direct naar inhoud van Artikel 21 Sport
Plan: Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01

Artikel 21 Sport

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport ' aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  • a. sportactiviteiten, met uitzondering van activiteiten ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren, met daarbij behorende voorzieningen als een sportkantine;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan', mede een ijsbaan;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met daarbij behorende gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen.

21.2 Bouwregels

Op de voor ' Sport ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

21.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen geldt dat:

  • a. een gebouw uitsluitend binnen een bouwvlak mag worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven bouwhoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', de hoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • d. indien een grotere bouwhoogte / goothoogte legaal aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze bouwhoogte / goothoogte mag worden gehandhaafd.
21.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten en ballenvangers niet meer dan 12 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen, grenzend aan de weg of het openbaar groen, niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • c. in de overige situaties de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen;
  • d. voor de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regel:

  • a. in 21.2.1 onder a voor het bouwen van beheersgebouwen buiten een bouwvlak, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer dan 50 m2 mag bedragen en met een maximale bouwhoogte van 4 m;
  • b. in 21.2.2 onder b voor het verhogen van de bouwhoogte tot ten hoogste 2 m bij uitsluitend visueel open erfafscheidingen;
  • c. in 21.2.2 onder c voor het verhogen van de bouwhoogte tot ten hoogste 3 m, mits de noodzaak voor afschermende en beschermende werking is aangetoond.
21.3.2 Afwegingskader

De in 21.3.1 genoemde omgevingsvergunningen worden slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de externe veiligheid;
  • f. de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.