direct naar inhoud van Artikel 4: Bedrijf
Plan: Joure - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0051.BPJRE11JOUREZUID-OH01

Artikel 4: Bedrijf

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder categorie 1 en 2;
    • 2. een metaalbedrijf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - metaalbedrijf”;
    • 3. een bouw- en aannemersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - bouw- en aannemersbedrijf”;
    • 4. een drukkerij, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - drukkerij”;
    • 5. een edelsmederij, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - edelsmederij";

met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en /of vuurwerkbedrijven;

    • 1. kantoren;
    • 2. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
  • c. wegen, straten en paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder vlaggenmasten.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw of overkapping zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • c. er zal ten hoogste één bedrijfswoning per bedrijf worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven hoogte bedragen.
4.2.2. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning c.q. het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 50 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd plus 0,25 m, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- of uitbouw niet meer dan 4,00 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw zal ten minste 1,00 m lager zijn dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning, met dien verstande dat de bouwhoogte van een aan- of uitbouw binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m en daarbuiten ten hoogste 7,00 m zal bedragen;
  • e. de goothoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
4.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. er mogen ten hoogste 2 vlaggenmasten per bouwperceel worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten hoogste 8,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede milieusituatie;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de verkeersveiligheid; en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.1 sub a in die zin dat de gebouwen en/of overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bepaalde in lid 4.2.1 sub b in die zin dat een bedrijfswoning gedeeltelijk buiten de aanduiding "bedrijfswoning" wordt gebouwd dan wel dat per bedrijf één inpandige bedrijfswoning wordt gebouwd indien ter plaatse geen aanduiding "bedrijfswoning" is aangegeven, mits:
    • 1. een uitbreiding van het aantal (bedrijfs)woningen in overeenstemming is met een actueel Woonplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd.
4.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorie 1 en 2, met uitzondering van een metaalbedrijf, bouw- en aannemersbedrijf, drukkerij en edelsmederij, voorzover aangeduid;
  • b. het gebruik van de bedrijfswoning als zelfstandige woning;
  • c. het gebruik van bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij het een garagebedrijf betreft, in welk geval detailhandel in motorvoertuigen en daarbij behorende accessoires is toegestaan.
4.6. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.5 sub a in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder categorie 1 en 2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel genoemd zijn onder categorie 1 en 2, of om bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2onder een hogere categorie dan 2, maar die in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • b. het bepaalde in lid 4.5 sub d in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, niet zijnde detailhandel in voedings- en genotmiddelen, mits:
    • 1. de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke vloeroppervlakte aan bedrijfsgebouwen zal bedragen, met een maximale oppervlakte van 50 m²;
    • 2. de vestiging plaatsvindt in de bestaande gebouwen.
4.7. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduidingen “specifieke vorm van bedrijf - metaalbedrijf”, “specifieke vorm van bedrijf - bouw en aannemersbedrijf”, “specifieke vorm van bedrijf - drukkerij” en/of "specifieke vorm van bedrijf - edelsmederij" worden verwijderd, mits:
    • 1. de betreffende bedrijfsfunctie ter plaatse is beëindigd;
  • b. de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 1' en/of 'Wonen - 2', al dan niet in combinatie met de bestemming 'Tuin', mits:
    • 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 15, 20 of 21 van toepassing zijn;
    • 2. de betreffende bedrijfsfunctie ter plaatse is beëindigd;
    • 3. de uitbreiding van het aantal woningen in overeenstemming is met een actueel Woonplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd.