direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01

2.4 Gemeentelijk beleid

Planologisch beleid

Door de gemeente is een nota van uitgangspunten voor het planologisch beleid opgesteld (vastgesteld d.d. 16 mei 2006). Deze nota gaat onder meer in op de visie voor (recreatie)woningen en bijgebouwen voor de bebouwde kommen. Deze dient als basis voor de actualisatie van bestemmingsplannen voor de dorpen in Boarnsterhim.

Structuurvisie Boarnsterhim 2018

Op 9 februari 2010 is de “Structuurvisie Boarnsterhim 2018” vastgesteld. De Structuurvisie geeft op hoofdlijnen aan, welke ruimtelijke ontwikkelingen gewenst zijn binnen de gemeente tot 2018.

Algemeen

Grou is de grootste kern binnen de gemeente Boarnsterhim. De voorzieningen in het dorp trekken ook mensen uit de omliggende kernen naar Grou en daardoor kent het dorp een regiofunctie. Grou vormt als regionaal centrum een belangrijk schakel tussen de kleinere kernen en de stedelijke centra. Er wordt ingezet op concentratie van wonen, werken en voorzieningen. Daarnaast is Grou in het Streekplan Fryslân aangewezen als recreatiekern.

Wonen

Voor woningbouw betekent dit dat Grou als stedelijk centrum inzet op behoud en verdere ontwikkeling van aantrekkelijke woonmilieus voor opvang van woningbehoefte uit de regio. Dit is verder uitgewerkt in de Structuurvisie Wonen.

Voorzieningen

Voor voorzieningen geldt dat met name Grou als regionaal centrum een verzorgingsfunctie voor het omliggende gebied heeft. Regionaal georiënteerde voorzieningen binnen Grou moeten ruimtelijk goed gepositioneerd zijn. Daarnaast is het behouden en versterken van een attractief en bereikbaar kernwinkelgebied van belang.

Bedrijventerrein

Verder geldt voor Grou (de regionale centra) dat bestaande bedrijventerreinen op kwaliteit gehouden moeten worden en dat hier ruimte moet zijn voor het op voorraad aanleggen van nieuwe, goed bereikbare bedrijventerreinen, zodat een wervend vestigingsmilieu voor (boven)lokale en regionale bedrijven aanwezig is.

Een groot deel van de bedrijvigheid binnen de gemeente heeft een relatie met watersport. Veel bedrijventerreinen zijn dan ook aan het water gelegen.

Daarnaast ligt Grou ook aan de A32 en de spoorlijn. Deze gunstige ligging biedt ook mogelijkheden voor niet-watersport gerelateerde bedrijvigheid.

Recreatie

Grootschalige recreatieve ontwikkelingen, zoals jachthavens en grote campings, vinden aansluiting bij de bestaande recreatie kernen, waar Grou onder valt.

Structuurvisie Wonen (2010)

Op 26 januari 2010 is de Structuurvisie Wonen Gemeente Boarnsterhim vastgesteld.

De woningmarkt is een dynamische markt in beweging door voortdurende verandering van vraag en aanbod. Met het nieuwe Wonen wil de gemeente Boarnsterhim inspelen op belangrijke veranderingen zoals veranderende woonwensen, de toekomstige krimp van de bevolking en andere woningbouwafspraken met omringende gemeenten en de provincie.

De algemene doelstelling van de structuurvisie wonen is:

'Het blijvend zorg dragen voor voldoende en kwalitatief goede woningen voor de inwoners van Boarnsterhim in een woonomgeving die afgestemd is op de behoeften en op de ruimtelijke esthetische waarden in een plezierige woonomgeving.'

Deze doelstelling houdt concreet het volgende in:

1. Stellen van beleidskaders

Vanaf 2030 zal ook in de Friese regio sprake zijn van een teruglopende bevolking. Bouwen voor de latere leegstand moet dan ook worden voorkomen. De gemeente Boarnsterhim heeft tot 2016 nog 467 aan contingent over, gerekend vanaf 1 januari 2008. Het bouwen van woningen dient zoveel mogelijk in verstedelijkt gebied, ofwel bundelingsgebieden plaats te vinden. In de gemeente Boarnsterhim valt Wergea onder het bundelingsgebied met Leeuwarden. Ongeveer 60% van de woningbouw wordt gebouwd in de kernen Akkrum, Grou en Wergea (Grut Palma). Om verder te waarborgen dat het open landschap niet wordt aangetast heeft de provincie als randvoorwaarde gesteld dat maximaal 60% van het beschikbare contingent in uitleggebieden buiten de bebouwde kom mag worden gebouwd. Op invullocaties binnen de bebouwde kom mag plafondloos (contingent vrij) gebouwd worden.

