direct naar inhoud van 5.6 Externe veiligheid
Plan: Ter Apel Dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0048.BP0902-on01

5.6 Externe veiligheid

Om te bepalen of in de nabijheid van het plangebied risicobronnen aanwezig zijn, is de risicokaart geraadpleegd. De navolgende kaart betreft een uitsnede hiervan en geeft de situatie in en rond Ter Apel weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0048.BP0902-on01_0008.png"
Kaart 3. Uitsnede risicokaart

5.6.1 Inrichtingen

Inleiding
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) besluit geeft grenswaarden voor nieuwe en bestaande situaties ten aanzien van het plaatsgebonden risico van inrichtingen waarin bepaalde gevaarlijke stoffen worden gebruikt, opgeslagen of geproduceerd. Deze grenswaarde wordt uitgedrukt in de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Onder kwetsbare objecten worden bijvoorbeeld woningen verstaan, terwijl met beperkt kwetsbare objecten wordt gedoeld op bijvoorbeeld kantoren en hotels.

Daarnaast gaat het Besluit externe veiligheid inrichtingen in op het groepsrisico. Hierbij gaat het om de kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang slachtoffer wordt van een ongeval in een inrichting. In het Besluit externe veiligheid inrichtingen wordt het groepsrisico gedefinieerd als de (cumulatieve) kans dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als direct gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van de inrichting (tot waar nog dodelijke slachtoffers kunnen vallen). Het groepsrisico wordt bepaald door het aantal aanwezige personen in het invloedsgebied te vergelijken met de oriënterende waarde (cumulatieve kans). Wanneer de oriënterende waarde wordt overschreden of de nieuwe ontwikkeling een verhoging van het groepsrisico met zich meebrengt, dient een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden conform de Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico (november 2007).

Onderzoek
Uit de risicokaart van de provincie Groningen blijkt dat in en nabij het plangebied enkele risicovolle inrichtingen zijn gelegen.

Inrichtingen binnen het plangebied
In het noordelijk deel van de kern ligt zwembad Moekesgat (Heembadweg 17). Hoewel in deze inrichting gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, wordt het zwembad niet beschouwd als een Bevi-inrichting, maar valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Dit vanwege de aard en hoeveelheid van de aanwezige gevaarlijke stoffen. De inrichting beschikt niet over een plaatsgebonden risicocontour en/of invloedsgebied van het groepsrisico. Hiermee legt de inrichting geen beperkingen op de omgeving.

Ten slotte ligt in het plangebied een gasontvangststation (Viaductstraat 35). Ook deze inrichting valt niet onder het Bevi, maar in het Activiteitenbesluit zijn wel risicoafstanden opgenomen. Deze leggen echter geen planologische beperkingen op het plangebied.

Inrichtingen buiten het plangebied
Aan de westzijde van het plangebied, op circa 150 m, ligt het bedrijf Westerwolde Ballooning (Nulweg 15). Ook deze inrichting valt niet onder de werkingssfeer van het Bevi, maar onder het Activiteitenbesluit. Deze inrichting legt echter wel een (gering) risico op de omgeving (veiligheidscontour van 24 m die voor een klein gedeelte buiten de inrichtingsgrens ligt). Het plangebied ligt op een dusdanig grote afstand dat geen belemmeringen optreden. Het groepsrisico hoeft in dit geval niet te worden verantwoord (geen Bevi-inrichting).

Op circa 300 m ten westen van het plangebied is een lpg-tankstation gevestigd (Bevi-inrichting). Dit lpg-station heeft een 10-6-contour (plaatsgebonden risico) van 40 m (vulpunt), 25 m (ondergrond reservoir) en 15 m (afleverzuil). Het invloedsgebied (groepsrisico) bedraagt 150 m. Het plangebied valt buiten de invloedssfeer van deze inrichting.

Conlusie
In en rond het plangebied liggen geen inrichtingen met gevaarlijke stoffen die planologische beperkingen leggen op gronden in het plangebied.

5.6.2 Vervoer van gevaarlijke stoffen

Inleiding
Het thema vervoer van gevaarlijke stoffen kan worden onderverdeeld in wegen, spoor en water. Net als bij inrichtingen gelden voor het bepalen van de externe veiligheidssituatie het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. De wegen, spoorlijnen en waterwegen, waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en waarbij een plaatsgebonden risico en/of groepsrisico aanwezig is, zijn opgenomen in de risicoatlassen.

Het Rijk is op dit moment bezig met het opstellen van nieuwe wetgeving rond transportroutes; het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Deze wetgeving met het daarbij behorende Basisnetten wegen (rijkswegen), spoor en water gaat de huidige Circulaire rnvgs vervangen en treedt naar verwachting in 2012 in werking.

De provincie Groningen is reeds op deze nieuwe wetgeving ingesprongen en heeft een Basisnet met betrekking tot de provinciale wegen opgesteld (Provincie Groningen; Definitief Basisnet Groningen; april 2010). Voor provinciale zijn veiligheidszones opgenomen, die bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in acht moeten worden gehouden.

