| Plan: | Grou-Meinga 2, Herziening schoolgebouw Grou |
|---|---|
| Status: | onherroepelijk |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0055.BPGrouSchool-OH01 |
Sinds 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder (Wgh) in werking getreden. Er wordt daarin onderscheid gemaakt tussen geluidsgevoelige en overige gebouwen. In de wet worden woningen als "geluidsgevoelig gebouw" aangemerkt en zijn "andere geluidsgevoelige gebouwen":
Op basis van de Wgh zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai.
De voorgenomen ontwikkeling betreft de bouw van een schoolgebouw waarin ruimte is voor twee scholen, een gymnastieklokaal en een kinderopvang. Het nieuwe schoolgebouw is in de Wet geluidhinder aangemerkt als geluidsgevoelig gebouw. Door DHV is in het kader van de wegverkeerslawaai een akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 9).
In het onderzoek zijn de geluidcontouren van vijf (spoor)wegen behandeld. Het plangebied ligt namelijk in de wettelijk vastgelegde geluidcontour van de (spoor)wegen Rijksweg A32, Stationsweg, Tjallinga, Burstumerdyk en de Spoorlijn Heerenveen - Leeuwarden. De resultaten van het onderzoek zijn per weg beschreven in de onderstaande paragrafen. De geluidcontouren zijn berekend op een waarneemhoogte van 5 meter (2 bouwlagen). De geluidbelastingen zijn gepresenteerd als dagwaarde.
A32
Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting in het hele plangebied meer bedraagt dan voorkeursgrenswaarde van 48 dB en de maximale grenswaarde van 53 dB. Indien binnen 53 dB contour een geluidgevoelige onderwijsactiviteit wordt gerealiseerd dan is dat alleen mogelijk als de gevels aan de zijde van de A32 'doof' worden uitgevoerd (zonder te openen delen en voorzien van voldoende geluidwering, zie art. 1b, lid 5 Wgh)). Ook kan het ontwerp van de inrichting zo opgezet worden dat niet geluidgevoelige onderwijsactiviteiten als afscherming dienen voor de geluidgevoelige delen zoals klaslokalen. Als de geluidgevoelige onderwijsactiviteit binnen de 48 dB en 53 dB contouren wordt gerealiseerd dient een hogere waarde te worden vastgesteld door het bevoegd gezag.
Om de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde en de maximale grenswaarde tegen te gaan kunnen maatregelen worden genomen. De maatregel die in dit geval het meest effect kan hebben is een nieuw geluidscherm langs de A32. Hiervoor komen vijf varianten in aanmerking.
Stationsweg
Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting tot op circa 180 meter van de Stationsweg meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale grenswaarde van 63 dB wordt op een afstand van 25 meter van de Stationsweg overschreden. De geluidcontour van de Stationsweg ligt grotendeels over het plangebied. Afhankelijk van de exacte locatie van het nieuwe schoolgebouw dient bepaald te worden of er hogere waarden vastgesteld moeten worden en of er 'dove' gevels uitgevoerd moeten worden.
Het toepassen van stiller asfalt is vanwege de kruisingen niet mogelijk aangezien stiller asfalt minder bestand is tegen draaiend verkeer.
Tjallinga
Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting tot circa 45 meter van de Tjallinga meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale grenswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. De geluidcontour van de Tjallinga ligt met name over het oostelijke deel van het plangebied. Afhankelijk van de exacte locatie van het nieuwe schoolgebouw dient bepaald te worden of er hogere waarden vastgesteld moeten worden en of er 'dove' gevels uitgevoerd moeten worden.
De gemeente kan in overweging nemen om stiller asfalt toe te passen op deze weg. Indien asfalt met een reductie van 3 dB wordt toegepast dan zullen de contourafstanden verkleinen en dus de geluidbelastingen lager worden.
Burstumerdyk
Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting tot circa 10 meter van de Burstumerdyk meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale grenswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. De geluidcontour van de Burstumerdyk ligt met name aan de westelijke rand van het plangebied. Afhankelijk van de exacte locatie van het nieuwe schoolgebouw dient bepaald te worden of er hogere waarden vastgesteld moeten worden en of er 'dove' gevels uitgevoerd moeten worden.