2. Passende gemeentelijke woonvisie: contingent, aanbod en vraag

In de lopende plannen en projecten tot 2016 zijn 689 woningen gepland in de hele gemeente waarvan 250 woningen in het buitengebied, en 439 woningen binnen de bebouwde kom. De conclusie luidt hier dat de gemeente terughoudend zal omgaan met nieuwe initiatieven op het gebied van woningbouw, met name in het buitengebied. Daarbij luidt de verwachting dat met de huidige woningbouwproductie de geplande aantallen meer gefaseerd in de tijd ontwikkeld zullen worden, dat wil zeggen in de periode na 2015.

3. Een toetsingskader voor nieuw in te dienen woningbouwinitiatieven naast de bestaande plannen en lopende projecten.

In de structuurvisie wonen wordt een algemeen kader geschetst op basis waarvan concrete plannen en initiatieven beoordeeld kunnen worden. Naast dit algemene kader worden de bestaande plannen en projecten bijgehouden in de zogenaamde woningbouwmonitor (bijlage bij de Structuurvisie Wonen). De woningbouwmonitor zet in aantallen uiteen waar woningbouw plaats vindt en om wat voor soort woningen het gaat. Twee keer per jaar worden de aantallen tegen het licht gehouden en wordt gekeken of de gemeente zou moeten komen tot bijstelling cq. fasering van de woningbouwaantallen, bijstelling van de strategie, en hernieuwde afspraken binnen het Bestuurlijk Overleg Stadsregio Leeuwarden (BOSL) met de omringende gemeenten en de provincie.

Welstandsnota (2004)

Het doel van het welstandsbeleid van de gemeente Boarnsterhim (vastgelegd in de welstandsnota van 19 maart 2004) is een effectief, controleerbaar en klantvriendelijk welstandstoezicht, waarbij particulieren, opdrachtgevers en architecten zich in een vroeg stadium op de hoogte kunnen stellen over de van toepassing zijnde welstandscriteria. Onderstaand is de gebiedsindeling uit de Welstandsnota opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0001.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0002.png"

Bij aanvragen voor omgevingsvergunningen voor bouwen (binnen onderhavige bestemmingsplanregeling) zal een beoordeling plaatsvinden op basis van de welstandsnota, dan wel de aanvullende welstandsbeleidsplannen welke zijn toegevoegd aan de welstandsnota.

Prostitutiebeleid

Gemeenten zijn sinds oktober 2000 aangewezen op eigen beleid en regulering van het prostitutiewezen binnen hun gemeentegrenzen. Op dit moment zijn er binnen de gemeente Boarnsterhim geen seksinrichtingen gevestigd. Het gemeentelijk beleid (vastgesteld 26 augustus 2003) is gericht op de vestiging van ten hoogste één seksinrichting in het buitengebied. In de door de gemeente opgestelde beleidsnotitie "prostitutiebeleid gemeente Boarnsterhim" stelt de gemeente als eis dat de seksinrichting uitsluitend gevestigd mag worden in een bestaand pand in het buitengebied. Daarnaast dient de seksinrichting op tenminste 250 meter van een woonbestemming te liggen en op tenminste 500 meter van de bebouwde kom of buurtschap. Verder moet er een goede verkeersontsluiting zijn en voldoende parkeerplaatsen.

Gelet op het feit dat uitsluitend in het buitengebied een seksinrichting mag worden gevestigd is dit aspect voor het onderhavige bestemmingsplan niet van belang. Binnen dit bestemmingsplan is het dan ook niet toegestaan een seksinrichting op te richten.