Onderzoek

Wegen
De noordelijke grens van het plangebied wordt gevormd door de N976 (Nulweg) waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. Deze weg heeft een zone van 30 m waarbinnen de oprichting van objecten ten behoeve van minder-zelfredzame personen niet is toegestaan en een invloedsgebied van 200 m waarbinnen het groepsrisico dient te worden verantwoord. Het plangebied ligt binnen deze zones.

Een groepsverantwoordingsrisico-berekening is door het Steunpunt Externe Veiligheid uitgevoerd. Uit de berekening blijkt dat de hoogte van het groepsrisico ver beneden de oriënterende waarde, in zowel de huidige als in de geprojecteerde situatie, ligt. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de bijlagen.

Op circa 225 m ten westen van het plangebied ligt de provinciale weg N366 waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd (dit betreft het dichtstbijgelegen deel van het plangebied). Conform het provinciaal Basisnet heeft deze weg een grootste afstand van 200 m, waarbinnen planologische gezien beperkingen gelden (verantwoording van het groepsrisico). Het plangebied ligt ruim buiten deze afstand, waardoor geen belemmeringen aanwezig zijn.

Aan de zuidwestzijde van het plangebied (op circa 300 m) ligt ten slotte de N364 waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd. Vanwege de grote afstand lig het plangebied niet binnen de zones waar beperkingen worden gesteld aan ruimtelijke ontwikkelingen (Prmax, 30 m-zone waarbinnen de oprichting van nieuwe objecten ten behoeve van minder-zelfredzame personen is uitgesloten en het invloedsgebied van 200 m waarbinnen bij nieuwe ontwikkelingen het groepsrisico dient te worden beschouwd).

Spoor
In en nabij het plangebied ligt geen spoortraject waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Water
Waterwegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd zijn eveneens niet aanwezig in en nabij het plangebied.

Conclusie
Ten aanzien van wegen gelden slechts beperkingen ten aanzien van de N976; 30 m-zone waarbinnen de oprichting van nieuwe objecten ten behoeve van minder-zelfredzame personen is uitgesloten en het gebied van 200 m waarbinnen het groepsrisico dient te worden beschouwd. Uit de berekening blijkt dat het groepsrisico onder oriënterende waarde ligt

5.6.3 Buisleidingen

Inleiding
Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden met de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidin-gen (Revb). Dit besluit omvat de nieuwe regelgeving op het gebied van buisleidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
In plaats van de bebouwings- en toetsingsafstanden waar in de oude circulaires van werd uitgegaan, dienen nu de belemmeringenstrook (5 m, bij aardgastransportleidingen met een druk van minder dan 40 Bar bedraagt deze zone 4 m), de plaatsgebonden risicocontour (10-6) en het invloedsgebied van het groepsrisico (1%-letaliteitsgrens) in acht te worden gehouden bij ruimtelijke ontwikkelingen.

Onderzoek
Op de risicokaart zijn ook buisleidingen weergegeven waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd.
Aan de westzijde van het plangebied liggen enkele aardgastransportleidingen van Gasunie, deels ook binnen het plangebied. De navolgende tabel gaat in op de eigenschappen van deze leidingen.

Leiding   Druk   Diameter   Belemmeringen-strook   PR
(10-6-contour)  
100%-
letaliteitsgrens  
GR (invloeds-
gebied, 1%-
letaliteitsgrens)*  
N-522-69-KR   40 bar   4 inch   5 m   N.v.t.   30 m   45 m  
N-522-54-KR   40 bar   4 inch   5 m   N.v.t.   30 m   45 m  

Het invloedsgebied van beide leidingen ligt slechts op een gering aantal gronden in het plangebied. In dit gebied liggen enkele woningen die op basis van dit bestemmingsplan kleinschalige uitbreidingsmogelijkheden hebben.

Conclusie
De leidingen inclusief de belemmeringenstrook zijn in het voorliggend bestemmingsplan in de verbeelding weergegeven en voorzien van een passende regeling. Dit ter waarborging van de bebouwingsbeperkingen die binnen deze zone gelden.
Daarnaast dient het groepsrisico te worden beschouwd bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen binnen het invloedsgebied. Het groepsrisico is naar verwachting laag. Slechts een gering deel van het plangebied ligt binnen het invloedsgebied en de personendichtheid in dit deel is gering. Ook biedt het voorliggend bestemmingsplan nauwelijks mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen, waardoor een toename van de personendichtheid niet aannemelijk is. Eveneens wordt opgemerkt dat buiten de 100%-letaliteitsgrens ontwikkelingen/personendichtheden slechts een geringe invloed hebben op de hoogte van het groepsrisico.

Wel is het plan, ter beoordeling van de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid, naar de regionale brandweer gezonden.