direct naar inhoud van Artikel 46 Algemene wijzigingsregels
Plan: Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0040.bp00002-61oh

Artikel 46 Algemene wijzigingsregels

46.1 Wijzigingsbevoegdheid
46.1.1 Bijlagen regels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en aanvullingen toevoegen aan de lijsten opgenomen in Bijlage 1, Bijlage 2.

46.1.2 Verkeer

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemmingen Agrarisch, Groenen Water wijzigen in de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied ten behoeve van ondergeschikte verbeteringen, passagemogelijkheden of infrastructurele aanpassingen van wegvakken en/of kruisingen mits:

  • a. de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven en;
  • b. de aanpassing niet leidt tot overschrijding van de voorkeursgrenswaarde dan wel de hogere grenswaarde op enig geluidsgevoelig object.
46.1.3 Verwijderen bouwaanduiding

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een bouwaanduiding als bedoeld in 44.1.3 van de verbeelding verwijderen, indien de gebouwen waarop deze aanduiding van toepassing is, overeenkomstig een verleende omgevingsvergunning zijn gesloopt.

46.1.4 Verwijderen gebiedsaanduiding

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een gebiedsaanduiding als bedoeld in 44.2.2 vrijwaringszone - molenbiotoop, 44.2.3 wro zone - ontheffingsgebied -dh geheel of gedeeltelijk van de verbeelding verwijderen indien blijkt dat in de werkelijke situatie de betreffende aanduiding geen planologische relevantie meer heeft.

46.2 Voorwaarden aan de wijziging

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij in ieder geval betrokken worden:

  • a. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.