direct naar inhoud van REGELS
Plan: Bestemmingsplan Joure - entree Joure
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0051.BPJRE13ENTREEJOURE-VA02

REGELS

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

Het Bestemmingsplan Joure - entree Joure, van de gemeente De Friese Meren.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0051.BPJRE13ENTREEJOURE- met de bijbehorende regels en bijlagen

1.3 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.4 bar-/dancing

Een bar, waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen, en naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, zoals discotheken en nachtclubs;

1.5 bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.6 bebouwingspercentage

Een in het bouwvlak of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal bebouwd mag worden;

1.7 bedrijfsgebonden reclamemast

Een reclamemast voor de diensten of producten van een of enkele bedrijven die op of aangrenzend aan het perceel waarop de reclamemast, aanwezig zijn.

1.8 bestaand
  • a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en werkzaamheden:
    • 1. bestaand ten tijde van de eerst terinzagelegging van het plan;
  • b. ten aanzien van het overige gebruik:
    • 1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van het plan;
1.9 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.10 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.12 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.13 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.14 bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.15 bouwperceelgrens

De grens van een bouwperceel.

1.16 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.17 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.18 cultuurgrond

grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden;

1.19 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.20 hoofdgebouw

Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.21 horecabedrijf

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaar al dan niet voor consumptie ter plaatse worden verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.22 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water-, en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten:

1.23 overkapping

elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;

1.24 overig bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.25 pand

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.26 peil
  • a. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    • 1. de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    • 1. de hoogte van het terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. voor een bouwwerk dat in, op of aan het water wordt gebouwd:
    • 1. het NAP -1,00 m;

1.27 risicovolle inrichting

een inrichting, welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde; een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand, moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.28 reclamemast

een paal met een of meerdere reclameuitingen;

1.29 reclameuiting

iedere vorm van informatieverstrekking die dient ter aanprijzing van of een wervend karakter kent ter zake van een bepaalde dienst of een bepaald product;

1.30 verlichtingsmast

een paal met een of meerdere naar beneden gerichte lichtarmaturen uitsluitend bedoeld om verhardde en/of onverharde terreinen te verlichten;

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overige bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.5 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van dakvlakken en dakkapellen.

2.6 de hoogte van een windturbine

Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. een lpg opslagtank, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - opslagtank lpg”;
  • c. een lpg-vulpunt, ter plaatse van de aanduiding “vulpunt lpg”;
  • d. paden;
  • e. sloten, bermen en beplanting;
  • f. water;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. wegen en woonstraten;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. reclameobjecten.

met de daarbij behorende:

  • m. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde waaronder vlaggenmasten.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van reclameobjecten zal ten hoogste 3,70 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen.

3.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - opslagtank lpg" wordt verwijderd mits:
    • 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

 

Artikel 4 Horeca

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een horecabedrijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - parkeren': tevens voor parkeren;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. wegen, straten en paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder bedrijfsgebonden reclamemasten, verlichtingsmasten en vlaggenmasten.
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

4.1 Bouwregels
4.1.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw of overkapping zal binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste 3,5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

4.1.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfsgebonden reclamemasten zal ten hoogste 16,00 m bedragen;
  • c. er mag ten hoogste één bedrijfsgebonden reclamemast per bouwperceel worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 12,00 m bedragen;
  • e. er mogen ten hoogste 4 vlaggenmasten per bouwperceel worden gebouwd;
  • f. de bouwhoogte van verlichtingsmasten zal ten hoogste 12,50 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 6,50 m bedragen.

4.1.3 Specifieke bouwregels binnen de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - parkeren'

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde en overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zal met uitzondering van de verlichtingsmasten en bedrijfsgebonden reclamemast binnen de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - parkeren' ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • b. de bouw van erf- en terreinafscheidingen is niet toegestaan.

4.2 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. een goede milieusituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de verkeersveiligheid; en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.1.1 sub a in die zin dat gebouwen en/of overkappingen buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. dit vanuit het oogpunt van externe veiligheid aanvaardbaar is.
  • b. het bepaalde in lid 4.1.2 sub b in die zin dat de hoogte van één bedrijfsgebonden reclamemast kan worden verhoogd tot maximaal 20,00 m, mits:
    • 1. dit geen beperkingen oplevert voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 2. de verhoging ruimtelijk en verkeerstechnisch aanvaardbaar is.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Toegestaan gebruik

In overeenstemming met deze bestemming is in ieder geval:

  • a. het gebruik van maximaal twee verlichtingsmasten voor reclameuiting;
  • b. het gebruik van de bedrijfsgebonden reclamemast voor reclame uiting;
  • c. het gebruik van vlaggenmasten voor reclame uiting.

4.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bar-/dancing
  • b. het gebruik van verlichtingsmasten voor reclameuiting, met in acht name van het gestelde onder 4.4.1 a;
  • c. het gebruik van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde en overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, binnen de aanduiding 'parkeren' voor reclame uiting met in acht name van het gestelde onder 4.4.1 b en 4.4.1 onder c.


Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en straten;
  • b. paden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. sloten, bermen en beplanting;
  • e. nutsvoorzieningen;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. water;

met de daarbij behorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid; en
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 6 Verkeer - Parkeren

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeers- en parkeervoorzieningen;
  • b. een busstation;

met de daarbij behorende:

  • c. (ontsluitings)wegen, straten en paden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. gebouwen en overkappingen
  • f. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder verlichtingsmasten.

6.2 Bouwregels
6.2.1 gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw of overkapping zal binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan op de verbeelding in het betreffende bouwvlak is aangegeven.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van verlichtingsmasten zal ten hoogste 12,50 m bedragen.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid; en
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterlopen en waterpartijen;
  • b. oevers, bermen en beplanting;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • e. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder bruggen, duikers en/of dammen, walbeschoeiingen en steigers, vlonders en/of plankieren.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

Artikel 8 Leiding - Gas

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), voor het ter plaatse aangegeven aantal meters aan weerszijden van de as van de ter plaatse aangegeven strook, mede bestemd voor:

  • a. een hoofdgastransportleiding;

met de daarbij behorende:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, ten behoeve van deze dubbelbestemming, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding, kan worden afgeweken van het bepaalde in lid

8.2.1 Gebouwen en overkappingen en 8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde in die zin dat de in de ter plaatse voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd, mits:

  • a. de aardgastransportleiding niet geschaad wordt;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  • c. geen kwetsbaar object wordt toegelaten.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het permanent opslaan van goederen;
  • c. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • d. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplanting en bomen;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere manier ingraven of indrijven van voorwerpen;
  • f. het uitvoeren van grondwerkzaamheden;
  • g. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen.

8.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 8.4.1 Vergunningplicht is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

  • a. plaatsvinden in het kader van het normale onderhoud of het beheer van de leiding of die nodig zijn voor het instandhouden van de leiding;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan.

8.4.3 Toetsingscriteria

Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:

  • a. geen schade ontstaat aan de leiding en/of het doelmatig functioneren van de leiding niet in gevaar wordt gebracht;
  • b. de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
  • c. hierover advies is gevraagd van de leidingbeheerder.

Artikel 9 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1

9.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, op grond van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemmingen gelegen binnen de op de verbeelding aangegeven 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' worden gewijzigd in de bestemming 'Horeca' ten behoeve van het realiseren van één bedrijfsgebonden reclamemast, met dien verstande dat:
    • 1. na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van 'Artikel 4' van toepassing zijn;
    • 2. blijkt dat de wijziging niet leidt tot meer dan één bedrijfsgebonden reclamemast binnen dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 10 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene bouwregels

11.1 Overschrijding bouwgrenzen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, alsmede erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen buiten beschouwing gelaten, mits:

  • a. de bouw- dan wel bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m wordt
    overschreden.

11.2 Plaatselijke verhogingen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen worden plaatselijke verhogingen zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, buiten beschouwing gelaten, mits:

  • a. de oppervlakte per plaatselijke verhoging niet meer dan 20 m2 bedraagt;
  • b. de verhoging leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt.

Artikel 12 Algemene gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik met de gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. de stalling van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- vaar- of vliegtuigen;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en zandopslag en het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf;
  • d. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

Artikel 13 Algemene aanduidingsregels

13.1 Veiligheidszone - lpg
13.1.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.

13.1.2 Afwijken bouwregels

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 'Bouwregels' in de zin dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:
    • 1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

13.1.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.

13.1.4 Afwijken gebruiksregels

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 'Specifieke gebruiksregels' in de zin dat de gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt als beperkt kwetsbare object, mits:
    • 1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

13.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat:

  • a. de aanduiding "Veiligheidszone - lpg" wordt verwijderd, mits:
    • 1. de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.

 

Artikel 14 Algemene afwijkingsregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de natuurlijke c.q. de ecologische waarden en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden c.q. bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de regels in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluitingen van wegen onderling in geringe mate worden aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10.00 m;
  • d. de regels ten aanzien van de bouwhoogte van gebouwen niet zijnde aan-en uitbouwen en bijgebouwen, in die zin dat de bouwhoogte wordt vergroot;
  • e. de regels in die zin dat kleinschalige openbare voorzieningen zoals kleedgebouwtjes, sanitaire voorzieningen, paviljoens, kiosken, dierenverblijven en kunstwerken kunnen worden gebouwd, tot ten hoogste 50 m2;
  • f. de regels in die zin dat gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de openbare nutsvoorzieningen en/of de telecommunicatie worden gebouwd mits:
    • 1. het bruto vloeroppervlak ten hoogste 50 m2 bedraagt;
    • 2. het gebouw dan wel bouwwerk, geen gebouw zijnde, uit ten hoogste een bouwlaag bestaat;
    • 3. de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedraagt.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub lid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sub lid a. met maximaal 10%.
  • c. Sub lid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreden van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid , te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub lid a. na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Sub lid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende wijzigingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Joure - entree Joure' van de gemeente De Friese Meren.