Ontwerp bestemmingsplan Mijnbouwlocatie Ranum

4.3 Archeologie

In verband met de aanleg van de locatie is met betrekking tot archeologie een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd (zie bijlage).

Hierbij zijn de volgende conclusies getrokken en adviezen gegeven.

Op basis van het bureauonderzoek worden in het plangebied resten uit de Late IJzertijd – Romeinse tijd en/of uit de Merovingische periode – Nieuw tijd verwacht. Deze resten kunnen bestaan uit een vlaknederzetting, (huis)wierde of steenhuis. Eventuele archeologische resten worden vanaf het maaiveld tot een diepte van circa 2,0 m - mv. verwacht. Resten uit perioden die toe behoren aan het pleistocene landschap bevinden zich op zeer grote diepte en zullen gezien de diepte van de ontgravingen, circa 1,5 m -mv, niet worden verstoord.

De verwachte archeologische resten kunnen in het gehele plangebied worden aangetroffen. Het plangebied is tot nu toe altijd onbebouwd gebleven er worden dan ook geen recente verstoringen in het plangebied verwacht.

Teneinde de verwachtingen uit het bureauonderzoek te toetsen en eventueel aanwezige archeologische resten op te sporen is een verkennend booronderzoek uitgevoerd. In totaal zijn 16 archeologische boringen gezet tot een diepte van maximaal 3 m -mv. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek kan worden geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied vanaf circa 0,3 tot 0,65 m -mv. sprake is van een natuurlijk bodemprofiel. In het plangebied zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden aangetroffen.