direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke analyse
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00024-41vg

2.3 Ruimtelijke analyse

In deze paragraaf wordt de ruimtelijke situatie van het huidige buitengebied van Slochteren in beeld gebracht. Daarbij staat het landschap, als drager van het gebied, centraal.

2.3.1 Landschap

Het grootste deel van het buitengebied van Slochteren heeft een grootschalig open karakter met hier en daar verdichtingen in de vorm van beplantingen op erven, rond NAM-platforms, slibdepots en natuurgebiedjes. Daarnaast zijn er nog structurerende elementen die loodrecht op het lint staan, zoals het landgoed behorende bij de Fraeylemaborg, de beplanting parallel aan de Meenteweg en de eerder genoemde singels die zijn aangeplant tijdens de ruilverkaveling.

Zoals in de voorgaande paragrafen is beschreven heeft met name de ruilverkaveling in de jaren zestig en zeventig gevolgen gehad voor grote delen van het landschap. Uit een vergelijking van historisch kaartmateriaal en recente kaarten kan duidelijk opgemaakt worden waar het landschap grotendeels is gewijzigd en waar dat op hoofdlijnen nagenoeg ongewijzigd is. In het gebied dat niet in ruilverkavelingsplannen is meegenomen (omgeving Luddeweer-Overschild), wordt het landschap meer bepaald door inversieruggen die veelal als dijken in het landschap herkenbaar zijn (in de vorm van bebouwde erven en de wegenstructuur). Het gebied is door deze structuur en de onregelmatige structuur van de kavels iets kleinschaliger dan het aangrenzende gebied (EHS Midden-Groningen).

De laatste twee decennia is het landschap drastisch veranderd met de opkomst van de houtteelt in de 80'er jaren van de twintigste eeuw. In Slochteren zijn op diverse landbouwpercelen houtteeltbossen gerealiseerd, gekenmerkt door snelgroeiende soorten als populieren en wilgen. Een aantal hiervan is bestemd als blijvend bos, waar door uitdunning periodiek wordt gekapt. Deze bossen zijn opengesteld en hebben een multifunctioneel karakter.

Op het merendeel van de bospercelen is sprake van een tijdelijke situatie die is ontstaan door een subsidiestroom die agrariërs een vergoeding bood om hun percelen voor houtteelt te gebruiken. Hierbij gold de voorwaarde dat de bossen na de afgesproken termijn (15- 25 jaar) zouden worden gekapt waarbij deze percelen niet onder de Boswet zouden komen te vallen. Met de afloop van de termijn worden de tijdelijke houtteeltpercelen nu gekapt, waardoor het landschap meer een open karakter krijgt.

Het grootste areaal aan natuur in het buitengebied wordt gevormd door het natuur(ontwikkelings)gebied Midden-Groningen van circa 2000 ha. dat vanaf eind jaren negentig in ontwikkeling is. In dit gebied zal uiteindelijk een mozaïek van open water, verlanding, riet- en zeggemoeras, ruigten en broekbos ontstaan. Naast het aaneengesloten natuurgebied, dat onderdeel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur, liggen er verspreid nog andere natuurgebieden zoals de Baggerputten bij Slochteren en enkele voormalige slibdepots langs het Eemskanaal.

Het groene lint op de dekzandrug van Harkstede tot Siddeburen is vanuit het buitengebied ten oosten van het Afwateringskanaal/Schildmeer en ten zuiden van het Slochterdiep duidelijk zichtbaar en herkenbaar. Het contrast tussen het bebouwingslint (de cultuuras) en het open buitengebied is kenmerkend waarbij waterlopen, singels en laantjes als vingers dwars op het hoofdlint in het buitengebied grijpen.

2.3.2 Infrastructuur

Wegen

De belangrijkste wegen binnen het grondgebied van Slochteren zijn de A7 en N33, die beide onderdeel uitmaken van het landelijke hoofdwegennet. Van regionaal belang zijn de provinciale wegen N387 (Hoogezand- Wagenborgen) en de Meenteweg (Schildwolde-Ten Post). Van lokaal belang zijn met name de Aangepast t.o.v. Buitengebied 2012 Hoofdweg (door de lintdorpen), Noordbroeksterweg en Damsterweg.

Binnen het plangebied liggen slechts enkele wegen. Het betreft hier voornamelijk plattelandswegen waaronder de Goldbergweg, Hooilandsweg, Woudbloemlaan, het Slochterdiep (gedeeltelijk) en de Scharmer. Op het wegvak Scharmer Ae is tussen Woudbloem en het Slochterdiep een aslastbeperking van 4,8 ton ingesteld, vanwege de fundatie en het smalle profiel.

Waterwegen

Slochteren heeft een redelijk uitgebreid net van waterwegen. Het Eemskanaal is daarbij het belangrijkst voor de beroepsvaart en voor de recreant als staande mastroute. Andere bevaarbare watergangen (met een beperkte vaarhoogte) zijn het Afwateringskanaal en het Slochterdiep.

Openbaar vervoer

Het buitengebied van Slochteren is zeer beperkt ontsloten met het openbaar vervoer. Binnen het plangebied Buitengebied West is geen openbaar vervoer aanwezig. De dichtstbijzijnde buslijn rijdt over de Hoofdweg van Slochteren via Harkstede naar Groningen.

Kabels en leidingen

Mede vanwege het Slochter gasveld ligt er een uitgebreid leidingnetwerk in de gemeente. De aardgasleidingen die van planologisch belang zijn vanwege hun omvang en regionaal c.q. nationaal verzorgend karakter zijn in beheer bij de NAM en de Gasunie. Beide type leidingen krijgen een planologische bescherming.

Ten slotte liggen enkele rioolpersleidingen door het buitengebied die van regionale betekenis zijn na ontmanteling van de rioolwaterzuiveringsinstallaties in de gemeente.

2.3.3 Bebouwingspatroon

In het buitengebied van Slochteren is relatief weinig bebouwing aanwezig. Kenmerkend voor het wegdorpenlandschap is dat een groot deel van de bebouwing is gebundeld in linten. In het noordwestelijke deel van het plangebied, dat meer aansluit bij het wierdenlandschap in aangrenzende gemeenten, is meer sprake van verspreide bebouwing op erven. Grofweg is er in het buitengebied een onderscheid te maken in 3 bebouwingspatronen:

  • lintbebouwing met open karakter en weidse doorzichten;
  • buurtschappen;
  • verspreid liggende bebouwing.

In het plangebied Buitengebied West is er sprake van een beperkt aantal objecten (15), gekenmerkt als verspreid liggende bebouwing. Een deel van deze objecten zijn (moderne) boerderijen. Er is in het plangebied geen bebouwing als 'karakteristieke agrarische bebouwing' aangewezen.