Woonschepenbeleid

Zoals op de kaart van Grou te zien is bevinden zich acht woonschepen in het gebied: namelijk vier permanente en vier recreatieve woonschepen. De regeling met betrekking tot permanente woonschepen is vastgelegd in de Woonschepenverordening Boarnsterhim vastgesteld door de raad op 18 februari 1997. Hierin is exact aangegeven waar de verschillende permanent bewoonde woonschepen zijn toegelaten. De gemeente is bezig nieuw beleid te formuleren, welke te zijner tijd zal worden verwerkt in het bestemmingsplan. Vooralsnog is de bestaande situatie vastgelegd.

Het beleid voor recreatieve woonschepen is opgenomen in de Notitie 'Het innemen van een ligplaats voor recreatieve woonschepen'. Deze is vastgesteld op 24 februari 1998.

Notitie "Criteria voor de realisatie van bedrijfswoningen"

Het wonen bij het bedrijf wordt door veel ondernemers gezien als een belangrijke meerwaarde, ook als dat vanuit de bedrijfsvoering eigenlijk niet echt nodig is en er voldoende mogelijkheden zijn voor huisvesting in een woongebied in de directe omgeving. De aanwezigheid van bedrijfswoningen beperkt de ontplooiing van bestaande bedrijven in de omgeving en bemoeilijkt de vestiging van nieuwe bedrijven, vooral als die bedrijven behoren tot een wat zwaardere milieu categorie. Vanwege deze laatste factoren is het uitgangspunt van de gemeente in algemene zin dat bedrijfswoningen op bedrijventerreinen niet worden toegelaten, eventueel met uitzondering van daartoe aan te wijzen zones, waar ook om andere redenen (nabijheid hindergevoelige functies, gewenste maatvoering en beeldkwaliteit) alleen bedrijven uit de lichte milieu categorieën toelaatbaar zijn. De praktijk is echter dat mede op grond van wensen van ondernemers toch vaak bedrijfswoningen worden toegelaten. Daartoe is in veel bestemmingsplannen een vrijstellingsregeling opgenomen (op dit moment spreken we niet meer van vrijstelling maar van afwijking, dus waar nu vrijstelling staat wordt afwijking bedoeld). Hoewel vrijstellingen bedoeld zijn voor incidentele gevallen (“uitzondering op de regel”), wordt de vrijstelling voor bedrijfswoningen vaak ruimhartig toegepast. De toetsing blijft daarbij vaak beperkt tot algemene criteria als het straat- en bebouwingsbeeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de verkeersveiligheid. Specifieke criteria ontbreken in oudere plannen en zijn andere gevallen soms beperkt tot regels omtrent de geluidbelasting in verband met weg- en soms spoorwegverkeer. Een enkele keer wordt aangegeven dat moet worden aangetoond dat de bedrijfswoning in verband met de aard van het bedrijf (echt) noodzakelijk is. Soms wordt een specifieke maatvoering voor bedrijfswoningen aangegeven, vaak ook niet. Voor inpandige bedrijfswoningen (bedrijfswoningen die zijn geïntegreerd in het bedrijfsgebouw) gelden geen of nauwelijks bepalingen.

In de notitie "Criteria voor de realisatie van bedrijfswoningen" wordt de conclusie getrokken dat een terughoudend beleid ten aanzien van het toelaten van bedrijfswoningen op bedrijventerreinen op zijn plaats is. Bedrijfswoningen zouden in elk geval moeten worden uitgesloten als bedrijven qua geur, stof en gevaar behoren tot VNG-milieu categorie 3 (100 meter) en hoger. Bij de notitie is een indicatieve lijst gevoegd, waarin is aangegeven bij welke typen bedrijven en instellingen een bedrijfswoning noodzakelijk is/ kan zijn. In dit bestemmingsplan zijn de bedrijfswoningen specifiek aangeduid.

Detailhandelsstructuurvisie Grou

In samenwerking tussen de gemeente Boarnsterhim, de Business Club Grou, de Kamer van Koophandel Noord Nederland en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel is een visie ontwikkeld op de detailhandel in de kern Grou. Deze Detailhandelsstructuurvisie

is op 12 januari 2010 vastgesteld.

De visie kiest voor een doorontwikkeling van het centrum van Grou. De branchering van de supermarktlocatie aan de Stationsweg wordt niet verruimd. Buiten het centrum en de locatie Stationsweg is op bedrijventerreinen alleen detailhandel mogelijk met een afwijking. De branches (in voornamelijk volumineuze artikelen-ABC) die toegelaten worden komen overeen met het kader dat gesteld wordt door het Streekplan Fryslân en zijn watergerelateerd.

Belangrijkste keuzes in de detailhandelsstructuurvisie:

  • De visie kiest voor het uitbreiden van het kernwinkelgebied in de richting van de Volmaweg/Passantenhaven of Minne Finne, aansluitend op de reeds geinitieerde particuliere ontwikkelingen. Door deze uitbreiding wordt ruimte gecreëerd voor aanvullende winkelvoorzieningen die ertoe kunnen leiden dat de toevloeiing van bezoekers uit omliggende gebieden een voor Grou normaal niveau bereikt, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van de reeds aanwezige detailhandel. In vergelijkbare plaatsen is namelijk een hogere toevloeiing van bezoekers.
  • De belangrijkste structurele betekenis van het uitbreiden van het kernwinkelgebied is dat er voor het eerst (of opnieuw) een functionele relatie wordt gelegd tussen het dorpshart en het Pikmar. Grou verbindt zich zo met de Friese meren in plaats dat het met de rug er naar toe gekeerd is. Grou kan zich zo optimaal ontwikkelen tot toeristisch recreatief watersportgebied.
  • Het Halbertsmaplein is nu alleen aan de noordzijde bewinkeld. De oostzijde van het plein, dat nu een dode wand laat zien, leent zich voor ontwikkeling van commerciële ruimte. Gelet op de zonligging is horeca denkbaar, maar ook kleinschalige detailhandel is mogelijk.
  • Op Minne Finne kan ruimte worden gecreëerd voor parkeergelegenheid, deels ten behoeve van te ontwikkelen voorzieningen, maar ook ter vervanging van parkeerplaatsen die opgeheven moeten worden om de voetgangers meer ruimte te geven en ondernemers beter in staat te stellen zich te presenteren. Dit betreft vooral De Doorbraak, het Halbertsmaplein en de Parkstraat aansluitend op de Hoofdstraat.

Horecanota

In vervolg op de detailhandelsstructuurvisie is ook het horecabeleid van de gemeente geactualiseerd. Van belang is dat Grou zich positief onderscheid ten opzicht van andere watersportkernen. Deze centrale functie kan worden versterkt met hoogwaardige horeca. In de nota zijn drie gebieden onderscheiden elke met zijn eigen kenmerken en aandachtspunten in relatie tot horeca ontwikkeling: Kerngebied Horeca (oranje), Randgebied Horeca (groen) en Schil (geel). Alleen het meest oostelijke deel van de Schil valt binnen het plangebied van dit bestemmingsplan. De Schil kent overwegend een woonfunctie met één enkel bestaand horecabedrijf. Met het oog op de woonfunctie is verdere ontwikkelingsruimte van horecabedrijven niet wenselijk, behoudens de twee voorziene (mogelijke) ontwikkelingen ter plaatse van de Hellinghaven (Volmaweg) of Minne Finne en de Blikpôle (Prinses Wilhelminastraat). Het front van Grou aan de waterzijde is dan op drie geografisch goed verspreidde locaties te voorzien door horecabedrijven, het Theehuis vormt hierin het middelpunt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0003.png"

Beschermd Dorpsgezicht Grouw en Oosterveld

Het historische hart van Grou is sinds 1990 officieel Beschermd Dorpsgezicht Grouw De aangrenzende buurt Oosterveld, een vroeg 20ste eeuwse dorpsuitbreiding, is sinds 2007 ook beschermd dorpsgezicht. Voor beschermde dorpsgezichten geldt op grond van de Monumentenwet dat de bescherming een passende vertaling in een bestemmingsplan dient te krijgen. Het plangebied valt deels binnen de beschermde dorpsgezichten. In voorliggend bestemmingsplan is een vergelijkbare regeling opgenomen als in bestemmingsplan 'Grou Kom-beschermd dorpsgezicht e.o.'

Een volledige beschrijving van de Beschermd Dorpsgezicht Grouw (1990) en het Beschermd Dorpsgezicht Oosterveld (Grou), aangewezen in 2007, is opgenomen als Bijlage 3 en Bijlage 4 bij de toelichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01_0004.jpg"