direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal beleid
Plan: Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01

2.3 Provinciaal beleid

Streekplan Fryslân 2007, Om de kwaliteit fan de romte'

Het beleid inzake de ruimtelijke inrichting van Friesland is in grote lijnen neergelegd in het Streekplan Fryslân 2007, Om de kwaliteit fan de romte'. Provinciale Staten van Fryslân hebben op 13 december 2006 het Streekplan voor Fryslân vastgesteld.

Het streekplan is de schakel tussen het abstracte rijksbeleid en het concrete gemeentelijke beleid. Het bovenlokaal belang wordt benadrukt bij het instandhouden en verder ontwikkelen van de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de ruimte. Stad en platteland hebben elkaar nodig en ondersteunen elkaar. Het doel is een economisch sterk en tegelijkertijd mooi Friesland.

Grou als regionaal centrum

De kern Grou is een regionaal centrum in het streekplan. Voor de regionale centra wordt door de provincie ingezet op bundeling en concentratie van wonen en werken en een robuust draagvlak voor voorzieningen door:

  • een goede ruimtelijke positionering en situering van regionaal georiënteerde voorzieningen. Behoud en versterking van een attractief en bereikbaar kernwinkelgebied is belangrijk;
  • behoud en verdere ontwikkeling van aantrekkelijke woonmilieus voor opvang van de woningbehoefte in de regio. Uitgegaan wordt van een meer dan evenredige woningtoename in de regionale centra;
  • het op kwaliteit houden van bestaande bedrijventerreinen en het op voorraad aanleggen van nieuwe, goed bereikbare bedrijventerreinen, zodat een wervend vestigingsmilieu voor (boven)lokale en regionale bedrijven aanwezig is.

Toekomstig werken en wonen in Grou

Voorlopig is voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar voor werken (Frisia) en voor wonen (herstructurering/herschikking functies in het bestaande komgebied). Aan de noordzijde van de kern ligt een ontwikkelingsgebied. De nadere invulling hiervan wordt nog bekeken, eventueel in combinatie met een nieuwe noordelijke ontsluiting vanaf de A32. Een sprong over de A32 is in de streekplanperiode niet nodig. Waar mogelijk vindt herschikking van bestaande bedrijfsfuncties ten behoeve van nieuwe woonmogelijkheden plaats, eventueel gekoppeld aan de Staande Mastroute. Opwaardering van het waterfront en overige kwalitatieve verbeteringen dragen bij aan het recreatieve imago en de verdere ontwikkeling van Grou als belangrijke watersportkern met bijbehorende voorzieningen.

Recreatie

Grou is aangewezen als recreatiekern. Opwaardering van het waterfront en overige kwalitatieve verbeteringen dragen bij aan het recreatieve imago en de verdere ontwikkeling van Grou als belangrijke watersportkern met bijbehorende voorzieningen.

Verordening Romte Fryslân

Op 15 juni 2011 hebben Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân vastgesteld. Op 1 augustus 2011 is de Verordening Romte Fryslân in werking getreden. De verordening stelt regels die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. De verordening voorziet niet in nieuw beleid. Uitsluitend geldend provinciaal ruimtelijk beleid is omgezet in algemeen geldende regels. Het gaat met name om beleid in het Streekplan Fryslân 2007, het Derde provinciale Waterhuishoudingsplan 2010-2015 en het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan. Uitgangspunt is dat de verordening niet meer regelt dan noodzakelijk is. Wat elders al goed geregeld is (in de AMvB Ruimte of in andere wet- en regelgeving) hoeft niet over te worden gedaan. Verder is bij de wijze van regeling rekening gehouden met de verantwoordelijkheid van gemeenten. Binnen randvoorwaarden is ruimte voor lokaal maatwerk.

Grou in de Verordening

De kern Grou valt in de Verordening onder "regionaal centrum" en is aangemerkt als bestaand stedelijk gebied (BSG).

Bestaand stedelijk gebied

Onder het BSG (AMvB Ruimte) wordt verstaan: “een krachtens artikel 2.4 (AMvB Ruimte) door het provinciebestuur aangewezen gebied dat de bestaande, onderscheidenlijk bij bestemmingsplan toegelaten en voorziene woon- of bedrijfsbebouwing, waaronder mede begrepen de daarbij behorende openbare voorzieningen en verkeersinfrastructuur, van een stad, dorp of kern bevat.” Dit is inclusief uitbreidingslocaties. Het doel van de begrenzing van het BSG wordt aangegeven in artikel 2.5 (AMvB Ruimte). De provincie moet algemene regels formuleren gericht op bundeling van nieuwe bebouwing en zorgvuldig ruimtegebruik.

Zorgvuldig ruimtegebruik

Voor zowel bedrijfsruimte/ terrein als voor woningen geldt dat uitbreiding alleen is toegestaan indien de behoefte hieraan is aangetoond én inbreiding / herstructurering geen opties zijn.

Wonen

Woningbouw projecten (meer dan 11 woningen) zijn in principe alleen toegestaan conform een goedgekeurd Woonplan. Afwijkingen hierop zijn benoemd in de Verordening.

Werken

In een ruimtelijk plan voor een regionaal centrum zijn niet toegestaan grote kantoren (> 1.200 m² BVO), bedrijven in de hoogste milieu categorieën (5.1, 5.2, 5.3 of 6), grotere kavels dan 10.000 m² en een voorziening met een bovenregionaal verzorgingsgebied.

In het plangebied komen geen bedrijven in de hoogste milieu categorie voor. Het bouwen van grote kantoren is wel plaatselijk toegestaan echter dit betreft een bestaande situatie. Ook ten aanzien van de grootte van de kavels gaat het om een bestaand bedrijventerrein waar in dit plan sprake is van het consolideren van bestaande rechten.

Detailhandel 

Detailhandel buiten het bestaande kernwinkelgebied kan slechts worden toegestaan indien sprake is van perifere detailhandel. In dat geval dient in de plantoelichting te worden gemotiveerd dat:

  • a. de detailhandel geen afbreuk doet aan de verzorgingsfunctie van het bestaande kernwinkelgebied;
  • b. de detailhandel qua schaal en verzorgingsfunctie aansluit bij aard en schaal van de kern, en
  • c. vestiging in het kernwinkelgebied of de centrumrand redelijkerwijs niet mogelijk is, voor zover sprake is van detailhandel in fietsen, auto accessoires en supermarkten.