direct naar inhoud van 4.4 Waterhuishoudkundige aspecten en waterparagraaf
Plan: Ontwerp bestemmingsplan Mijnbouwlocatie Ranum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWI2010INBR2-VA01

4.4 Waterhuishoudkundige aspecten en waterparagraaf

Ten behoeve van het bestemmingsplan voor deze mijnbouwlocatie en weg is ook de watertoets van belang. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Voor het waterschap Noorderzijlvest is bij de Watertoets uitgangspunt dat zij door de gemeente Winsum om wateradvies zal worden gevraagd. Om dit wateradvies vlot te laten verlopen heeft overleg plaatsgevonden met het waterschap (mevr. W. van der Meulen). Hierbij is de onderstaande tekst als 'concept waterparagraaf' voorgelegd en akkoord bevonden.

Voor de Watertoets zijn in dit geval de aspecten waterberging en waterkwaliteit van belang. Hieronder worden deze aspecten nader uitgewerkt.

Waterberging

Figuur 3 en 4 geven het principe ontwerp van de mijnbouwlocatie en weg. Door aanleg van de locatie zal het verhard oppervlak toenemen (locatie + toegangswegen). Daarnaast is een aantal waterhuishoudkundige aanpassingen nodig of gewenst, waaronder het aanbrengen van drie dammen met duikers in bestaande sloten en het graven van een nieuwe sloot voor waterberging.

Voor uitbreiding van het verhard oppervlak is compenserende waterberging vereist. Waterschap Noorderzijlvest hanteert bij plannen < 10 ha de vuistregel dat het extra te realiseren wateroppervlak gelijk is aan 10% van de toename van het verhard oppervlak.

In het ontwerp wordt voor de waterberging rekening gehouden met de realisatie van een sloot ten noorden van de mijnbouwlocatie. Deze sloot heeft in het voorlopig ontwerp een bovenbreedte van circa 5 m bij een lengte van bijna 200 m. Dit betreft een maximaal oppervlak van bijna 1.000 m2. Het realiseren van deze sloot vindt plaats binnen de bestemming "groen".

Het vereiste bergingsoppervlak (toename verhard oppervlak van locatie + weg) volgens de 10% norm is circa 1.000 m2 (10% van 1 ha). Hiermee voldoet het ontwerp aan de gestelde norm voor waterberging. Nadere uitwerking voor de aan te brengen dammen/duikers en de nieuw te graven sloot kan in het kader van de aan te vragen keurontheffing worden geregeld.

Waterkwaliteit

Hieronder wordt aangegeven hoe om wordt gegaan met het aspect waterkwaliteit.

De volgende punten zijn hierbij van belang:

Uitvoeren van boringen (maximaal twee keer voorzien)

  • verontreinigd afvalwater en hemelwater, vrijkomend tijdens boor- en/of onderhoudsactiviteiten, zal per tankwagen worden afgevoerd naar een erkende verwerker;
  • na afronding van boor- en/of onderhoudsactiviteiten op het terrein wordt het terrein door een gespecialiseerd bedrijf gereinigd. Ook dit water gaat naar een erkende verwerker.

Daadwerkelijke winning van aardgas

  • voor de lozing van (schoon) hemelwater op oppervlaktewater tijdens winning van aardgas zal een lozingsvergunning worden aangevraagd bij het waterschap;
  • de eventuele lozing van huishoudelijk afvalwater (tijdelijk: sanitaire voorzieningen tijdens de werkzaamheden) zal worden afgestemd met het waterschap (gebruik septic tank of alternatief, dan wel afvoer per vrachtwagen).

Uitgangspunt is dat door het uitvoeren van deze punten het aspect waterkwaliteit voldoende gewaarborgd is.

Keurontheffing

Voor het plan zijn wijzigingen in de waterhuishoudkundige infrastructuur nodig. Hiervoor dient Keurontheffing te worden aangevraagd bij waterschap Noorderzijlvest. De procedure duurt maximaal 8 weken.

Persleiding

Aanvullend vraagt het waterschap aandacht voor een persleiding die door het meest oostelijke hoekje van het plan loopt. Ter plaatse is de bestemming "groen" voorzien. Een specifieke (dubbel) bestemming voor deze persleiding acht de gemeente niet nodig. Uiteraard dient er bij uitvoering van de (grond) werkzaamheden wel rekening te worden gehouden met deze leiding.