Weg Veendam - Ter Apel

4.8 Archeologie

Toetsingskader en beleid

Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Monumentenwet gewijzigd. De kern van Monumentenwet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De wet verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden. Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarde, zal het bestemmingsplan uiteindelijk, indien nodig (en mogelijk), een bescherming moeten bieden voor waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een omgevingsvergunningenstelsel.

Toetsing

Aansluiting Jipsingboermussel

Door de Werkgroep Prehistorie van het Veenkoloniaal Museum te Veendam is een archeologisch veldonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 8). Uit het onderzoek blijkt dat de bodemopbouw ter plaatse is aangetast en dat er geen archeologische resten zijn aangetroffen. Een vervolgonderzoek op deze plek wordt dan ook niet nodig geacht.

Aansluiting Nulweg

Door de provinciaal archeoloog is aangeven dat ter plaatse van de Nulweg een lage trefkans geldt. Er is geen markant reliëf aanwezig. Gelet op de lage trefkans en het feit dat de feitelijke bodemingreep beperkt blijft, is archeologisch vooronderzoek hier niet aan de orde4.

Terrein met hoge archeologische waarde

Binnen het plangebied ligt een terrein met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Door middel van een dubbelbestemming worden de archeologische waarden beschermd. Er zullen in dit gebied echter geen ingrepen gedaan worden ten aanzien van de weg.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect archeologie de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.

• 4. Correspondentie met dhr. Groenendijk, d.d. 30 juni 2011