direct naar inhoud van Artikel 15 Kantoor
Plan: Grou
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0055.BPGROU-OH01

Artikel 15 Kantoor

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Kantoor ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. wonen in (boven)woningen tot het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal wooneenheden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', mede voor een trouwlocatie en museum met ondergeschikte horeca ten dienste van de bestemming;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', mede voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de cultuurhistorische waarden,

met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven, terreinen, parkeer- en groenvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Op de voor ' Kantoor ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

15.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven bouwhoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', de goothoogte respectievelijk bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldkwaliteit' dienen de representatieve onderdelen van het bedrijf te worden gesitueerd en dient de voorkant of ontsluitingszijde van het bedrijf naar de weg gericht te zijn;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', dient de hoofdvorm van het hoofdgebouw, bepaald door de gevelbreedte, goothoogte, bouwhoogte, dakhelling, nokrichting en oppervlakte van het grondvlak, zoals die hoofdvorm bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, te worden gehandhaafd, met dien verstande dat een afwijking van de goothoogte en/of de bouwhoogte van ten hoogste 5% is toegestaan, waarbij de dakhelling overeenkomstig mag worden aangepast;
  • g. indien een grotere bouwhoogte / goothoogte legaal aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, deze bouwhoogte / goothoogte mag worden gehandhaafd.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale en externe veiligheid.
15.3.1 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 39.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

15.4 Afwijken van de bouwregels
15.4.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regel in 15.2.1  onder a en kan worden toegestaan dat buiten een bouwvlak bergingen, (fietsen-)stallingen en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 50 m2 per bestemmingsvlak en met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m.

15.4.2 Afwegingskader

De in 15.4.1 genoemde omgevingsvergunningen worden slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de externe veiligheid;
  • f. de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.