Omdat ten tijde van het onderzoek, dat door DHV in januari 2010 is uitgevoerd, nog niet de exacte locatie en ontwerp van het schoolgebouw bekend waren, is door WNP ingenieurs een nadere analyse uitgevoerd (Definitieve analyse geluidsbelasting nieuw te realiseren schoolcomplex Grou, Notitie 4101255.N04g, zie Bijlage 10). Bij deze analyse is gebruik gemaakt van het definitieve ontwerp en de exacte locatie van het schoolgebouw.
Uit de analyse blijkt dat de geluidsbelasting (inclusief aftrek ex artikel 110g van de Wet geluidhinder) vanwege het wegverkeer, invallend op de gevels van het schoolgebouw maximaal de onderstaande waarden bedraagt (afgerond):
Uit de resultaten blijkt dat vanwege de A32 de maximale ontheffingswaarde van 53 dB ter plaatse van (een deel van) de westgevel wordt overschreden. Realisatie van het de nieuwbouw is mogelijk als de betreffende geveldelen 'doof' worden uitgevoerd. Aanvullend moet een hogere waarde procedure worden doorlopen voor de A32 en de Tjallinga. De aan te vragen hogere waarde dient (ten minste) gelijk te zijn aan:
Voor de Stationsweg geldt dat de geluidbijdrage wordt afgeschermd door de naastgelegen sporthal. Ter plaatse van de nieuw te realiseren school wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van Lden = 48 dB.
De verkeersintensiteit op de Burstumerdyk is beperkt. Ter plaatse van de nieuwe school wordt ruimschoots voldaan aan de voorkeursgrenswaarde 48 dB.
Binnenwaarde
Omdat het treffen van bronmaatregelen zoals het toepassen van geluidarm asfalt, het reduceren van de rijsnelheid en het plaatsen van geluidschermen niet haalbaar of uitvoerbaar zijn, dient door middel van gevelmaatregelen de verplichte binnenwaarde van 28 dB gehaald te worden. In de notitie (Effect en kostenindicatie van mogelijke maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting op de scholenbouw te Grou, 4101255.N02g, zie Bijlage 11) wordt hier nader op ingegaan.
De totale cumulatieve geluidsbelasting (exclusief aftrek ex artikel 110g van de Wet geluidhinder) is hierbij leidend. Deze totale cumulatieve geluidsbelasting, invallend op de gevels van de nieuwbouw bedraagt als geen bron- en/of overdrachtsmaatregelen worden getroffen maximaal 59 dB ter plaatse van de 'doof' uit te voeren westgevel en 57 dB invallend op de overige gevels. Dit niveau moet in de onderwijsruimten worden teruggebracht naar maximaal 28 dB, zodat voor de gevels een karakteristieke gevelgeluidwering van minimaal 59 – 28 = 31 dB is benodigd.
Deze waarde kan in scholen waar mechanische ventilatie wordt toegepast (hetgeen in dit complex het geval zal zijn), worden gerealiseerd met geluidsisolerend glas [RA >31 dB(A) voor standaard buitengeluid] en de in relatie tot het aspect energiezuinig bouwen reeds benodigde dubbele kierdichting. Het treffen van andere mogelijk dure voorzieningen ter realisatie van voldoende gevelgeluidwering is derhalve niet nodig. Bij het verlenen van een vergunning ten behoeve van het bouwen van het schoolgebouw zal hieraan extra aandacht worden geschonken.
Het aspect wegverkeerslawaai vormt dan ook geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.
Spoorweg Leeuwarden/Heerenveen
Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting in het plangebied niet meer bedraagt dan de grenswaarde van 53 dB. De Wet geluidhinder stelt vanwege de spoorweg geen aanvullende eisen aan het realiseren van geluidgevoelige onderwijsactiviteiten in het plangebied.
Met het nemen van maatregelen aan het schoolgebouw met betrekking tot wegverkeerslawaai, het feit dat het railverkeerlawaai geen belemmering vormt en de afwezigheid van industrielawaai in het plangebied, vormt het aspect geluid geen belemmering voor het realiseren van het voorgenomen plan.