterskip Fryslân.
De locatie valt binnen het waterbeheersingsplan "strategische waterstructuurvisie Grou". In het plan staat gedetailleerde informatie over het watersysteem en de riolering. Binnen Grou bestaat voorts de behoefte om extra wateroppervlakte te realiseren ter verkrijging van een robuust watersysteem.
In het kader van de watertoets hebben de gemeente en het Wetterskip meerdere keren overleg gevoerd. In deze overleggen is besproken welke waterhuishoudkundige consequenties het plan voor de schoolbouw kan hebben en wat het plan betekent voor de waterhuishoudkundige inrichting. De gepleegde overleggen hebben geresulteerd in een notitie van Procensus (uitgangspunten waterhuishoudkundige situatie Brede Scholen Akkrum en Grou, 16.252_R_059-02, 12 september 2007, zie Bijlage 13). In deze notitie is ingegaan op de toekomstige situatie ter plaatse van de locatie op basis van de onderstaande uitgangspunten.
Aanvullend op het landelijke beleid heeft het Wetterskip Fryslan beleid opgesteld waarin praktische aandachtpunten en richtlijnen zijn opgenomen. De belangrijkste richtlijnen zijn:
Algemene gehanteerde uitgangspunten:
Bij de uiteindelijke ontwikkeling van het schoolgebouw zullen met betrekking tot het aspect water de bovenstaande uitgangspunten als basis dienen.
Het plangebied is in het verleden gebruikt als zwembad. Daarnaast is momenteel nog een deel van het plangebied in gebruik als sporthal met bijbehorende (infrastructurele) voorzieningen. In het gebied zelf liggen geen hoofdwatergangen, wel ligt in het plangebied een sloot. Het plangebied is in de huidige situatie grotendeels onverhard.
Het plan omvat de bouw van een school met benodigde voorzieningen. Het buitenterrein wordt grotendeels verhard (parkeren) en een deel wordt ingericht voor waterpartijen. Om voldoende drooglegging te creëeren wordt het plangebied opgehoogd.
Bij de bouw van de school wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van niet uitloogbare materialen in zowel bebouwing als in beschoeiing en materialen die met hemelwater in aanraking komen. De waterkwaliteit wordt hiermee namelijk bevorderd.
Oppervlaktewater
Het bestaande streefpeil blijft gehandhaafd op NAP -1,10 m. Het bestaande slotenpatroon blijft grotendeels intact. Een klein gedeelte wat ter plaatse van de toekomstige school ligt zal worden gedempt. Het betreft hier een watergang van ca. 40 m lengte met een wateroppervlak van ca. 100 m2.
Als onderdeel van het plan wordt een bergingsvijver nabij het nieuwe schoolgebouw aangelegd. Als gevolg van het dempen en aanleggen van nieuwe waterpartijen wordt bij het Wetterskip een ontheffing van de Keur aangevraagd.
Riolering
Het plangebied wordt gerioleerd met een gescheiden rioolsysteem. Het DWA-riool zal onder vrij verval worden aangesloten op de bestaande gemengde riolering van Grou in de Tjallinga/Stationsweg. De DWA-afvoer is berekend op 2000x2,5 l/h + 5 m3/h.
Het hemelwater wat afstroomt van verharde oppervlakken zal rechtstreeks via RWA-riolering worden afgevoerd naar omliggende watergangen.
Bergingscompensatie
Uit de berekening, weergegeven in de notitie van Procensus, blijkt dat het verhard oppervlak in de toekomstige situatie met circa 15.000m2 toeneemt. In totaal bedraagt de oppervlakte van het plangebied bijna 4 hectare waarvan 2,6 hectare verhard oppervlak is. Voor een dergelijk verhard oppervlak geldt een bergingscompensatie-eis van 2.394m2. In totaal wordt in het plangebied bijna 3.100m2 aan wateroppervlak gerealiseerd. De waterbergingscapaciteit voldoet dan ook aan de bergingscompensatie-eis.
Het voorontwerp bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg 3.1.1. Bro toegezonden naar het Wetterskip. Middels een brief van 28 september 2010 heeft het Wetterskip, behoudens het verzoek tot opnemen van de informatie zoals beschreven in paragraaf 4.8.1, verder geen opmerkingen gegeven aangaande het bestemmingsplan.